dit is het dossier:

Robert Penn

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Bike! ~ Richard Moore & Daniel Benson

In Bike! staat een foto van de fiets waarop Eddie Merckx nog eens een werelduurrecord trapte in 1972. En die foto is op zichzelf niet eens zo heel bijzonder. De fiets staat er in profiel op afgebeeld; bijna in een plat vlak vanwege de witte achtergrond, zoals het hoort op foto’s van fietsen; met het voorwiel naar rechts, zodat ook de versnellingen goed te bekijken zijn;

Al stelt de aandrijflijn bij een baanfiets nu net niets voor.

Aan de fiets valt verder vooral op dat er veel moeite gedaan is om overal gaten in te boren; tot in het stuur aan toe. Elke gram gewichtsverlies telde bij de recordpoging. Merckx fiets woog uiteindelijk niet meer dan een luttele 5,5 kilogram.

Ik heb achterwielen die alleen al zo veel wegen, vanwege de naafversnelling daarin.

De foto in Bike! is bovendien genomen lang nadat de recordpoging plaatsvond. De verf op het kader bladdert waar de merknaam staat. De zijden lichtgewicht tubes zijn nooit van de wielen losgeweekt, en wat er nog kleeft lijkt een restant. Want vanzelfsprekend zijn de banden leeg.

Deze fiets is een relikwie. Zoals er meer fietsen bestaan die relikwieën werden. En niet alleen fietsen. Tal van voorwerpen zijn in de geschiedenis heilig verklaard omdat een toevallige menigte er iets bijzonders in zag. De musea staan er vol mee.

Ik heb de fiets van Merckx dan ook een tijdje bekeken.

En als dit boek nu iets meer had uitgelegd over de mechanisme waarom we sommige technologie willen heiligen — want bij het fietsen is het toch echt die motor die het eerst doen moet — dan ware Bike! mij aanmerkelijk beter bevallen.

De uitgave werd me aanbevolen als koffietafelboek, met fijne fietsporno, alleen behoort de uitgave niet tot dat genre. Er staat te veel tekst in, en grote foto’s van fietsen waar het lang naar kijken is ontbreken vrijwel geheel. Dus staan er te weinig echte verhalen in.

In plaats daarvan biedt het boek een soort encyclopedisch overzicht van beroemde racefietsmerken, en over enkele fabrikanten van fietsonderdelen; zoals mijnheer Campagnolo.

Niet altijd is de geschiedenis daarbij een vertelling. Soms wordt niet meer geboden dan een interview. En hoewel die tekst regelmatig zeer informatief is, klinkt er toch ook geen enkele kritiek in door. Als ware het dat elk artikel gesponsord is door zo’n fabrikant. Wie extra betaalde, kreeg een paar bladzijden meer.

Dus moet ik er na lezing vanuit gaan dat alle fietsmerken even innovatief zijn, en geweldig — al hebben sommige wat meer geschiedenis. Wat best nog waar kan zijn ook, omdat degene die de fiets berijdt nog net een tikje belangrijker is voor de uiteindelijke prestatie.

Tegen de verheffing van een fiets tot relikwie spreekt alleen al dat een professionele wielrenner er tegenwoordig verschillende per seizoen verslijt.

Richard Moore & Daniel Benson, Bike!
A Tribute to the World’s
Greatest Cycling Designers
352 pagina’s
Aurum Sport, 2012

It’s All About The Bike ~ Robert Penn

Uitgangspunt van dit boek is simpel. Robert Penn wilde een fiets hebben, die én op maat voor hem zou zijn gemaakt, én met de beste onderdelen denkbaar zou worden afgemonteerd. Doel was daarbij om daarna zo lang als kan probleemloos op die fiets rond te kunnen rijden.

Dat idee alleen al, zet tot meedenken aan. Hoe zou mijn fiets er uit moeten zien? Wat vind ik belangrijk. Met welk doel gebruik ik mijn fietsen eigenlijk het meest?

Bovendien heeft het boek It’s All About the Bike een vanzelfsprekende opbouw, naar een climax. Zoek eerst uit wat de beste onderdelen zijn, en kijk hoe deze gemaakt worden. Verzamel die. Dan komt er een moment dat alles gemonteerd kan worden tot éen, gevolgd door het ogenblik dat de ideale fiets eindelijk te berijden is.

Er valt alleen op dat vrijwel niemand, en ook ik niet, onder de indruk is van zijn droomfiets. Parallel aan dit boek maakte Penn de documentaire Ride of My Life: The Story of the Bicycle. Dezelfde scenes die in het boek beschreven worden, komen in de film terug. Die documentaire is hier en daar ook wel online te zien. En de commentaren daarbij zijn altijd verwonderd over het eindresultaat. Kun je alles kopen, wordt alles naar je eigen smaak aangepast, kies je voor blauw met oranje, en een gedrongen Pipo de clown-frame [Puristen vinden het lelijk als de horizontale buis van het frame niet horizontaal is, maar ‘sloping’].

Maar, zelfs als het einddoel tegenvalt, kan de reis nog veel hebben opgeleverd. En deels gaat die wet wel op voor dit boek. Penn schrijft vlot heel wat feitjes op over de geschiedenis van de fiets, en op momenten is hij ook prettig nerdig over een onderdeeltje daarvan.

Nooit had ik nagedacht over de betekenis van de wielen voor de fiets bijvoorbeeld — behalve toen éen een achterwiel had waarin telkens spaken sprongen. Maar door dit boek ben ik overtuigd dat de wielen het belangrijkste onderdeel zijn, om plezierig te rijden.

En dat gegeven kwam bijvoorbeeld uit die film van Penn veel minder duidelijk naar voren.

Zowel boek als film hebben me overigens vooral vermaakt.

Wat er wel aan miste — al kan dit ook een kwaliteit zijn, omdat er daardoor nog zo veel zelf te onderzoeken valt — is inzicht in de afwegingen van Penn. Waarom wilde hij per se een klassieke Campagnolo-groep op zijn fiets bijvoorbeeld? Dat hij daar altijd van gedroomd is namelijk wel een leuk autobiografisch detail. Maar niet een echt objectieve of informatieve afweging.

* update: op 19 maart 2015 keek ik met een nieuwe blik op documentiare en boek terug.

Robert Penn, It’s All About The Bike
The Pursuit of Happiness on Two Wheels

199 pagina’s
Particular Books, 2010