dit is het dossier:

Jo Ritzen

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Drammen dreigen draaien ~ Leo Prick

De belangrijkste conclusies zijn impliciet, in dit overzicht van twintig jaar politiek geknoei aan het onderwijs. Tenminste, dat geldt voor mij. De auteur stelt namelijk wel een duidelijke conclusie te hebben getrokken. En die luidt dat partijpolitiek gesjacher steeds boven inhoudelijke argumenten is gegaan; zelfs al ging dit ten koste van een maatschappelijk zo belangrijk onderwerp.

Als éen partij per se iets wil, zoals de PvdA in Nederland met onderwijs, dan geven andere regeringspartijen daar slechts aan toe, als zij in ruil iets terugkrijgen. En controle uit de Kamer op wat er daardoor nu eigenlijk gebeurt, is er niet. Daartoe ontbreekt de vakinhoudelijke kennis bij de parlementariërs.

Correctie vanuit de media is er evenmin. Die zijn alleen geïnteresseerd in de strubbelingen van de politici onderling; en vinden het niet boeiend wat beleidskeuzen in de praktijk betekenen.

Maar het merkwaardigst is nog wel dat ook de schoolbesturen, en de onderwijsbonden, in alles zijn meegegaan. Zelfs al waren de docenten op de middelbare scholen en lager beroepsonderwijs steevast tegen, op wat er gebeurde.

Dit boek bevat een gedetailleerd overzicht van de beleidskeuzen die een opeenvolgende rij aan politici in twintig jaar tijd hebben gemaakt, hoe deze verkocht werden, en wat er de rampzalige gevolgen van zijn. In die zin is het een voorbeeldig boek. Ik mocht willen dat er van meer beleidsterreinen zo eens in kaart werd gebracht, zodat duidelijk werd welke onbedoelde gevolgen politieke beleidskeuzen hebben. Plus vooral: welk advies daarbij genegeerd werd. En waarom.

Al was het maar opdat politici eindelijk eens iets zouden leren.

Tot in de kern teruggeredeneerd: er ontstond in de jaren tachtig in Nederland het probleem dat er ineens veel minderen jongeren waren op de scholen te vullen dan daarvoor. Dit demografische gegeven, dat toch al tien jaar bekend mocht heten, zorgde voor merkwaardige reacties bij de bestuurderen. Die zagen dat vele scholen nu te klein zouden worden, en daarmee te duur, dus moest er massaal worden gefuseerd en aan schaalvergroting worden gedaan. Terwijl ouders hun kinderen toch liever naar een kleine school sturen.

Bovendien zien ouders hun kind het liefst zo hoog mogelijk reiken. De demografische verschuiving had als gevolg dat HAVO en VWO evenveel leerlingen bleven trekken, maar MAVO en LBO leegliepen.

Door die schaalvergroting en de bijbehorende perikelen, verscheen er steeds meer management in het onderwijs. Tot op het punt dat van alle geld dat naar de scholen toeging ruim 41% vermorst wordt aan dergelijke overhead.

En naast deze onhandige planeconomie voerde de PvdA halsstarrig ook nog heel nieuwe schoolstelsels in, waarbij docenten van lesgevers tot begeleiders werden gedegradeerd, leerlingen zich zelf maar moesten leren redden, het praktische onderwijs werd afgeschaft, en de MAVO werd opgeheven als zelfstandig schooltype.

Bovendien schafte de PvdA, die zo de maakbaarheid claimt, ergens onder het bewind van Ritzen de mogelijkheid af om ‘te stapelen’; ofwel tussentijd naar een beter geschikt schooltype over te stappen; daarmee stiekem een Nederlandse droom vernietigend.

Niet alleen weten de politici dus heel goed hoe zij hele sectoren moeten runnen, denk ik dan, ze claimen ook de deskundigheid te weten hoe mensen het best kunnen leren. Want, daar zit voor mij toch de crux van dit boek. Wie het onderwijs opzet als industrie, en leerlingen vervolgens behandelt alsof het fabrieksproducten zijn die op een gegeven moment nog langs een kwaliteitscontrole moeten, om een ‘startkwalificatie’ te krijgen, die heeft niets begrepen van hoe mensen in elkaar zitten. Die is bovendien eng, in zijn pretenties.

Klagen politici nu weer steen en been dat er niemand met enige kwaliteit nog het onderwijs in wil.

Leo Prick, Drammen dreigen draaien
Hoe het onderwijs twintig jaar vernieuwd werd

189 pagina’s
Mets & Schild, 2006

Minister ~ Jo Ritzen

Ritzen was namens de PvdA minister voor onderwijs in de kabinetten Lubbers iii en Paars i. Dit boek verscheen al snel na zijn vertrek uit de politiek, en helaas komt dat de inhoud niet ten goede.

Er wordt weleens geklaagd, en volgens mij terecht, dat er geen interessante memoires verschenen van Nederlandse politici. Anders dan bijvoorbeeld de Britten wel lukt. Maar goed, in dat House of Commons debatteren ze ook al zo veel beter.

Dus, welke criteria moeten dan gelden om de terugblik van een bewindsman te beoordelen?

Ritzen heeft zijn boek opgezet als een soort cursus voor komende ministers. Aan het eind van elk hoofdstuk staan de leermomenten zelfs even samengevat. Daarbij is hij onverbloemd trots op wat er onder zijn leiding allemaal tot stand is gebracht, zonder dat hij er nu echt op ingaat wat die beleidswijzigingen dan waren, of waarom zulks nodig was.

Dit gebrek aan context is nogal pijnlijk. Van autobiografie verwordt dit boek al snel tot autohagiografie, waardoor ik alle aandrang verlies om Ritzen nog serieus te nemen.

Maar wat me vooral zal bijblijven aan dit boek, is de teleurstellende wetenschap dat die ministerraad meestal niet veel meer doet dan pokeren om geld. Waarbij de minister van Financiën croupier is, en de andere bewindslieden nogal bezeten spelers zijn; tuk op het eigen gewin, en zonder al te veel visie waar het algemeen belang nu toch het best mee gediend zou zijn.

Maar ja. Visie tonen is ook levensgevaarlijk in een polderdemocratie, omdat visie altijd met verplichtingen komt. En pappen en nathouden heeft al honderdvijftig jaar redelijk gewerkt, dus waarom zouden we hier ooit anders?

Jammer dat dit boek me alleen maar bevestigde in dit vooroordeel.

Jo Ritzen, De minister
Een handboek
223 pagina’s
Uitgeverij Bert Bakker © 1998