dit is het dossier:

Richard Rorty

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Over de zin van nut ~ Peter Venmans

Boeken hoeven niet altijd per se nieuwe inzichten aan te reiken. Eigenlijk ben ik al heel blij met een essay als dit. Waarin veel stond dat ik al wist, maar ook nogal wat dat me onbekend was. Venmans bedrijft hierin ook eerder filosofologie dan filosofie. Hij zet een reeks denkers op een rij, en toont daarbij heel helder aan waarin de een de ander beïnvloed heeft, en waar die invloed ophield en ingeruild werd voor eigenheid.

Peter Venmans begint zijn elegante betoog over het utilitarisme, en later pragmatisme, bij Jeremy Bentham [1748 – 1832]. Van wie trouwens de deels gemummificeerde ‘auto-icoon’ op de voorplaat is afgebeeld. Daarna komt John Stuart Mill aan bod, gevolg door een reeksje minder invloedrijke Angelsaksen, waarop het essay eindigt met uitgebreide aandacht voor Dewey en Rorty.

Van Mill, Dewey, en Rorty heb ik, al dan niet voor mijn studie, boeken gelezen, of in elk geval een aantal essays. Bentham komt in vele cultuurstudies terug – bijvoorbeeld om zijn ideeën over het ‘panopticum’ en de noodzakelijke hervorming van het mensonwaardige gevangeniswezen, die weer grote invloed op vele anderen hebben gehad. Interessanter was voor mij daarom om te zien wat Venmans als constanten in het werk van deze denkers opmerkte, en wat hij daar zelf nog over vond.

Belangrijkste conclusie die ik daaraan overhoud, is dat Venmans het pragmatisme zoals wij dit nu tegenkomen een nogal beperkte variant vindt van wat pragmatisme zou kunnen zijn. Door de beklemming van de heersende managerscultuur. Door de domheid van politici die cijfers heilig maken, zonder enig begrip te hebben van waar die cijfers voor staan.

Tegenover dat schrale programmeren op uitkomst heeft Venmans de veel grotere rijkdom willen plaatsen van het utilitair-pragmatische denken. Kern daarin blijft dat onze wereld voor een groot deel maakbaar is. En dat dit gegeven tot verantwoordelijkheid dwingt; hoe veel er ook buiten alle directe controle blijft.

Peter Venmans, Over de zin van nut
Een filosofisch essay

303 pagina’s
Uitgeverij Atlas, 2008

Twee zielen ~ Ger Groot

De meeste filosofen zie ik als goochelaars. Hun trucs zijn vaak vermakelijk, maar het blijft natuurlijk oplichterij. Met dit verschil dat ik niet aanneem dat de gemiddelde goochelaar denkt dat hij echt magische krachten heeft. Ook is hun publiek wat minder goedgelovig. Er valt bovendien weinig eer te behalen door uit te leggen wat een goochelaar eigenlijk bedoelde.

Neemt niet weg dat ik altijd graag filosofen heb gelezen. Sommigen zeggen wel eens een waar woord. Ook zijn er die nuttige methoden hebben ontwikkeld om de wereld te bekijken, en soms zijn hun filters heel bruikbaar. Daardoor vallen me ineens heel andere accenten op, bijvoorbeeld.

Maar ik ben meer van de harde wetenschap, omdat de beperkingen daarvan zo veel duidelijker zijn. Ik ben te sceptisch voor de taalspelletjes van vele filosofen, om maar éen aspect te noemen dat me hogelijk kan irriteren.

Goed, soms kan het heel nuttig zijn om na te denken waarom iemand het verkeerd heeft, of te stellig is. En in die zin reikt deze bundel interviews van Ger Groot genoeg materiaal aan. De opvattingen van de ondervraagde filosofen verschillen soms nogal van elkaar, en spreken elkaar onderling tegen.

Zoals altijd met bundels was een vraag over de onderdelen elkaar versterken, of niet. En met dit boek heb ik wat moeite om daar een antwoord op te geven. De interviews zijn niet alleen met verschillende denkers, ze zijn ook voor publicaties van een heel diverse aard geschreven. Sommige zijn duidelijk krantenartikelen, voor een breed publiek, en kunnen prima dienen als inleiding in iemands werk. Andere, zoals het gesprek met Rorty, vragen wel degelijk enige achtergrondkennis van de filosofie.

Het meest interessant aan dit boek waren voor mij de gesprekken over politiek. Maar blij was ik bijvoorbeeld ook met het gesprek dat Groot voerde met Michel Onfray, die ik al eens las zonder iets van hem te weten. Diens boek tegen de theologie zette me niet aan om me in zijn oeuvre te verdiepen. Dat kwam door het onderwerp. Onfray blijkt anders vooral te schrijven over wat het leven echt de moeite waard maakt.

Ger Groot, Twee zielen
Gesprekken met hedendaagse filosofen

317 pagina’s
Uitgeverij SUN, 1998