dit is het dossier:

Jan Siebelink

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Jas van belofte ~ Jan Siebelink

Het kan me doorgaans niet schelen wat een schrijver is voor een mens. Maar als zo iemand iets snoeverigs heeft, en juist die karaktertrek nogal duidelijk naar voren komt in zijn werk, dan levert dat vervelende boeken op.

En Jas van belofte, het boekenweekgeschenk van 2019, van Jan Siebelink is een oersaai boek. Alleen al omdat het belangrijkste personage een opschepper blijkt te zijn. Ondanks zijn relatief hoge leeftijd.

Komen de gebeurtenissen in dit verhaal ook al niet verder dan nogal schematische bijna onuitgewerkt lijkende contouren, die geen enkele emotie konden oproepen bij mij. Beleving of medeleven is onmogelijk door het gebrek aan informatie.

En dan zijn de dialogen ook nog eens idioot in al hun houterigheid, mede omdat iedereen op dezelfde kunstmatige toon praat.

Een boek als dit, met minder dan honderd pagina’s, gezet in een redelijk grote letter — de boekenlezer wordt steeds ouder gemiddeld gezien — zou me normaal minder dan uur aan leestijd kosten. Ik verveelde me alleen zo bij deze tekst dat die me dagen kostte. Enkel omdat het dossier boekenweek op boeklog compleet hoort te blijven.

In het boek tekent Siebelink een sterk geromantiseerd portret van zichzelf als held. Van een man die, ondanks alle schijnbare tegenwerking altijd, na zijn pensionering toch nog een massaal verkochte succesroman wist uit te brengen. Wat hem daarop in staat stelde een zachtgrijze Maserati te kopen, waarvan er nog geen 800 waren gemaakt; om fijn mee te scheuren op de Autobahn.

Had hij daartoe wel het leven van zijn godsdienstwaanzinnige vader uitgevent in dat boek.

Werd het manuscript van dat boek op de uitgeverij onmiddellijk herkend als meesterwerk, vanzelfsprekend, waarbij nog menig traantje vloeide ook.

Nu heet de hoofdpersoon in Jas van belofte geen Jan Siebelink, die kreeg de naam Arthur Siebrandi. Bovendien kon dit personage weleens doodgaan in het boek — hij wordt in elk geval meteen al in razende vaart naar het ziekenhuis gereden. Alleen is deze truc makkelijk te doorzien.

Sommige recensenten wijzen er op dat Siebelink in dit boek zijn eigen oeuvre nog eens zachtjes over doet — opvallend veel verhaalelementen komen ook voor in diens oudere romans.

Ik ken dat eerdere werk niet, en wil dat ook niet leren kennen. Wel is me bekend dat deze boeken een een hoog autobiografisch gehalte kunnen hebben. Zoals dat Siebelink, die leraar Frans was, nogal eens perfecte en immens geliefde docenten Frans heeft opgevoerd in zijn romans. Eenzame helden die zich ondanks alle tegenwerking staande wisten te houden in het perfide Nederlandse schoolsysteem.

De Arthur Siebrandi in dit boek is ook zo’n man.

En goed, gezien Siebelink’s geschiedenis als plagiator mag misschien ook niet meer van hem verwacht worden. Hij kan waarschijnlijk als schrijver niet veel meer dan de werkelijkheid als uitgangspunt nemen, om die dan nog wat bij te buigen, zodat vooral hijzelf er heel goed vanaf komt. Grootse boeken zal zo’n aanpak alleen nooit opleveren; tenzij de geschiedenis onverwachts meewerkt en aan zo’n leven nog een interessante draai geeft of wat.

Siebelink woont en werkt alleen wel in het aangeharkte Nederland.

Jan Siebelink, Jas van belofte
95 pagina’s
Stichting CPNB, 2019

Opmars der plagiatoren ~ Hans van Straten

Toen Jan Siebelink eindelijk een bestseller had, met een boek dat hij al vaker schreef, riep dat behoorlijk wat kinnesinne op. Nederlanders zijn er traditioneel slecht in om anderen iets te gunnen. Maar onder Siebelink’s critici kwam ook het verwijt voor dat de auteur een plagiator was [geweest]. En van die beschuldiging wilde ik nu weleens weten wat er van klopte.

Erg makkelijk blijkt dat soort gegevens niet te vinden te zijn. Het is alsof die informatie tot een soort collectief bewustzijn hoort, en er daarom zelden iets centraal over wordt opgetekend. Prettig daarom, dat er uitgaven als deze bestaan.

Van Straten geeft in zijn overzicht twee voorbeelden van Siebelink’s plagiaat. In Hollands Maanblad had die onder eigen naam iets gepubliceerd dat voor driekwart een vertaling was van een verhaal van de Franse schrijver Le Clézio. En ook Siebelink’s roman De overkant van de rivier bevat tientallen anekdoten en beschrijvingen uit de novelle Monkeys, van de Amerikaanse schrijfster Susan Minot.

Siebelink ontkende beide aantijgingen verontwaardigd. Vanzelfsprekend. Het komt ook zelden voor dat een plagiator een beschuldiging weerlegt door zijn aanklager te feliciteren met zijn of haar goede smaak in literatuur.

Maar is plagiaat erg?

Plagiaat, als dit eruit bestaat om werk van andere letterlijk over te schrijven, lijkt mij vooral dom. En lui.

Hans van Straten schreef er zelf eerder over, in zijn bundel De omgevallen boekenkast:

Ik zou de strafbaarheid in gevallen van plagiaat willen zien voorbehouden aan regelrechte knoeiers, aperte wantalenten, figuren die maar tot één ding bekwaam zijn: het overschrijven. In alle andere gevallen zou ik het plagiaat weliswaar niet met de mantel der liefde willen bedekken, maar het toch wel geaccepteerd willen zien als een kwaad van een geringere orde. [85]

scheiding

Een intelligent plagiator is interessanter dan een eerlijke epigoon. Beter letterdief dan letterknecht. [84]

Nu is het tegenwoordig ook weer zo dat dankzij Google News tegenwoordig uitkomt hoezeer bijvoorbeeld couranten zonder bronvermelding van elkaar overschrijven. Maar in de nieuwsmedia heet dit nu nooit eens plagiaat. Terwijl de gevolgen van dit soort slaafse kopieergedrag maatschappelijk gesproken ernstiger zijn dan wat plagiaat in de litteratuur.

Dus ben ik er zelf nog niet over uit wat mijn opinie over dit onderwerp nu precies is.

Hans van Straten, Opmars der plagiatoren
Handleiding voor de praktijk
De Nieuwe Engelbewaarder 3

144 pagina’s
Bas Lubberhuizen, 1993