Aufmacher ~ Günter Wallraff

Drie maanden werkte Günter Wallraff onder de schuilnaam Hans Esser voor Bild-Zeitung. Het jaar was 1977. De dagelijkse oplage van dit boulevardblad lag toen op 4,5 miljoen — waarmee het de grootste krant in Europa was. Door dit bereik alleen al was, en is, de invloed van het dagblad immens.

Wallraff moest plotseling met zijn werkzaamheden ophouden, nadat hij de waarschuwing kreeg dat zijn dekmantel was doorzien. De uitgever van Bild, Axel Springer AG, begon vervolgens meteen een intimidatiecampagne tegen Wallraff. Zijn verleden werd geheel omgewoeld, op zoek naar vuil. Buurtgenoten van vroeger en later werden op zo’n manier bevraagd dat die begonnen te denken dat Wallraff een communistische spion was. En tegen dit boek is voor kapitalen aan rechtszaken gevoerd. Met als enige gevolg dat Duitstalige exemplaren vanaf de tweede druk een reeks zwartgemaakte regels bevatten. Daarin deden toenmalige mederedacteuren uitspraken. En toestemming om hen te citeren had Wallraff niet.

Overigens staan in de Nederlandse uitgave van dit boek die verboden uitspraken achterin, en zijn die tegenwoordig ook online te vinden.

Is dit boek inhoudelijk dan nog opmerkelijk?

Nou, nee. Zelfs al is het moedig wat de auteur gedaan heeft.

Wallraff bewees alleen vooral wat ieder zelfstandig nadenkend mens zo al ziet. Bild verkoopt nogal wat non-nieuws, en het echte nieuws dat de krant brengt, is doorgaans sterk gekleurd. Tijdens de campagnes voor de verkiezingen steunt het zijn favorieten; die doorgaans in de populistische hoek te vinden zijn.

Schrijnend waren wel de arbeidsomstandigheden die hij beschreef. Op de redactie in Hannover waar hij tijdelijk werkte, was naast de vaste krachten ook een heel leger aan freelancers actief, die op stukloon werkten — net als hijzelf. Deze dagloners werden honds behandeld. Vooral door de redactiechef, die nogal gecorrumpeerd was in zijn almacht.

En tegelijk denk ik: misschien dat Wallraff de redactie naar waarheid tekende. Helemaal onpartijdig was hij in deze ook weer niet.

De meest illustratieve passages voor mij waren die waarin Wallraff bewijst welke gevolgen een medium als Bild kan hebben, door zijn macht. Zo redt hij terloops een lokale bakker van het nakende faillissement, enkel door een stukje te wijden aan zijn zo gezonde brood dat zonder toevoegingen werd gebakken.

Enfin, in Nederland besloot dagblad De Telegraaf recent nog om een hype te creëren rond het boek Gezond slank met dokter Frank. Zulke dingen gebeuren altijd, en overal — en dat hoort de mediaconsument zo langzamerhand toch ook te weten.

En vanzelfsprekend kan diezelfde macht mensen kapot maken — door hen woorden in de mond te leggen zie ze nooit hebben gezegd. Günther Wallraff heeft na publicatie van dit boek een steunfonds opgezet voor slachtoffers van Bild.

Leuk werd dit boek pas toen Wallraff uitvond dat Bild alles zo verdraait en opblaast dat hij straffeloos satire kon bedrijven. Waarbij z’n slachtoffers na afloop dan ook nog zeer tevreden waren met het gepubliceerde resultaat.

Hoogtepunt is zonder meer het verhaal dat hij wijdde aan een gepensioneerde brigadegeneraal, die nu enkel nog drie hondjes onder zijn commando had staan. De man was zeer geroerd door het verhaal.

Ook liet hij zichzelf als een Bild-lezende tuinkabouter fotograferen, zoals op het kaft te zien is, toen hij over deze tuinversiering schrijven moest.

Punt is alleen, dat de gebreken van de massamedia voor mij structureler zijn dan alleen in zo’n uitwas als een boulevardkrant zichtbaar wordt.

Interessantst vond ik ook niet eens zo zeer Wallraff’s beschrijvingen, maar de citaten uit interne Springer-stukken die hij over de pagina’s sprenkelde. Omdat de aanpak van Bild of van populistische media, en zelfs van populisten in het algemeen, daarin zo duidelijk naar voren komt. Bij die strategie hoort een houding, en een uitstraling. Daarbij helpt het om anderen al bij voorbaat te intimideren — helemaal als die zich niet verdedigen kunnen, of niet over vergelijkbare middelen beschikken hun positie te verduidelijken.

Mensen identificeren zich graag met de superieure agressor. Blijkbaar. Omdat die het zo goed met hen voor lijkt te hebben, anders dan ieder ander.

Nu goed, zoals ik aan het begin had moeten opmerken, zelfs de reactie van Axel Springer AG op dit boek illustreert wat dit betreft al veel.

Günter Wallraff, Der Aufmacher
Der Mann, der bei Bild Hans Esser war
274 pagina’s
Kiepenheuer & Witsch 1997, oorspronkelijk 1977

Heerlijke nieuwe wereld ~ Günter Wallraff

Er deugt iets niet aan de boeken van Günter Wallraff. En ik vraag me nog telkens af wat.

Misschien is het dat ik Wallraff als persoon te zeer aan de goede kant vind staan. En daarom verlang dat hij behalve een goede onderzoeksjournalist ook een fantastische schrijver is.

Maar Wallraff blijft toch in de eerste plaats die journalist. Wat betekent dat hij weliswaar helder en effectief schrijft, maar het daarmee wel ophoudt. Terwijl echte auteurs zo vaak dezelfde onderwerpen hebben behandeld; waardoor zich vergelijkingen opdringen.

Als Wallraff even dakloos wordt, om te onderzoeken hoe de opvang geregeld is in zijn woonplaats Keulen, blijft het bij impressies. En hoe erg het ook zijn mag wat hij meemaakt, met wat meer kader, en doorleefder beschrijvingen waren zijn avonturen memorabeler geweest.

Down and Out in Paris and London it aint, deze bundel Heerlijke nieuwe wereld..

Het kan ook zijn dat me iets aan Wallraff irriteert wat helemaal niet aan hem ligt. Hij staat bekend als de man die zich grondig verkleedt en schminkt, en zo een andere identiteit aanneemt, om undercover te kunnen gaan.

Maar er zijn tegenwoordig ook zo veel irritante TV-programma’s met verborgen camera’s en undercover-journalisten, die dan helemaal niets aantonen. Zie je wel, de beveiliging van Schiphol is lek, heet het dan. Terwijl de vraag mij eerder lijkt waarom het nodig is om vliegvelden overdreven te beveiligen; en daarbij vooral passagiers te pesten.

Voor Wallraff pleit dat hij wel zulke metavragen stelt. In een mondiale economie, en een samenleving die steeds individueler wordt, zijn er verliezers. Vele verliezers. Hem staat zonder voorbehoud te prijzen aandacht voor hun positie te vragen.

Dus schminkt hij zich tot neger, om aan den lijve te ondervinden hoe angstig Duitsers voor vreemdelingen zijn. Dus gaat hij in een callcenter werken om mee te maken hoe mensen worden opgelicht per telefoon. Dus wordt hij fabrieksarbeider bij een firma die afbakbroodjes voor Lidl levert, om daar negentiende-eeuwse toestanden aan te treffen.

Winstmaximalisatie is van alle tijden, maar de bescherming die organisaties als vakbonden, of de staat, daar tegenover stellen, eroderen wel opvallend snel. Dat is geen prettige boodschap. En Wallraff weet de gevolgen goed duidelijk te maken.

Blijft het dus raar om meer van zijn boeken te verlangen. Maar dat verlangen houd ik wel.

Günter Wallraff, Heerlijke nieuwe wereld
319 pagina’s
Ambo, 2010
Vertaling door René van der Veen van Aus der schönen neuen Welt

Titten, Tiere, Tränen, Tote ~ Kerstin Dombrowski

Het recept voor de Duitse boulevardpers is simpel. Het publiek wil nieuws met tieten, dieren, tranen, of doden. En dat zal het dus krijgen ook.

Ik geef toe langer bezig te zijn geweest met het bedenken van een even leuk allitererend Nederlands recept dan met het lezen van dit boek.

Ton van Dijk hanteerde ooit de drie s-en, toen hij hoofdredacteur was van Nieuwe Revu. Dit tijdschrift bracht socialisme, sex en sensatie. En misschien dat sport er toen ook al bij hoorde. Maar dat zijn toch andere ingrediënten.

Mokkels, mormels, moord, en meelij. Een betere vertaling lukt me zo gauw niet. Kan daar believen best nog een m of wat bij. Monarchie, ofwel de Majesteit. Tegelijk geldt dat een vertaling helemaal niet kan. Wij hebben in Nederland geen Bild-Zeitung. Hoewel de meeste kranten hier inmiddels op tabloidformaat overgingen, zijn het toch geen echte tabloids — in de zin dat ze het wereldnieuws compleet negeren voor alles wat de lezers echt bezighoudt. Elk dagblad hier houdt tenminste nog de schijn op nieuws te willen brengen. Zelfs De Telegraaf.

Online zijn ook al jaren weblogs te vinden die kritisch Bild, en andere springer-uitgaven volgen. De Telegraaf stuitte pas gisteren ineens op collectief protest online.

Kerstin Dombrowski werd ooit opgeleid om reizen te verkopen. Maar, ze wilde de journalistiek in. Alleen is het in Duitsland pas mogelijk een journalistieke opleiding te volgen na enige tijd praktijkervaring te hebben opgedaan. En toevallig belandde zij zo, midden jaren negentig, als volontair op de Bild-redactie in Berlijn.

Opvallend aan dit boek is hoe Dombrowski niet verbloemt hoe naïef ze was, tijdens de eerste periode bij die krant. Tegelijk betekent dit dat tamelijk betekenisloze voorvallen worden opgeblazen tot een heel hoofdstuk. Zo werd ze eens op prins Charles afgestuurd, om die als fan een handtekening te ontfutselen. Alleen deden lijfwachten en politie alle moeite om haar ver bij hem weg te houden. Bang dat zij haar T-shirt zou uittrekken eenmaal bij de Britse kroonprins in de buurt — en zo voor een sexschandaal zou zorgen.

Tergend is dan weer dat zij vervolgens wel vertelt op de redactie zo goed te hebben geleerd om onderwerpen te bedenken voor verhalen, en tegelijk niets over deze kennis prijsgeeft.

Na twee jaar Bild ging ze alsnog een journalistieke opleiding doen. Waarbij ze, door haar werkervaring, meteen tot paria werd voor de medestudenten.

Vervolgens werkte ze in de TV-journalistiek. En toch ook weer in hetzelfde nieuwsgenre als bij Bild, want bij enkele commerciële zenders. In de hoofdstukken daarover gaat het vaker over kantoorpolitiek — zo is in Duitsland de chef altijd een soort despoot, en kunnen collega’s ook behoorlijke tegenstanders zijn — dan over journalistiek.

Interessant is dan wel weer het slothoofdstuk, waarin ze uitlegt na tien jaar niet langer boulevardjournalist te willen zijn. Kerstin Dombrowski werd zwanger, ging anders tegen het leven aankijken, en kreeg iets meer verantwoordelijkheidsgevoel. De spijt die ze altijd al voelde bij het exploiteren van mensen voor een verhaal werd ondraaglijk. En bovendien werd het vervelend om almaar weer de straat op te moeten om het publiek interviewtjes af te nemen over vragen die haar niet interesseerden.

Dus overheerst het persoonlijke verhaal in dit boek de beschouwing over de media waarin ze werkzaam was. En dat vond ik jammer.

Kerstin Dombrowski, Titten, Tiere, Tränen, Tote
Eine Boulevard-Journalistin auf der Jagd
207 pagina’s
Rohwolt Taschenbuch Verlag, 2008