Oneindige jool | pagina’s 358 — 432
David Foster Wallace

Achterop mijn exemplaar van Infinite Jest staat een loftuiting van de criticus James Wood:
Wallace’s exuberance and intellectual impishness are a delight […]
Dit is opvallend. Zo opvallend dat het raar is dat ik dat citaat niet eerder zag. Maar goed, ik heb het voorwoord van Dave Eggers ook nog altijd niet gelezen. Een boek is allereerst de tekst, wat al de rest vervolgens tot franje maakt.
Dezelfde Wood had namelijk een paar jaar later ineens een radicaal andere mening over het boek, toen hij David Foster Wallace schaarde bij al die andere hysterisch realisten; met hun kwalijke eigenschap hun teksten vol te proppen met zinnen die niet bijdroegen aan de directe voortgang van het verhaal.
“information has become the new character.”
Die tweede opinie van Wood vind ik aanmerkelijk beter te begrijpen dan de eerste; al blijft zijn tournure raar. Ook de pagina’s 358 — 432 brachten weinig van wat het lezen tot zo’n plezier kan maken.
Het lijkt net of Wallace nog altijd beginnen moet aan het boek. Elke keer als een personage opgevoerd wordt dat al eens eerder voorkwam, vindt er weer een kleine introductie plaats, waarin enkele van zijn of haar eigenschappen worden getoond.
In dit boekgedeelte lardeerde hij de pagina’s ineens met reeksen aan namaaknieuwsberichten, of tenminste de koppen daarvan. En voorlopig maakt ook dat weer een tamelijk willekeurige indruk. Want van de alternatieve geschiedenis van de VS die David Foster Wallace schreef met dit boek, blijft verder gewoon nog steeds te veel in het ongewisse.
En goede roman hoeft niet meer dan tweehonderd bladzijden te tellen, zo heb ik altijd gemeend. Maar dat is een heel ouderwetse gedachte, waarvoor postmoderne auteurs al lang onverschillig zijn geworden.
[de hele reeks gewijd aan de Infinite Summer staat hier]
[x]#6097 fan vrijdag 31 juli 2009 @ 11:19:22