Te fietsen | week 43
centuries

Twee centuries reed ik dit weekend. Binnen vierentwintig uur. Een imperial van honderd mijl laat op de vrijdag en een metrische honderd kilometer op zaterdag. Alles op een gewone toerfiets, met naafdynamo, spatborden, en een bagagedrager met een tas. Omdat dit zo kon. Het weer was goed tot redelijk; er stond nauwelijks wind, en ondanks mijn blote benen was het niet koud.
Wel was die tweede century er net te veel aan. De laatste vijfentwintig kilometer van die rit raakte de brandstof in mijn benen plotseling op, waardoor ik weinig meer kon dan zo ontspannen mogelijk doorrijden. Dat ging nog net op het postbodetempo van twintig kilometer in het uur. De fiets is zelfs bij grote vermoeidheid een heel efficiënt vervoermiddel.
Verder was er geen enkel fysiek probleem. Bovendien bleef ik er vrolijk bij.
Zondag was alle pijn in mijn benen van zaterdag alweer weg, waardoor ik vermoed vooral gedehydrateerd te zijn geweest. Een herstelritje van vijfentwintig kilometer kostte vervolgens geen enkele moeite.
Maar ik heb hierdoor wel moeten nadenken over wat profwielrenners doormaken in een etappekoers. Hoe ze de vermoeidheid van de vorige dag telkens moeten meeslepen tot er geen goed herstel meer mogelijk is.
Ook al omdat hierdoor zo duidelijkheid wordt wat de betekenis van doping is. In het klassieke verhaal van de Amerikaane afstandfietser die zich eens optimaal wilde verzorgen, dat ik al eens linkte in 2004, heette het:
With your hematocrit levels higher, you don’t produce as much lactic acid, which means you can ride harder, longer, with less stress. The growth hormone and testosterone help you recover faster, since you’re stronger to start with and recover more quickly. All those little muscle tears repair much more quickly.
Als er middelen zijn die zo goed helpen, is het vrijwel uitgesloten dat die niet zullen worden gebruikt.
[x]#10420 fan donderdag 25 oktober 2012 @ 11:23:16