Te fietsen | week 37
testosteron

Fietsen is voor mij een solitaire bezigheid. Mij interesseert het vooral om in mijn eentje in een landschap te zijn. Commentaar van een ander heb ik daar niet bij nodig. Laat staan dat ik gezelschap opzoek om het gezellig te hebben tijdens de rit.

Waarmee niet gezegd zij dat ik de mensen niet zou begrijpen die enkel in gezamenlijkheid hun ritten maken. De vaste zondagochtendploegjes; waarvan iedereen vaak ook nog allemaal dezelfde trui draagt. De groepjes waarvan alle leden een kekke zonnebril op hebben; ook als het regent.

Er zit alleen éen aspect aan die groepsvorming dat me helemaal niet bevalt.

Ploegjes aan hardfietsers bestaan meestal enkel uit mannen. En die mannen zijn onderling altijd zo competitief. De orde binnen de roedel moet nu eenmaal vaststaan. En daarom worden nieuwkomers altijd getest.

Daar is alleen aan onderuit te komen door óf uitzonderlijk hard te fietsen, óf uitzonderlijk langzaam — en dus door ongevaarlijk te zijn; en daarmee geen man.

Maar geen van mijn fietsen zou bijvoorbeeld aan een groepsstandaard voldoen, vanwege te zwaar. Of anders wel te oud.

En toch werd ik dit jaar éen keer meegesleept in de testosterondrift van een paar groepjes wielrenners.

Het was nog zomer toen. En vlak voor de Ketelbrug tussen de Noordoostpolder en Flevoland werd ik ingehaald door een groepje identiek geklede fietsers. Achter hen reed een busje met dezelfde sponsornaam.

Maar, zo veel harder dan ik reden ze de brug niet eens op. Wat me met enige trots vervulde — want ik had er op dat moment al 75 kilometer op zitten.

Waarschijnlijk is dat de renners voor me al hadden gezien dat de brug open stond, en stevig doorrijden niet zo zinvol was.

Er moesten namelijk zeiljachten door de brug. Alleen duurde dit een tijd. Het lukte niet al deze schepen om laverend tegen de wind in de doorgang te maken. Eentje werd na twee vergeefse pogingen via een luidspreker meegedeeld nu maar even te moeten wachten.

Ondertussen was ik vooraan bij de slagbomen aangekomen, waar nog een troepje wielrenner stond te wachten. Even later bleken er drie teams op de brug te staan. Allemaal gekleed in aerodynamische tijdritpakjes. Allemaal begeleid door busjes. Bezig aan een soort centrale training leek het.

Maar vragen kon ik dat niet — ik werd genegeerd met mijn oude fiets, en mijn harige benen.

Ging ondertussen om me heen alle stoere mannenpraat wel gewoon door.

Eenmaal de brug weer dicht was, en de barelen omhoog gingen, stoven de eerste fietsers weg. Groep per groep ging het, om elkaar niet in de weg te zitten. En daar tussendoor reed ik. Harder dan welk moment ook in 2013. Belachelijk hard zelfs gegeven mijn normaal zo bedaarde tred.

Alleen kostte het geen enkele moeite 48 km/uur te rijden, die paar kilometer naar Swifterbant. De derde groep wielrenners was ik bijna nog voor gebleven ook.

En tegelijk was er zelfs de troost om toch redelijk op het gemak een renner bijgehouden te hebben die uit de eerste groep had moeten lossen.

Toen sloeg ik rechtsaf — waar zij allen links gingen. Toen was er weer de gebruikelijke stilte, die de ruimte bracht om na te denken wat er nu eigenlijk precies gebeurd was.


[x]#11284 fan zondag 17 november 2013 @ 22:31:05