Koffiemolentje
Te fietsen | week 12

Nederland is zo vlak, dat je met een fiets zonder versnellingen — op die ene na dan — ook overal komen kunt. Tegelijk hebben al mijn fietsen óf een derailleur óf een naafversnelling. Hoe weinig ik ook van de mogelijkheden gebruik die er daarmee kwamen.
Heel deze winter reed ik mijn Clubman voornamelijk in éen enkele versnelling. De vijf. Tenzij er heel erge tegenwind was. En nooit is tegenwind een ondringbaarder muur dan in de winter. Dan zakte ik soms éen twee versnellingen terug.
Dus al die tijd nam ik zonder bijgedachten die kilo aan extra gewicht van een naafversnelling op de koop toe. Want het kon eens tegenzitten, en dan was het wel fijn om terug te kunnen schakelen naar een lichtere versnelling.
Opmerkelijker nog vind ik dat ik de hele winter het verzet 44 x 21 trapte. Want de vijfde versnelling van een 8-versnellings Nexus- of Aline-naaf is 1 : 1, en die 44 en 21 staan voor het aantal tandjes van die bladen die gemonteerd zijn.
Voor elke omwenteling van mijn trappers legt mijn achterwiel 44/21 x de wielomtrek af.
Toen ik mijn eerste fiets kocht, was de allerkleinste versnelling daarop mogelijk namelijk 42 x 21. En die werd normaliter nooit gebruikt. Ik heb zelfs nog lange heuvels beklommen op dat indertijd belachelijk klein ogende verzet.
Alleen, toen reed iedereen zo zwaar. Kijk naar videos van oude wielerklassiekers, of lees Tim Krabbé’s De renner, en let dan op de reuzenversnellingen die iedereen probeert rond te krijgen.
Het koffiemolentje kwam pas later in — al leerde ik uit de boeken over Bobet of Anquetil dat er tot de jaren zeventig ook altijd met een hoge beenfrequentie werd gekoerst. Niet op kracht.
[x]#11752 fan maandag 16 maart 2015 @ 23:30:00