Houding
Te fietsen | week 18

Twee karakteristieken kleven er aan het fietsen in Nederland. Het waait hier altijd, en daardoor heb je de wind altijd wel ergens een stuk tegen. En, er zijn hier bijna ergens echte heuvels. Het landschap dwingt je daarom te zelden een manier van fietsen op.

Deze problemen komen tezamen met nog een derde moeilijkheid. Wie in Nederland rondrijdt, zit, als hij of zij daar niet op let, doorgaans te lang in krekt dezelfde houding op de fiets. En maalt. Heel goed voor de onderrug of schouders is dat niet. Die kunnen daar zelfs nogal stijf van worden op den duur.

Slim is het daarom eens om de zoveel kilometer uit het zadel te komen, en een eindje op de trappers te lopen. Wordt de rug even gestrekt, is er net dat wat andere ritme, zet de boel zich niet helemaal vast door alle monotonie.

Ik ben dan zelfs gek genoeg om op lange dagen in het zadel tijdens de pauzes rek- en strekoefeningen te gaan doen — vooral om mijn schouders los te maken; want die zetten zich het eerst vast; zo is mijn ondervinding.

En al die kilometers onderweg valt me onderweg op dat ik altijd wel ergens een hardloper vergelijkbare oefeningen zie doen, maar fietsers nu net nooit. Wat simpelweg kan zijn omdat hardlopers nog weleens loopscholing krijgen, terwijl iedereen in Nederland als kleuter al geacht wordt probleemloos te kunnen fietsen.

Maar toch.

Toegegeven, ik kom onderweg ook nogal wat hardlopers tegen die een werkelijk abominabel slechte techniek van lopen hebben. Naar verhouding zit er nooit iemand zo enorm beroerd op zijn of haar fiets.


[x]#12426 fan maandag 2 mei 2016 @ 10:54:20