Roze
Te fietsen | week 21

Dat Joop Zoetemelk de Tour de France won in 1980 weet ik weliswaar. Alleen heb ik dat moment niet meegemaakt toen het gebeurde. We waren namelijk ver weg op vakantie, in een tijd dat een transistorradio mee al heel wat was.

Thuis had ik wel gekeken, en het moment van overwinning kunnen zien. En zelf zien is bij zulke zaken helaas het enige dat telt. Het gaat om de emotie van het moment.

Later verliet me in elk geval het nationalistische vuur waarmee ik als kind sportwedstrijden op televisie bekijken kon. Mogelijk gebeurde dit uit zelfbehoud. Nederlanders behaalden namelijk lang alleen successen in sporten die me totaal niet interesseerden. Snelschaatsen. Dameshockey. Korfbal.

Brak er vervolgens ook een tijd aan waarin ik behoorlijk blasé werd over het wielrennen op televisie. Daarvan verliepen de koersen me te voorspelbaar. Daar was hoogstens nog wat aan als er iets onverwachts gebeurde, zoals vorig jaar, toen Gent-Wevelgem tijdens een kleine storm verreden werd.

Toen veroverde ene Steven Kruijswijk ineens de leiderstrui in de Giro d’Italia van 2016. Door aan te vallen ook nog. Was ineens een Nederlander aantoonbaar verreweg de beste in koers. Verliep de laatste week van de drie zelfs zo voorspoedig dat menigeen in de nationale pers hem al tot winnaar had uitgeroepen.

En dat blinde optimisme ergerde me meteen, juist omdat het met Nederlanders in de sport zo vaak op het laatste moment misgaat.

Ook Kruijswijk maakte een fout. Hij miste de laatste vrijdag een bocht in de afdaling van een hoge berg, reed een sneeuwmuur in, en verklootte daarmee zijn hele klassement in een fractie van een seconde.

Ik keek daar naar, op het moment dat het gebeurde, en meteen steeg mijn hartslag tot aan 200. Steven Kruijswijk logenstrafte met éen val nogal duidelijk dat ik onverschillig zou zijn geworden voor sportprestaties van een ander; van een ander ook dan nog uit eigen land.

Dit had ik nu juist liever niet zien gebeuren.


[x]#12462 fan zondag 29 mei 2016 @ 22:49:52