dit is het dossier:

André Aleman

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Hersenspinsels ~ André Aleman

Lang niet alle hersenonderzoek vind ik even interessant. Al ontbreekt er vervolgens logica in mijn voor- en afkeuren.

Met graagte verneem ik bijvoorbeeld dat het geweldige verstand van ons helemaal niet zo geweldig is. Want dat blijkt nog opvallend makkelijk voor de gek te houden — zoals psychologische testen dan tonen.

Maar gaat een boek enkel over patiënten bij wie er allereerst iets neurologisch aan mankeert, zoals in het werk van Oliver Sacks, dan wordt zo’n studie me te gauw ‘apies kijken’. Ook al omdat ik niet per se aanneem dat wat er bij een ander fout kan gaan iets zegt over wat er voor een gezond iemand normaal is.

Hersenspinsels van André Aleman beweegt zich tussen deze uitersten in. Dit boek loopt ter introductie nogal wat vrij algemeen bekende zaken door, zoals elk populair-wetenschappelijk werk over hersenen en gedrag. En daarnaast toont de auteur toch ook doorkijkjes naar zijn eigen werk — hij is hoogleraar cognitieve neuropsychiatrie in Groningen.

Aleman onderzoekt onder meer de effecten van transcraniële magnetische stimulatie [TMS] — ofwel wat een sterke elektromagneet van buiten de schedel in de hersenen kan aanrichten. Zo zou een behandeling apathie of erge depressies kunnen wegnemen, en dat zonder noemenswaardige bijverschijnselen.

De methode lijkt in elk geval beter te werken dan de placebo — wat helaas zeldzaam is in de medicijnen — al moet de aanpak nog behoorlijk verfijnd worden.

Aardig is ook dat Aleman nu al ingaat op eventuele ethische gevolgen van TMS. Want stel dat met zo’n magneet inderdaad iemands concentratie verbetert. Want zo’n effect lijkt er nu weleens te zijn. Proefpersonen maken testjes beter na een dosis magneet dan vooraf. En stel dat TMS als technologie klein genoeg wordt om in van alles in te bouwen. Moeten dan schoolkinderen even allemaal hun magnetische mutsjes op voor ze les krijgen in de klas?

Hersenspinsels steekt daarmee uit boven het gemiddelde in het genre. De auteur is het niet enkel te doen om even leuk leesbaar samen te vatten wat anderen uitzochten. Hij strijdt zelf aan het front.

En ja, dat beïnvloedt mijn oordeel.

André Aleman, Hersenspinsels
Waarom we dingen zien, horen
en denken die er niet zijn
223 pagina’s
Atlas, 2011

Seniorenbrein ~ André Aleman

Lezen doe ik nog altijd zonder bril. Anders dan televisiekijken. Toch zal er vast een keer een leesbril moeten komen. Niet dat ik daar naar uitkijk. Maar het zou onzinnig zijn te ontkennen dat er metterjaren geen sleet kan komen op sommige lichamelijke vermogens.

Minder duidelijkheid had ik over hoe de ouderdom op mijn geestelijke gesteldheid kan uitwerken. En daarover verschafte Het seniorenbrein van de Groninger hoogleraar neuropsychologie André Aleman me informatie.

Het goede nieuws dat deze uitgave gaf, is dat ik vooral boeken moet blijven lezen. Vooral de uitgaven die enige inspanning vergen houden het hersenwerk lenig. En dat is mooi.

Schijnt het bovendien zo te zijn dat ons vocabulaire blijft groeien tot aan ons tachtigste jaar — mits er dan niet al dementie is opgetreden. En met de tijd kan er zelfs wijsheid ontstaan; ook al omdat de grootste eigenwijsheid zal verdwijnen.

Andere tips om de hersenen gezond te houden, liggen voor de hand. Die zijn dezelfde als altijd gegeven worden als het om de algehele gezondheid gaat. Niet te veel eten. Voldoende vocht drinken. Zorgen dat we voldoende prettige sociale contacten aangaan met onze omgeving. En een paar keer in de week zweten is goed — de hogere hartslag jaagt ook rijk bloed met meer zuurstof door het brein.

Ophouden met werken kan daarentegen tot aftakeling leiden. Enfin, tegen die tijd hebben de babyboomers met hun generatie alle pensioenpotten toch al leeggevreten; redenen genoeg om voorlopig aan de slag te blijven.

Slechts éen keer wordt in Het seniorenbrein vermeld dat de belangrijkste factor bij het gezond en helder ouder worden wel is dat je daartoe een gezonde vader en moeder moet hebben uitgezocht. Genetica blijft een lastige factor, omdat aan ons genenpakket nog altijd zo weinig te veranderen is eenmaal geboren.

En een boek valt vanzelfsprekend een stuk beter als de lezer het idee houdt dat er nog iets te verbeteren is.

Aleman heeft een groot en nog niet al te geïnformeerd publiek willen bedienen met dit boek. Dus ging hij me lang altijd niet diep genoeg.

Nuttig van zijn aanpak was wel dat hij aan het einde van elk hoofdstuk de belangrijkste conclusies nog even puntsgewijs samenvatte.

De belangrijkste nieuwe kennis die het boek voor mij bracht, was de enorme invloed van onze hormonen op de hersenen. Gaat het nog niet eens alleen om insuline. De overgang bij vrouwen, en daarmee de permanente verandering in de oestrogeenspiegel, zal geheugenproblemen geven. Hoewel herstel daarna weer enigszins mogelijk is.

Ook testosteron beïnvloedt het geheugen en het concentratievermogen — mensen met meer van dit mannelijke geslachtshormoon in hun bloed scoren hoger op neuropsychologische testen.

In een proef waarin een groep mannen van tussen de 60 en 80 jaar met een lage testosteronspiegel een extra dosis mannelijk hormoon kregen, verbeterde deze doping hun testprestaties vervolgens alleen toch niet. Dus lijkt dat verband tussen hormoon en hersencapaciteit er niet altijd éen op éen te zijn.

Mooi aan de boeken van Aleman blijft dat hij niet alleen algemene kennis biedt. Ook geeft hij doorkijkjes naar eigen onderzoeken; en wat daarbij dan speelde.

André Aleman, Het seniorenbrein
De ontwikkeling van onze hersenen na ons vijftigste

208 pagina’s
Atlas Contact, 2012