dit is het dossier:

Annette Birschel

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Do ist der Bahnhof ~ Annette Birschel

Er was iets merkwaardigs met dit boek. En dan doel ik onder meer op de overlap binnenin. Dezelfde argumenten worden namelijk soms wat makkelijk herhaald. Ik heb volgens mij zeker twee keer, maar misschien ook drie keer, gelezen dat Nederlandse MKB-ers op cursus leren dat ze hun schoenen moeten poetsen, willen ze zaken doen met Duitse bedrijven.

Ook was het of ik de inhoud al grotendeels kende. Toch staat nergens in dit boekje dat mevrouw Birschel ergens een column heeft; waardoor ik haar woorden al eens opgevangen zou kunnen hebben. Dit lijkt een bundeltje te zijn van al gepubliceerd werk — wat ook die herhalingen zou verklaren — maar het wordt me dus gepresenteerd als een unieke publicatie. Toch zit het daarvoor dan te slordig in elkaar, zeker in de inhoudelijk nogal zwalkende beginhoofdstukken.

En wat in een bundel nog mag, is in een monografie onvergeeflijk.

Wel is het altijd goed om het eigen land eens bekeken te zien worden door buitenlandse ogen. Wat ik normaal acht, zal dat meestal toch niet zijn. Eerder las ik daarom al eens een Portugees, een Amerikaan, en een Belg over het hedendaagse Nederland. Nog even afgezien van de buitenlanders die even kwamen buurten, maar voor wie de visite niet het hoofdonderwerp van hun boeken was.

Annette Birschel is Duitse. En ik herinner me haar uit een TV-programma op de zondagmiddag, waarin de hier gestationeerde buitenlandcorrespondenten het nieuws van de week doornamen. Heel veel verschillende correspondenten bleken dat overigens niet te zijn. Nederlanders overdrijven het belang van hun land nogal eens. Maar wereldschokkende gebeurtenissen spelen zich doorgaans toch echt elders af.

Leuk aan Duitsers is dat ze genoeg op Nederlanders lijken om grote overeenkomsten te hebben, terwijl er toch aantoonbare verschillen tussen beide landen zijn. Al heb ik de Nederlanders ook weleens horen beschrijven als ‘stiekeme Duitsers’ — als een volk dat zeker even hiërarchisch in elkaar steekt, en net zo gesteld is op Ordnung, maar daar alleen niet voor wenst uit te komen.

Het meest opvallend aan dit boekje vond ik nog de opmerkingen over Birschel’s positie als freelance-journaliste. Een paar keer geeft ze aan dat opdrachtgevers een bepaald beeld van Nederland hebben, en dat zij geen artikelen kon leveren die deze vooroordelen ontkrachten.

Tot de actualiteit vanzelf tot een bijstelling van de vooroordelen dwong.

Toch had zijzelf bijvoorbeeld al veel eerder gemerkt dat de spreekwoordelijke gastvrijheid en tolerantie hier zich niet uitstrekt tot de autoriteiten die zich met immigratie en vestiging bezighouden. Al valt mij daar over op dat zij hier verder geen conclusies uit trekt, zoals de Amerikaan Steven Stupp dat wel deed. Regels worden heilig gemaakt hier, behalve als iedereen wel weet dat ze niet te handhaven zijn. Maar dan nog komen die regels er; alsof deze daad van de bestuurderen alleen al een op zich niet te onderschatten betekenis heeft.

Op zijn best is dit daarom een aardig boekje, met observaties die pijnlijk kunnen worden als Birschel de situatie hier vergelijkt met die in Duitsland. Wij kunnen bijvoorbeeld inderdaad niet inhoudelijk en principieel discussiëren hier; het blijft eeuwig polderen.

Op zijn slechtst blijft het boek hangen in een wat luie journalistiek van het verstrooiende soort — met oppervlakkige waarnemingen over dat ene lullige koekje bij de koffie, het eeuwige broodje schuifkaas bij de lunch, die zeldzaam potsierlijke kring op verjaardagen, of de constatering dat het met de moffenhaat sinds 1988 behoorlijk minder is geworden. Vriendinnen van Birschel zijn het dan altijd met haar eens, dat was ook opvallend aan Do ist der Bahnhof.

Annette Birschel, Do ist der Bahnhof
Nederland door Duitse ogen

208 pagina’s
Uitgeverij Bert Bakker, 2008

Poldermodel ~ Santje Kramer

Mode-ontwerpers hebben éen groot probleem met de Nederlandse vrouw. Want die wil allereerst praktische kleding. Wat zij ook koopt, ze moet er wel in kunnen fietsen.

Maar in plaats dan mooiere kleding te ontwerpen om in te fietsen, wordt hierover gemokt en gespot door de modeverkopers.

Ik geef dit voorbeeld vooral omdat ik het zo typerend vind. Niet de vraag telt daarin, maar het aanbod wordt heilig gemaakt. Mode is dus simpelweg een vorm van indoctrinatie.

Het lijkt me een recept voor ongeluk en depressie bij de ontwerpers, als succes van hun dictaten dan uitblijft.

In Het poldermodel van Santje Kramer wordt ook stevig geklaagd over het kledingpatroon van de Nederlandse vrouw; met haar eeuwige spijkerbroek, en d’r veel te hoge platgehakte laarzen.

Eveneens worden soms andere ideeën heilig gemaakt die elders zijn opgedaan.

Deze klaagzangen komen van een heel scala aan buitenlanders dat naar Nederland kwam — niet zelden om de liefde — en zo uit de eerste hand ervaring opdeed met de vrouwen hier.

Daarbij geldt wel het vrijwel eeuwige bezwaar tegen teksten van een vrouw die haar sexe tot onderwerp maakte — die worden altijd geschreven over leden van krekt dezelfde sociaal-economische klasse als de auteur.

In dit geval gaan alle uitspraken dus over relatief jonge, goed opgeleide vrouwen in een grote stad, die werk buiten de deur hebben, zij het niet alle dagen van de week, en er daarnaast nog een actieve vriendenkring op na houden.

Velen van hen hebben bovendien kinderen. Nogal wat hebben weleens moeite om alles in hun leven in balans te krijgen.

Toch, als zo’n boek dan allereerst op het vermaak mikt, door vooral herkenning op te willen roepen, dan is het al gauw heel wat minder irritant dan het doorsnee feministische traktaat. Het poldermodel gelijkt nog het meest op een lang kringgesprek in de kroeg, omdat allereerst meningen voorop staan. Amusant allemaal, voor even. Uitermate snel vergeten daarna.

Zo’n boek stelt geen vragen over de ratrace elders, of wat het doet met vrouwen, welke ruimte zij hebben om zichzelf te presenteren, en dus hun uiterlijk, als werkgevers strikt hiërarchisch zijn georganiseerd. Zo’n boek constateert nog net terloops dat nogal wat zaken in Nederland iets anders zijn geregeld.

Santje Kramer, Het poldermodel
De Nederlandse vrouw is uniek
160 pagina’s
Contact, 2011