Filosofie van de heuvel ~ Ilja Leonard Pfeijffer & Gelya Bogatishcheva

Er bestaan avonturen en avonturen. En in deze rangschikking scoren voor mij de vermijdbare episodes niet heel hoog.

Een groot deel van het avontuur in een klassiek geworden Nederlands reisboek bestaat er bijvoorbeeld uit dat de auteur met te weinig geld te laat in het seizoen op pad ging. Dus zou de winter ongenadig toeslaan onderweg. Terwijl dat allemaal niet had gehoeven.

Ook bij het reisboek De filosofie van de heuvel speelde mee dat de schrijver daarvan en zijn vriendin dan, een fotografe, onvoorbereid op de fiets naar Italië vertrokken. Voeg daar bij dat ik Pfeijffer niet helemaal vertrouw als auteur. En daarmee is te verklaren dat ik deze uitgave bewust jarenlang genegeerd heb.

Ik koester mijn vooroordelen weleens te veel.

Had ik me daarmee al die tijd alleen wel éen van de beter gelukte boeken ontzegd over een fietsreis.

Het genre is in praktijk dan ook vrijwel onmogelijk. Alleen al omdat de auteurs het doorgaans nalaten om over het belangrijkste onderdeel schrijven. De beweging. Het fietsen. Dat simpele onderweg zijn. Boeken over fietsreizen gaan normaliter vrijwel alleen over de momenten dat er niet wordt gefietst; en dit deugt er voor mij dan principieel al niet aan.

Maar Ilja Leonard Pfeijffer wist in zijn boek meermaals wel iets in woorden te vangen over die beweging. Wat dan mede kwam omdat hij zijn ongetrainde, in alcohol gemarineerde dichterslijf, aangekweekt om imposant over te komen, op een oude stalen racefiets over tal van heuvels en berghellingen te slepen had. Die veertig dagen onderweg van Leiden naar Rome.

Potsierlijk aan nogal wat hoger opgeleide mannen is alleen wel dat ze er zo verbaasd over lijken dat hun lichaam ook nog wat kan, dat deze prestatie vervolgens tot in het ridicule opgeblazen wordt.

Man neemt fiets mee naar baan in Londen, en rijdt daarop rond, en meent daarmee een filosofie van de fiets te kunnen beschrijven. Andere man sjort zijn logge lijf op de fiets over wat hellingen, en meent dat zijn gedachten voor het klimmen de filosofie van de heuvel opleveren. Een derde doet zijn middelbare-mannenlijf een marathon aan, en meent daarmee de filosofie van de duurloop vast te kunnen leggen.

Tja.

Aardigst aan Pfeijffer’s reisboek is dat zijn vriendin en hij deden wat elk zou kunnen, en bijna niemand doet. Iedereen met een beetje fiets kan daarop in een zomermaand naar Rome rijden; met een creditcard als voornaamste bagage. Zo’n reis gaat door ontwikkelde gebieden — zelfs al loopt het platteland van Frankrijk leeg — en de wegen liggen er al. Hoogstens is het uitkijken om niet dezelfde route te gaan rijden als de meeste vrachtwagens ook doen.

Kwam daar de ongrijpbaarheid bij van Gelya Bogatishcheva, die het liefst in het moment leeft — en daarmee gaat dit boek ineens vaak over het nu. Van die reis toen. De beleving.

Biedt het boek vervolgens ook nog het verhaal voor de volgers van Pfeijffer over hoe hij uiteindelijk in Genua terechtkwam, en daar bleef wonen. Want Rome, als eindbestemming, was het toch niet.

Ilja Leonard Pfeijffer & Gelya Bogatishcheva, De filosofie van de heuvel
Op de fiets naar Rome

208 pagina’s
De Arbeiderspers, 2009