dit is het dossier:

Geert Buelens

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

100 beste gedichten van 2001 ~ Geert Buelens red.

Vreemd. Lees ik opeens een gedicht van Joost Zwagerman dat niet onaardig is. Zwagerman! Een schrijver die ik kan bewonderen om zijn ambachtelijke kwaliteiten, maar wie mij verder grotendeels onverschillig laat. Zwagerman is toch vooral zoiets als een kant-en-klare opwarmmaaltijd uit de supermarkt; het vult, er zitten geen nare klonten in, en het lijkt op het oog nog op het voorbeeld ook.

Enfin, is hiermee het nut van zo’n bloemlezing als deze maar weer eens aangetoond. Omdat ik niet automatisch naar de namen van de dichters kijk, maar onbevangen lees, worden sommige vooroordelen weggenomen.

Blijft staan dat ook nu weer onnoemelijk veel poëzie me totaal onverschillig laat. De kwestie is natuurlijk: ligt dat aan mij, of kan ik gewoon niet lezen?

Ik hel er steeds meer toe over gewoon mijn poëzie-opvatting toch maar tot de juiste te verklaren. Wie al tienduizenden gedichten heeft gelezen, is daardoor gevormd.

Anneke Brassinga is trouwens ook met een mooi gedicht vertegenwoordigd in deze bundel, net als Leonard Nolens.

Stoort het
als ik de radio iets harder van je leen
en wat eten en ik vroeger wegga?
Het geeft toch niet dat ik hier
iets neerzet om iets anders en
een tijdje wegblijf en een volgende keer
hetzelfde en iemand op te halen?
Is het lekker
als ik dit en zachtjes daar
of misschien wel niets te doen?
En vind je het wel goed
dat ik mij vermom als zuidenwind en
alle smalle schouders op het strand
aanraak?

Joost Zwagerman

Geert Buelens red, De 100 beste gedichten van 2001
156 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2002

Europa Europa! ~ Geert Buelens

Als ik iets weet van hoe de Eerste Wereldoorlog werd beleefd indertijd dan is dat door prozaschrijvers. Noem een Babel, een Céline, een Graves, een Blumenfeld, om me te beperken tot boeken waar deze website al eens aandacht aan besteedde. Hašek niet te vergeten. Was er verder onder heel veel meer bijvoorbeeld nog Remarque.

Het voornaamste dat Geert Buelens’ boek Europa Europa! daarom deed, was om me er ineens van te doordringen hoe vreemd zulke boekenkennis eigenlijk is.

Hij bekeek voor deze uitgave hoe dichters van naam indertijd — die ook nu nog gezien worden als grote dichters — schreven over wat er plaats had. Op het moment zelve. Gaf de afstand in de tijd hem daarbij de gelegenheid om te kijken wat er zoal werd geschreven in alle betrokken landen.

Terwijl, die prozaschrijvers van mij, die mijn ideeën zo bepaald hebben, schreven hun teksten pas veel later op. Decennia later soms, een hele wereldoorlog verderop zelfs niet zelden.

Gedichten hebben doorgaans lang zo’n lange draagtijd niet als een roman, of autobiografie. Poëzie beperkt zich bovendien tot een kern, éen mededeling of emotie die dan wordt versterkt door de taal. Als dichters over iets schrijven dat speelt in hun tijd, kon dat dus weleens een aanzienlijk directere reactie opleveren dan een prozaschrijver ooit lukt.

Buelens vertelt in Europa Europa! per hoofdstuk in grote lijnen na hoe de Grote Oorlog chronologisch verliep, om daarbij dan telkens in te zoomen op een gedicht of dichter als dit een aardig detail opleverde in dat totaalverhaal.

Los van Europa Europa! stelde de schrijver trouwens ook een poëziebloemlezing op. Het lijf in slijk geplant. Daarin staan de gedichten waar naar verwezen werd, en meer.

En het is niet zo dat ik nu per se die bloemlezing ook nog lezen wil. Integendeel zelfs misschien. Soms is het interessanter om beschreven te zien worden waarom een kunstenaar zich ergens over uitte, dan om die uiting nog eens zelf te gaan besnuffelen.

Mij viel verder op het cultuurhistorische verhaal wel te kennen — welke nieuwe stromingen er in de kunsten ontstonden, in reactie soms op alle mechanische geweld, en de verschrikkingen van de loopgravenoorlog — en heel veel details over het verloop van de oorlog juist niet.

Tegelijk maakt een boek als dit duidelijk dat een deel van de cultuurkloof tussen Nederland en Vlaanderen in de beleving zit van die Grote Wereldbrand. Voor ons is dat nieuws van ver. En van de weeromstuit misschien werd die Tweede Wereldoorlog hier op een rare manier tot een totem.

Toch behandelt Buelens wel degelijk ook Nederlandse poëzie in zijn betoog. Er speelde in die jaren nu eenmaal meer dan enkel een strijd tussen legers. In Rusland brak een revolutie uit. Elders broeide en sidderde de onrust ook. Zelfs in het doodkalme Nederland.

En goed, dan is het natuurlijk elitair om een tijdperk enkel te beschrijven door na te gaan hoe de literatoren daar op reageerden, met hun berekenende spontaniteit. Geert Buelens had van mij als contrast best eens een volksliedje of wat in zijn betoog mogen mengen — helemaal omdat daar zoveel van zouden zijn geweest in 1914, toen hele volksstammen blij verheugd de oorlog in marcheerden. Zijn poging om enkele cruciale jaren aan evenementiële geschiedenis eens helemaal anders te beschrijven, leverde in elk geval een intrigerend boek op.

Of beter gezegd misschien: weinig kans dat ik anders een boek over enkel het verloop van de Eerste Wereldoorlog had willen lezen.

Geert Buelens, Europa Europa!
Over de dichters van de grote oorlog

375 pagina’s
Ambo, 2008