Brood en spelen ~ Bart Chabot

Dit deel uit het kwartet over Herman Brood maakt dat die trits toch niet helemaal een hagiografie wordt. Chabot is het grootste deel van de tijd die het boek beslaat nauwelijks over het gedrag van zijn vriend te spreken; al blijkt dat vooral uit zijn zwijgen. Dat maakt dit een pijnlijk boek, waaraan ook de enorme lengte nog eens bijdraagt.

Bart Chabot deed in de seizoenen 1998-1999, en 1999-2000 een theatertour, samen met Jules Deelder en Herman Brood. In Brood en spelen wordt beschreven hoe nogal wat voorstellingen toen zijn verlopen. Dit kan omdat er vele improvisaties in zaten. Sterker nog, tijdens het tweede seizoen werden zelfs alle bestaande stramienen losgelaten — op voorspraak van Herman Brood — en hing vrijwel alles af van de invallen op het moment. Daardoor speelden de heren na de pauze regelmatig voor minder mensen dan er daarvoor in de zaal zaten.

In dit boek keren telkens botsingen terug tussen Deelder en Brood daar op dat toneel. Die worden steeds grimmiger, wat de lezer tot in de treurige details krijgt voorgeschoteld.

Door die voortdurende herhaling — steeds weer is er die chaos op dat podium — heeft dit boek iets hypnotiserends. Alsof het Chabot er om te doen is geweest om dit boek tot éen lange trip te maken; alsof hij een parabel wilde geven voor hoe het is om op een foute manier verslaafd te zijn.

Toevallig viel dit goed, bij mij. Terwijl ik me heel goed kan voorstellen dit op een ander moment een draak van een boek te hebben gevonden, omdat het niet eens twee keer, maar wel vier keer te lang is.

Bart Chabot, Brood en spelen
669 pagina’s
Nijgh & Van Ditmar, 2002

Broodje gezond ~ Bart Chabot

Eén van de opvallendste biografieën ooit geschreven in Nederland werd tot tweemaal toe geweigerd door de uitgever van de auteur, die toen toch al een gevestigde naam had. De Bezige Bij vond het boek te rommelig. Dus verhuisde de schrijver naar een concurrent.

Van alles wat er over Broodje gezond is op te merken, vond ik deze totale miskenning nog wel het opmerkelijkst. Al wordt in het boek ook perfect duidelijk met hoeveel dédain er altijd naar Herman Brood is gekeken.

Toen hij een dichtbundel uitgaf, en op Poetry International mocht optreden in 1994, riep dat bijvoorbeeld ook weinig meer dan een neerbuigende reactie op. Een beleefd applausje was zijn deel aan het einde van het optreden. Terwijl veel van wat hij zei een collage was van regels die Lucebert geschreven had. En dat nu had niemand in het publiek door, waarmee Brood vrij duidelijk hun vooroordelen toonde.

Nu was Herman Brood een opvallend mens, die gauw uitgesproken reacties opriep. Dat blijkt als niets anders uit dit boek. Deze biografie bestaat onder meer uit zijn dagelijkse belevenissen tussen januari 1992 en december 1995. En misschien was dit uit pure noodzaak. Chabot kon wel met zijn vriend over diens verleden hebben willen praten — hij had vaak een cassetterecorder mee; er was een plan. Het heden kwam daar telkens nogal chaotisch dwars doorheen.

Volgens sommigen was Herman Brood rock ‘n’ roll.

In eigen samenvatting heette dit:

Ik ben er uitsluitend op uit om het mezelf zo veel mogelijk naar de zin te maken. Ik deel mijn leven zo in dat het de hele dag feest is. [176]

Dus had hij dagelijks nogal wat alcohol nodig, en gebruikte hij speed om kunnen te functioneren. Verschil tussen dag en nacht bestond voor hem niet. En dan was er dat andere element nog uit de trits sex, en drugs, en rock ‘n’ roll. Brood gaat talloze malen vreemd in dit boek. En dan altijd met jonge vrouwen, want als vrouwen te ver in de twintig zijn dan smaken ze al niet lekker meer.

In de periode die dit boek beschrijft, had Herman Brood tweemaal een vaste relatie. Als de biografie begint, is het nog redelijk goed met Xandra, de moeder van zijn dochter Lola. Tot zij hem eruit zette.

Tijdens de tweede helft heeft hij lang iets met de aanvankelijk 19-jarige studente medicijnen Daniëlle. Brood was toen 47.

Alleen hierdoor al kan niemand onverschillig blijven onder dit boek. Vrijwel alle mannelijke lezers zullen jaloers zijn op de kunst van Herman Brood om telkens weer aantrekkelijke jonge vrouwen in te palmen. Waarom kon hij dit wel? Die junk? Tegelijk is er die wetenschap dat Brood een onmogelijk mens moet zijn geweest om mee samen te leven, waardoor ook de uitkomst van elke relatie vast stond. En het lot van al die vrouwen daarom mededogen vraagt.

Daarbij hield Brood er een losse maar dure levensstijl op na. Die hij dan weer opvallend nonchalant kon bekostigen met zijn tekeningen en schilderijen. Kwam de nood aan de man, dan werd er rap even wat werk bij gemaakt.

bart weet je wat ik
voor heb op andere
kunstenaar..?
Geen idee (sick)
ik kan het egt [186]

Prachtig is het als hij zijn kunst achteloos kan inzetten om problemen op te lossen waar andere mensen weken van wakker zouden liggen. De tonnen aan belastingschuld kan Brood voldoen door voortaan de helft van wat hij aan schilderijen maakt aan de Belastingdienst af te staan. Maar eerst moest er tafelvoetbal gespeeld worden met de deurwaarders die bij hem binnenvielen.

Schrijnend is dit boek als het laat zien hoe Brood geëxploiteerd werd, door handige jongens die zo flink aan zijn gaven verdienden. De exclusieve ‘Brood’-trommel van Brabantia mag daarbij nog een onschuldig voorbeeld heten. Er werd begin jaren negentig ook al door velen op zijn dood gespeculeerd — dan zou de kunst in hun bezit immers onmiddellijk in waarde stijgen.

Toen ik dit boek voor het eerst las, vrij kort nadat het op de markt kwam, leek het me af. Humoristischer en tegelijk tragischer biografie had ik niet eerder gelezen. Maar ditmaal viel me wel op dat Bart Chabot met Broodje gezond er al op preludeerde meerdere boeken over zijn vriend te kunnen schrijven. Daarin had hij ook wel gelijk. Alleen staat dit boek daarmee iets uit het lood — zo gaat het bijna niet over zijn carrière als muzikant, terwijl de jeugdjaren in Zwolle, zeker op het einde van het boek, overdadig veel aandacht krijgen.

Tegelijk blijft het een meesterwerkje, van onderwerp zowel als auteur.

‘Lola, lust je je ijsje niet?’

‘Dat is kruidenboter, pappa.’

Bart Chabot, Broodje gezond
454 pagina’s
Nijgh & van Ditmar, 1996

Broodje halfom ~ Bart Chabot

In 1996 verscheen Broodje gezond. Een fors boek, waarin Bart Chabot in snel gemonteerde scènes het ongewone leven schetste van Herman Brood. Dat was toen een bekende rock artiest, schilder, en schuinsmarcheerder, maar bovenal ons aller knuffeljunk.

Broodje gezond is een hilarisch boek, en misschien wel éen van de beste biografieën die er ooit in het Nederlands verschenen zijn. En daarom had ik tot nu toe nooit een bek gezet op de vervolgen die Chabot schreef. Al zijn dat er inmiddels al drie.

Anderzijds zijn die boeken misschien gewoon te bekijken als de bijlagen van de hoofdbiografie. Zo heb ik Broodje halfom dan ook maar gelezen. Herman Brood’s gedrag is me inmiddels bekend, maar misschien heeft hij nog iets leuks beleefd dat ik nog niet wist.

En ja hoor, ik heb me prettig vermaakt met Brood’s avonturen als schipper in de Amsterdamse grachten op het kajuitjacht Befje, en zijn avonturen in de trein. Waarom ook niet.

Bovendien zegt Brood ware woorden als hij het verschil uitlegt tussen succes in de muziek, en succes in de kunst. Het ene betekent dat je platen op de hoek van elke straat te krijgen zijn, het andere dat je scheppingen uit het gezicht worden gehaald om als speculatie-object te dienen. Dat laatste kon hij toch maar moeilijk zetten, hoe lucratief het ook voor hem was. Het is niet alleen leut, dit boek.

Bart Chabot, Broodje halfom
205 pagina’s
Uitgeverij Singel Pockets 2003, 2001 oorspronkelijk


Broodje springlevend ~ Bart Chabot

Herman Brood staat al niet eens zelf meer op de voorkant van dit boek. Het is zijn wassen evenbeeld, in opdracht van Madame Tussauds vervaardigd. En waar die foto in eerste aanblik onvoorstelbaar echt lijkt, wordt deze in de loop der tijd steeds griezeliger.

Dit boek had ook de Kroniek van een aangekondigde dood kunnen heten. Brood was er in 2000 vaak zo slecht aan toe dat het haast een wonder lijkt dat hij nog zelfmoord heeft kunnen plegen. Zijn lichaam was op. De speed die hem vierendertig jaar over zijn verlegenheid had geholpen, had geen effect meer. Het enige dat nog wel effect had, was alcohol; alleen werkte zijn lever niet goed. Door blijven drinken zou dodelijk zijn.

Bart Chabot schreef uiteindelijk vier boeken over zijn vriend, waarvan dit de laatste is. Met daarin de aftakeling. En uiteindelijk de sprong, die Brood in zijn afscheidsbrief een bungeejump zonder elastiek had genoemd.

Ik heb de drie boeken die Chabot schreef na Broodje gezond altijd beschouwd als bijlagen bij dat eerste boek. Het hoge niveau van de eerste is nooit meer gehaald. Dit deel is het addendum, dat in toon en inhoud afwijkt van de rest; wat ook moeilijk kan als de protagonist na veel lijden doodgaat.

Voornaamste hoogtepunten in dit punt zijn nog de sessies bij Madame Tussauds, waar Brood’s kracht nog even opflakkert. En natuurlijk blijft het gevoel voor humor van de familie Brood ongeëvenaard. Maar de omstandigheden van buiten het boek zijn groter dan de inhoud van het boek. Wat ook niet erg is, voor een keer.

Bart Chabot, Broodje springlevend
319 pagina’s
Nijgh & Van Ditmar 2004, oorspronkelijk 2003