Brood en spelen ~ Bart Chabot

► door: A.IJ. van den Berg

Dit deel uit het kwartet over Herman Brood maakt dat die trits toch niet helemaal een hagiografie wordt. Chabot is het grootste deel van de tijd die het boek beslaat nauwelijks over het gedrag van zijn vriend te spreken; al blijkt dat vooral uit zijn zwijgen. Dat maakt dit een pijnlijk boek, waaraan ook de enorme lengte nog eens bijdraagt.

Bart Chabot deed in de seizoenen 1998-1999, en 1999-2000 een theatertour, samen met Jules Deelder en Herman Brood. In Brood en spelen wordt beschreven hoe nogal wat voorstellingen toen zijn verlopen. Dit kan omdat er vele improvisaties in zaten. Sterker nog, tijdens het tweede seizoen werden zelfs alle bestaande stramienen losgelaten — op voorspraak van Herman Brood — en hing vrijwel alles af van de invallen op het moment. Daardoor speelden de heren na de pauze regelmatig voor minder mensen dan er daarvoor in de zaal zaten.

In dit boek keren telkens botsingen terug tussen Deelder en Brood daar op dat toneel. Die worden steeds grimmiger, wat de lezer tot in de treurige details krijgt voorgeschoteld.

Door die voortdurende herhaling — steeds weer is er die chaos op dat podium — heeft dit boek iets hypnotiserends. Alsof het Chabot er om te doen is geweest om dit boek tot éen lange trip te maken; alsof hij een parabel wilde geven voor hoe het is om op een foute manier verslaafd te zijn.

Toevallig viel dit goed, bij mij. Terwijl ik me heel goed kan voorstellen dit op een ander moment een draak van een boek te hebben gevonden, omdat het niet eens twee keer, maar wel vier keer te lang is.

Bart Chabot, Brood en spelen
669 pagina’s
Nijgh & Van Ditmar, 2002

[x]