Most Human Human ~ Brian Christian

Er bestaan wedstrijden waarin een jury beoordelen moet of ze met een computer converseren of met een mens. Wedstrijden in kunstmatige intelligentie, zo opgezet vanwege een test die computerpionier Alan Turing ooit bedacht. Winnaar is de software die dan de meest menselijk lijkende teksten op het beeldscherm krijgt: ‘the most human computer’.

Van de weeromstuit bestaat er dus ook een andere prijs bij deze geïnstitutionaliseerde Turing-testen. Winnaar daarvan is degene die het minst op een computer leek. De menselijkste mens: ‘the most human human.’

De Amerikaanse dichter Brian Christian nam zich voor om eens die laatste categorie te winnen. Om zich adequaat voor te bereiden diende hij zich daarom te verdiepen in de sterkten en zwakten van geautomatiseerde chatprogrammatuur. Hierdoor moest hij zich rekenschap geven van wat kunstmatige intelligentie eigenlijk is.

En daarmee dus wat onder menselijke intelligentie verstaan wordt.

Dat leverde een boek op over de ontwikkeling van artificiële intelligentie met net een wat andere invalshoek. Enerzijds kon ook Christian niet heen om de standaardepisodes in dit gebied. Alan Turing’s leven en denken. Of Josef Weizenbaum’s eens zo levensecht lijkende chatscript ELIZA uit het midden van de jaren zestig.

Iedereen vertelt deze geschiedenis altijd via dezelfde mijlpalen. En ik ken al die verhalen al decennia. Zie dan bijvoorbeeld dat Christian negeert dat Weizenbaum zijn script ELIZA noemde in een verwijzing naar het belangrijkste personage in Pygmalion.

En toch verveelde The Most Human Human me niet, mede omdat er nog dat andere aspect was. Die sturende vraag wat Brian Christian wilde leren over de kracht en onmacht van kunstmatige intelligentie dat hem in staat zou stellen nog eens die ene wedstrijd te winnen.

Is er ook meer dan normaal aandacht voor taal.

Er zit een heel prettige maat in dit boek daardoor. Een realistische, menselijke maat. Met reden:

Maybe it’s until we experience machines that we appreciate the human. As film critic Pauline Kael put it, “Trash has given us an appetite for art.” The inhuman has not only given us an appetite for the human; it’s teaching us what it is.

[87]

Want te veel beschouwingen over AI, zoals kunstmatige intelligentie dan gemakshalve heet, gaan namelijk over mogelijkheden van technologie die zo nog niet bestaan. Om dan op gevaren in te gaan die er helemaal nooit hoeven te komen. Boeken genoeg over de ‘technische singulariteit’ — het moment waarop machines intelligenter zouden zijn geworden dan ons.

Typerend genoeg is de kern van zulke betogen dan zelden anders dan onze cultuur altijd aan toekomstverwachtingen heeft gehad. Er zijn luilekkerlandverhalen — door robots zal niemand meer hoeven te werken. Of er wordt juist angst gezaaid — door robots zal straks bijna niemand meer werk hebben.

Kern van Brian Christian’s betoog lijkt me overigens zijn opmerking dat er inderdaad structurele overeenkomsten zijn tussen mens en computer. In dat beide generalisten zijn, die allerhande taken redelijk kunnen uitvoeren, mits zij zich daar even op toeleggen. Kwaliteit van beide is dat vermogen om na wat input ook nieuwe taken te kunnen volbrengen.

Maar waardoor dan kan een computer zo’n geheel nieuwe taak aan?

Brian Christian, The Most Human Human
What Artificial Intelligence Teaches us About Being Alive

303 pagina’s
Anchor Books 2012, oorspronkelijk 2011