dit is het dossier:

Trudy Dehue

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Betere mensen ~ Trudy Dehue

Ritalin zou genoemd zijn naar de vrouw van de maker, Leandro Panizzon. Rita tenniste er zo veel beter door. Al nam ze het middel eigenlijk tegen haar lage bloeddruk.

Tegenwoordig schijnt Ritalin populair te zijn onder studenten, als middel om even tot de perfecte concentratie te komen bij een tentamen. Er wordt tenminste door sommigen flink aan het pushen van de pillen verdiend.

Nu was het in mijn tijd al zo dat ik meerdere amfetamine-gebruikers kende. Zij het dat die het gewoon met speed deden. En dat zij dit niet namen om er beter van te kunnen studeren.

Zijn er ook nog pracht van verhalen te schrijven over de amfetamine-verslaving van bijvoorbeeld koningin Wilhelmina, of Adolf Hitler; om slechts twee veelvuldige gebruikers te noemen.

Aan deze middelen, in welke variant met welke naam ook, kleeft dus iets dat ze altijd aantrekkelijk heeft gemaakt om te nemen. En die voorgeschiedenis gaf Trudy Dehue me in haar boek Betere mensen net wat te beknopt. Omdat ze zich uiteindelijk beperken zou tot het verhaal over ADHD en het middel Ritalin. Hoe begrijpelijk deze beperking verder ook is voor een boek.

Amfetaminen waren tot de jaren zeventig in de vrije verkoop verkrijgbaar. Alleen leverde dit zo veel problemen op, dat de handel verboden werd. Pas toen Ritalin standaard werd voorgeschreven tegen ADHD is amfetamine ineens tot een erkend geneesmiddel gepromoveerd. De status veranderde daarmee. Maar de verwachtingen over het middel bleven net zo overspannen, zo lijkt me. Ondanks de eeuwige bijwerkingen.

Geeft Dehue helaas slechts een enkele anekdote over een Ritalin-gebruiker — een student die op zich opgetogen was dat hij een tentamen met belachelijk weinig studie had kunnen halen door een pil te slikken. Alleen had hij ook gemerkt dat zijn vermogen tot zelfstandig oordelen geheel verdampt was in de roes.

Kwam er ook nog een kater daarna.

Betere mensen is geen heel ander boek dan Dehue’s eerdere monografie De depressie-epidemie. Zij het dat ditmaal het ziekteverschijnsel depressie als hoofdonderwerp dan werd ingeruild voor het verschijnsel ADHD — en dus hoe het enkele bestaan van dit begrip vervolgens de diagnosticering is gaan kleuren; zoals dat ook met de idee depressie gebeurde. Tegenwoordig kunnen zelfs hoogbejaarden nog met terugwerkende kracht het label ADHD krijgen opgeplakt.

Begint dit boek overigens wel door uit te leggen wat er mis is aan de DSM 5 — die Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders — omdat onder meer de pillenfabrikanten te veel invloed hadden op de samenstelling, of dat het tal aan mogelijke storingen opnieuw nogal was uitgebreid.

Weten de pillenpushers bovendien heel goed dat de beste middelen nooit definitief moeten genezen; opdat patiënten die hun hele leven lang slikken blijven. En daarmee hun pillen en poeders blijven kopen.

Trudy Dehue is ook in deze uitgave daarmee weer allereerst van de grote lijnen. Niet alleen komt de lezer te weten hoe wetenschap hoort te werken, langs komt ook waarin de universiteit op dit moment tekortschiet daarom. Of de Nederlandse politiek.

Is er daarbij die structurele verandering in de samenleving nog, waardoor mensen inmiddels geloven verantwoordelijk te zijn voor heel hun lot; inclusief hun gezondheid. Iemands problemen worden in dit wrede wereldbeeld een persoonlijke keuze.

Dehue’s boeken zijn ook heel goed als ze toont dat nogal wat in onze werkelijkheid veel minder waar is dan het lijkt, want dan een idee blijkt te zijn dat op die werkelijkheid wordt geprojecteerd. Zelfs wetenschappelijke kennis bestaat uit een constructie. En er zijn tendensen genoeg waardoor wetenschappelijke of medische kennis uit gekleurde ideeën kan komen te bestaan.

Alleen overwint ze daarbij voor mij als lezer toch haar academische achtergrond niet genoeg. Ik kreeg les bij het lezen van Betere mensen, daar waar ik vaak geen les meer behoefde. Echt goede schrijvers geven dan aan een boek genoeg nieuwe feitjes en anekdotes mee om ook verwende of ingevoerde lezers te blijven boeien. Dehue dwong mij te vaak tot verder bladeren.

Trudy Dehue, Betere mensen
Over gezondheid als keuze en koopwaar

352 pagina’s
Atlas Contact, 2014

Depressie-epidemie ~ Trudy Dehue

Zeldzaam vol is dit boek. Want, hoewel het over een medische conditie lijkt te gaan, geeft Trudy Dehue ondertussen college wetenschapstheorie, biedt ze een overzicht van de politieke discussies in Nederland van het moment over de vergoeding van therapie, en gaat haar betoog ook nog over de toenemende maatschappelijke druk op iedereen om toch vooral mee te doen, en te presteren.

Onder meer.

Maar uiteindelijk is ook het verhaal over de depressie-epidemie voor mij niets anders dan al die verhalen over individu tegenover instituties. Waarbij het voordeel van schaalgrootte, dat vooral een kostenvoordeel is, altijd gepaard gaat met een omdraaiing die nadelig genoemd moet worden. Niet het individu wordt erkend als uniek wezen, dat genezen moet worden, onderwijs moet krijgen, of op welke wijze ook hulp op maat verdient. Nee, het is omgekeerd. Instituties zijn pas tot inspanning bereid als het individu zich naar hun wensen plooit.

Zulks rijmt zich niet met depressie. Bijvoorbeeld. Omdat elk mens uniek is, zal die in voorkomende gevallen ook op een unieke manier kwalen ontwikkelen. Lichamelijk, danwel geestelijk. Maar daar is geen gezondheidszorg kostendekkend op in te richten. Bij min of meer overeenkomende problemen, krijgt iedereen vergelijkbare therapie. Volgende patiënt. Zelfs al is die geneeswijze misschien helemaal niet geschikt. Maar dit valt pas op als de bijverschijnselen te erg worden. Het wondermiddel prozac werd pas minder vaak voorgeschreven, nadat er wel erg veel prozacslikkers zelfmoord hadden gepleegd. Er wordt heel wat afgeklooid in die zorg – wat voor mij er vooral op wijst dat niemand een idee heeft.

Bij geestelijk lijden komt daar nog eens het probleem bij dat de patiënt zijn kwaal zelf moet gaan verwoorden, omdat er lichamelijk zo weinig aan te meten is.

Dus is wat nu depressie heet iets anders dan in de negentiende eeuw.

Evenmin hielp het om dan maar lijsten met standaardsymptomen op te stellen, want zulke lijsten zijn net als woordenboeken; ze worden op een verkeerde manier dé autoriteit bij meningsverschillen. Komt in de gezondheidszorg nog bij dat de geneesmiddelenindustrie zo kapitaalkrachtig is, dat er ziekteverschijnselen op lijsten verschijnen die perfect bij éen medicijn passen. Of anders zijn er wel patiëntenverenigingen die vermelding afdwingen van de kwaal waarvan de lijders zich verenigd hebben; financieel dikwijls ondersteund door weer zo’n pillenfabrikant.

Goed aan dit boek vond ik uiteindelijk de compleetheid in de beschrijving van dit soort ontwikkelingen.

Maar, vervelend aan dit boek was ook die compleetheid weer. Omdat ik, als wetenschapshistoricus, te veel al wist. Omdat een vol boek in sommige opzichten ook een wat oppervlakkig boek is, zeker als het zich richt op een vrij breed publiek. Dus had ik meer aan het ruime notenapparaat achterin dit boek als ik iets las dat wel nieuw was voor mij, dan aan wat Trudy Dehue schreef in de tekst.

wordt morgen vervolgd

Trudy Dehue, De depressie-epidemie
Over de plicht het lot in eigen hand te nemen

333 pagina’s
Uitgeverij Augustus, 2008