dit is het dossier:

Sylvain Ephimenco

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Land van Theo van Gogh ~ Sylvain Ephimenco

Theo van Gogh werd op 2 november 2004 vermoord. Sylvain Ephimenco was toen waarschijnlijk bezig dit boek af te ronden. Daarin was al een groot tal columns uit Trouw verzameld over het gevaar van het Islamisme. Dus kwam er nog gauw een toepasselijk nieuw voorwoord in, plus een open briefje aan Van Gogh’s moordenaar. Vanzelfsprekend werd de titel aangepast, en hup toen kon dit werkje alsnog de markt op.

Ik las dit boek uit een drang tot volledigheid. Ephimenco schrijft weliswaar aardige columns soms, maar dat maakt hem nog niet de beste analist van onderwerpen als integratie. Bovendien moeten korte stukjes wel scherp van toon zijn om überhaupt op te klinken uit het grijze ruis van een krantenpagina. In een boek is zo’n verhitte schrijfstijl nogal vermoeiend.

Maar in dit boek schrijft hij natuurlijk wel over dezelfde zaken die Geert Mak ook aanroert, in diens pamflet Gedoemd tot kwetsbaarheid. En Ephimenco toont zich nu juist éen van die angstzaaiers waartegen Mak zo tekeer gaat.

Ik ben inmiddels tot de conclusie gekomen dat er geen echt debat mogelijk is in Nederland, omdat steeds weer de grootbekken de kans krijgen de toon te zetten. Daarmee wordt elke nuance verdacht. Laat staan dat het mogelijk is een zinnige openbare gedachtewisseling te houden over integratie, danwel Islamisme.

Immers, tot wie richt Ephimenco zich eigenlijk in die columns, of dit boek? Diegenen waar hij eigenlijk over schrijft, lezen hem niet.

Dat is natuurlijk ook het probleem, zal hij opmerken.

Ik weet dat niet.

De enige waarde die Mak’s pamflet voor mij heeft, is dat het waarschuwt tegen polarisatie. Vervolgens verdedigt de man die stelling niet al te handig, maar dat is iets anders. Ephimenco verdedigt vooral het grote eigen gelijk dat ontstaat door zaken nogal eenzijdig en zwart-wit voor te stellen. Zie dan hoe mis is gegaan, kijk dan hoe infaam religieus fanatisme is.

Dat krabt misschien wel, maar het krabt niet waar het jeukt.

Sylvain Ephimenco, Het land van Theo van Gogh
De multiculturele desintegratie

149 pagina’s
Uitgeverij Houtekiet, 2004


Poldermodel ~ Santje Kramer

Mode-ontwerpers hebben éen groot probleem met de Nederlandse vrouw. Want die wil allereerst praktische kleding. Wat zij ook koopt, ze moet er wel in kunnen fietsen.

Maar in plaats dan mooiere kleding te ontwerpen om in te fietsen, wordt hierover gemokt en gespot door de modeverkopers.

Ik geef dit voorbeeld vooral omdat ik het zo typerend vind. Niet de vraag telt daarin, maar het aanbod wordt heilig gemaakt. Mode is dus simpelweg een vorm van indoctrinatie.

Het lijkt me een recept voor ongeluk en depressie bij de ontwerpers, als succes van hun dictaten dan uitblijft.

In Het poldermodel van Santje Kramer wordt ook stevig geklaagd over het kledingpatroon van de Nederlandse vrouw; met haar eeuwige spijkerbroek, en d’r veel te hoge platgehakte laarzen.

Eveneens worden soms andere ideeën heilig gemaakt die elders zijn opgedaan.

Deze klaagzangen komen van een heel scala aan buitenlanders dat naar Nederland kwam — niet zelden om de liefde — en zo uit de eerste hand ervaring opdeed met de vrouwen hier.

Daarbij geldt wel het vrijwel eeuwige bezwaar tegen teksten van een vrouw die haar sexe tot onderwerp maakte — die worden altijd geschreven over leden van krekt dezelfde sociaal-economische klasse als de auteur.

In dit geval gaan alle uitspraken dus over relatief jonge, goed opgeleide vrouwen in een grote stad, die werk buiten de deur hebben, zij het niet alle dagen van de week, en er daarnaast nog een actieve vriendenkring op na houden.

Velen van hen hebben bovendien kinderen. Nogal wat hebben weleens moeite om alles in hun leven in balans te krijgen.

Toch, als zo’n boek dan allereerst op het vermaak mikt, door vooral herkenning op te willen roepen, dan is het al gauw heel wat minder irritant dan het doorsnee feministische traktaat. Het poldermodel gelijkt nog het meest op een lang kringgesprek in de kroeg, omdat allereerst meningen voorop staan. Amusant allemaal, voor even. Uitermate snel vergeten daarna.

Zo’n boek stelt geen vragen over de ratrace elders, of wat het doet met vrouwen, welke ruimte zij hebben om zichzelf te presenteren, en dus hun uiterlijk, als werkgevers strikt hiërarchisch zijn georganiseerd. Zo’n boek constateert nog net terloops dat nogal wat zaken in Nederland iets anders zijn geregeld.

Santje Kramer, Het poldermodel
De Nederlandse vrouw is uniek
160 pagina’s
Contact, 2011