Guust 50 | Het milieu volgens Flater ~ Franquin

Zelden denk ik over mijn leeftijd na. Tot blijkt dat ik wel degelijk een jeugd heb gehad, en dat onderdeeltjes daarvan heiliger zijn dan vermoed.


De stripalbums van Guust Flater horen bij die jeugd. Net als de rare telling die deze albums kenmerkten. De serie in mijn boekenkast begint namelijk bij nummer zes. Nummer vijf bestond niet als album; dat nummer was in de jaren zestig al vergeven aan een uitgave in oblong-formaat; met slechts twee stroken van de strip op een pagina. En toen die langwerpige boekjes in groter formaat werden heruitgegeven, was er slechts materiaal voor drie nieuwe albums.

Album nummer vier stond vol met restjes.

Na de dood van de tekenaar Franquin is de hele reeks nog eens uitgegeven. Compleet hernummerd. Terwijl ook de titels van de originelen verloren gingen. Dus die boeken waren al niet de echte meer; terwijl ze hopelijk toch vele nieuwe generaties plezier hebben gebracht.

En een paar jaar terug verscheen plots een feestalbum op de markt. Guust 50. Waarin herdacht werd dat antiheld Guust Flater vijftig jaar daarvoor zijn intrede had gemaakt in het stripblad Robbedoes/Spirou. Waarbij eerst slechts de sporen van zijn voetafdrukken zichtbaar waren.

Guust 50 bevat weinig meer dan een verzameling van losse afleveringen uit de strip, waarbij iets feestelijks plaatsvindt; met taarten gerommeld wordt; of er iets met vuurwerk is. Ontstellend veel grappen wijdde Franquin aan vreemde verkeedpartijen voor een gekostumeerd bal.

En inmiddels weet ik best: natuurlijk, de uitgever heeft altijd leuk aan die oude albums verdiend. Maar niemand koopt ze nog, als er niet zo nu en aandacht op het bestaan van zo’n reeks wordt gevestigd.

Ik ben misschien wel te veel romanticus om op het woorddeel ‘handel’ te letten, als het om ‘boekhandel’ gaat. Dus kan de werkelijkheid me soms nog pijnlijk treffen.

In 2009 verscheen Het milieu volgens Flater, wat opnieuw weinig meer mag heten als een bloemlezinkje op thema. Wel staat er boven elke pagina een opmerkelijk feit uit de geschiedenis van het denken over milieu.

Franquin werd ook milieufanaat op het laatst van zijn leven. Zij het dat hij die voorkeuren nog feller heeft geuit in de sombere prenten uit Zwartkijken.

Zowaar stond er éen aflevering van de strip in dit album die ik nog niet kende [zie hieronder].

Voor de rest is het met dit soort boeken vooral hopen dat iemand geïntrigeerd wordt door de tekeningen, en dan de hele reeks wil kennen. Dat er misschien nog kinderen zijn die net zo door de uitbundige penseellijnen van Franquin tot tekenen geïnspireerd kunnen worden als ik.

Langs deze onsympathieke weg…

Franquin, Guust 50
48 pagina’s
Uitgeverij Dupuis, 2007
 
Franquin, Het milieu volgens Flater
Carrière van een flateraar die bezeten is van het groene gedachtengoed
48 pagina’s
Marsu, 2009

* click voor groter:


Guust 6, 7, 8, 9, 10 ~ Franquin

De albums van Guust Flater die tegenwoordig in de winkel liggen, hebben geen titel meer. Alleen nog een nummer. Daar zit wel enige logica achter, want de oude nummering was verwarrend, en toch is het jammer dat bijvoorbeeld de oorspronkelijke voorplaten niet meer worden gebruikt.

Maar goed, het kan altijd erger. In de Asterix-strips heten sommige personages tegenwoordig anders dan toen ik nog een jongetje was. Al het vertrouwde verandert ook maar, om de vooruitgang.

De voornaamste reden om deze albums voor de zoveelste keer te herlezen, was dat ik weten wilde waar de officiële Lagaffe-website het materiaal uit putte, voor de dagelijkse grap. Want, de site wisselt nogal eens oeroud materiaal af met dat van veel later. Maar op het moment lijkt toch keurig de volgorde te worden aangehouden uit album nummer 10: Die reuze Flater. Dit is misschien een wat futiele mededeling. Toch helpt deze wetenschap me om spelenderwijs mijn Frans wat op te halen. Ik kan wel denken de Nederlandstalige afleveringen uit mijn hoofd te kennen. Dat is alleen met de plaatjes zo. Niet met de tekst.

Deze herlezing leverde me veel plezier op. Gelukkig. Eerder bleek ik uitgekeken te zijn op Franquin’s album Zwartkijken. Maar deze albums brengen het beste van wat er ooit aan éen-paginastrips bedacht is. Wat te verwachten was van de meeste personages lag weliswaar vast, maar het o zo prettige variëren op een thema kon beginnen.

Franquin mocht intertijd ook ophouden met het tekenen van Robbedoes, een strip die hem was gaan vervelen. En met die wetenschap wordt het zichtbaar dat hij zich voortaan kon concentreren op iets dat hem wel lag. Hij plaatst ineens extra grapjes in de tekeningen, en begint na enkele jaren zelfs grappig op zijn handtekening te variëren.

Pas in de jaren na deze albums zou de depressie voor het eerst echt toeslaan in het leven van André Franquin, waardoor er soms maanden verstreken voor er weer een nieuwe aflevering van Guust verscheen in het weekblad Spirou/Robbedoes. Zelfs voor ik dit wist, was me al opgevallen dat latere afleveringen dan deze veel wisselvalliger van kwaliteit zijn.

Bij mijn leesplezier speelt ook nostalgie mee, hoe vervelend dat misschien is om te bedenken. Maar een strip als deze kan tegenwoordig niet meer getekend worden. Het kantoorleven is radicaal veranderd, sinds de computer en de mobiele telefoon. Werkschuwe jongste bedienden zullen er misschien altijd blijven, maar die interesseren zich tegenwoordig voor andere technologie als een Guust. Zijn wereldbeeld was nog voornamelijk mechanisch, de nerds van nu zijn goed in digitale techniek.

Maar wat iemand voor rare dingen in elkaar knutselt is leuker om naar te kijken dan om te zien wat iemand voor merkwaardigs heeft geprogrammeerd. En helemaal onzinnig is het ook niet wat Guust Flater allemaal al uitvond; sommige ideeën vinden nu wel degelijk een toepassing.

Franquin, Guust 6: Flaters schade
61 pagina’s
Uitgeverij Dupuis © 1968
Vertaling van: Des gaffes et des dégâts
Franquin, Guust 7: Van flaters gesproken
61 pagina’s
Uitgeverij Dupuis © 1969
Vertaling van: Un gaffeur sachant gaffer
Franquin, Guust 8: Flaters van formaat
61 pagina’s
Uitgeverij Dupuis © 1970
Vertaling van: Lagaffe nous gâte
Franquin, Guust 9: Het geval Flater
54 pagina’s
Uitgeverij Dupuis © 1971
Vertaling van: Le cas Lagaffe
Franquin, Guust 10: Die reuze Flater
54 pagina’s
Uitgeverij Dupuis © 1972
Vertaling van: Le géant de la gaffe

Hommeles in Rommelgem ~ Franquin

De beste aflevering van Guust Flater is nooit verschenen in de reeks albums die uitkwamen onder zijn naam. Zo ging het verhaal altijd. En omdat het jaren duurde voordat ik deze uitspraak controleren kon, kreeg dat ene Flater-avontuur steeds mythischer properties.


‘Bravo brothers’ moest bij de eerste kennismaking dus wel tegenvallen.

Het eeuwige ‘te laat’ was weer eens opgetreden.

In ‘Bravo brothers’ koopt Guust Flater een collectie chimpansees van een failliet circus; als verjaardagscadeautje voor zijn chef Piet Kwabbernoot. Met de apen komt ook een grote doos rekwisieten mee, waardoor de beesten met zijn drieën alle clichés kunnen nadoen die er bestaan over circusacts.

Daarmee houden ze vervolgens de hele redactie van Robbedoes/Spirou van het werk.

Alleen kon ik me bij de eerste kennismaking met dit stripverhaal van twintig pagina’s dus niet over het probleem heen zetten dat gedresseerde apen eerder treurig zijn dan leuk.

Maar bij tweede lezing, zo veel jaar later, bleek dat Franquin toch meer melancholie in zijn verhaal heeft gestopt dan me de eerste keer opviel.

Zo is het alleen al tekenend dat hij Kwabbernoot zijn kalmeringspillen laat innemen — waardoor deze vervolgens zwaar getranquilizerd kalmpjes de grootste rampen op kantoor over zich heen laat komen.

De tekenaar leed aan zware depressies, die hem uiteindelijk ook het werk onmogelijk zouden maken. En kon daar dus toch luchtig over doen.

Bleken de drie apen eveneens meer karakter te hebben dan ik de eerste keer gezien had. Eentje heeft een drankprobleem. En de oudste en grootste eist applaus na iedere truc, anders gaat hij meppen.

Het verhaal heeft nog een goede afloop ook, omdat de apen met hun geniale leraar verenigd kunnen worden.

En ook voor Franquin was ‘Bravo brothers’ een scharnierverhaal, met een redelijk positief vervolg. Jaren had hij zich tegen zijn zin bezig moeten houden met de strip ‘Robbedoes en Kwabbernoot’ — die ooit door anderen bedacht was. Maar vanaf eind jaren zestig mocht hij zich exclusief aan grappen wijdden over Guust Flater — waarop die strip nog even een bloeitijd doormaakte.

De lijnvoering in de tekeningen alleen al wordt vanaf dat moment zo veel levendiger.

Hommeles in Rommelgem is verder als album niet zo interessant voor een volwassen lezer. Dat hele duo Robbedoes en Kwabbernoot komt tegenwoordig ook wat raar over. Naar onze huidige standaarden is dat bijvoorbeeld een homostel. Ze delen een huis en een slaapkamer.

Toch doen de personages slechts alsof het goede vrienden zijn. Ze werden dan ook bedacht in andere tijden. Toen alle suggestie richting sex in strips verboden was in Frankrijk. Waarbij de censuur wel enkel sex tussen en man en vrouw gold. Dat er andere varianten zijn, was al helemaal ondenkbaar.

Er zit ook iets clichématigs aan avonturenstrips gericht op een jong publiek. Daarin komt al gauw een geniale uitvinder voor, die aan de kant van onze helden staat.

Is er vaak ook een Lucifer-achtige tegenstander, die van album tot album terugkeert. In de avonturen die Franquin tekende met Robbedoes en Kwabbernoot heet deze hoogbegaafde tegenstander Zwendel. En het hele album Hommeles in Rommelgem draait erom dat Zwendel tot kindsheid is vervallen, en daarbij niet door zijn vazallen wordt verzorgd, maar dat de geniale vriend van Robbedoes en Kwabbernoot dit in zijn eentje moet opknappen.

Daarop is er wel een vazal die zijn oude meester bevrijden wil — wat dan nog enige slapstick oplevert.

Bij Franquin gaat het me tegenwoordig alleen vooral om het tekenwerk. En dan valt toch op dat al die eerdere achttien boeken in de reeks van hem eigenlijk enkel opvallend goed getekende auto’s tonen. Pas vanaf 1969 wordt het tekenwerk echt bijzonder in de albums. Waarbij dit het eerste opvallende boek is.

Franquin, Hommeles in Rommelgem
De avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot 19

62 pagina’s
Dupuis, oorspronkelijk 1969

Robbedoes 185ste album

Het stripweekblad Robbedoes hield in 2005 op te bestaan. In de jaren daarvoor was het blad al niet meer in de kiosken te koop, maar kregen alleen de abonnees het nog te zien. Tegelijkertijd bestaat Spirou nu nog altijd. Dat is hetzelfde blad, met dezelfde inhoud, maar dan Franstalig. En goed, Spirou was lang een heel stuk dikker dan Robbedoes.

Die Nederlandse uitgave hing er altijd maar wat bij, zo had ik zelfs als jonge lezer al het gevoel. Een Nederlandstalige redactie was er niet, artikelen en strips waren soms merkwaardig slecht vertaald. Alleen de ingezonden brieven waren eigen.

Ik was begin jaren tachtig even abonnee op Robbedoes. Toen de Eppo te slecht was geworden, en de Donald Duck te kinderachtig, maar er die behoefte aan stripverhalen bleef. Tegelijk is me nauwelijks iets van dat abonnement bijgebleven. Nieuwe tekenaars heb ik er niet door ontdekt. En evenmin werden vanaf dat moment nieuwe reeksen verzameld.

De hoogtijdagen van dit stripblad, en welk stripblad ook, lagen dan ook jaren eerder.

Uitgeverij Dupuis bracht ooit verzamelbundels uit van Robbedoes. Volgens Wikipedia zijn daarvan 262 verschenen. In elk ervan zijn tien afleveringen van het weekblad gebundeld. En ik heb me altijd afgevraagd of de uitgever zo een nuttige bestemming vond voor de exemplaren die niet los verkocht waren.

Album 185 bevat Robbedoes afleveringen 2526 tot en met 2535, uit de 49ste jaargang, zoals die verschenen tijdens de herfst van 1986. En dat jaargetijde bleek geen rijke oogst aan stripverhalen op te leveren. Veel ruimte werd bijvoorbeeld ingeruimd voor de strip ‘Timoer’; dat een te lang uitgesponnen realistisch bedoeld verhaal was, gemaakt door een tekenaar zonder veel anatomische kennis.

Zelfs het hoogtepunt, of wat het hoogtepunt had moeten worden, viel me niet mee. In aflevering 2535 keerde Franquin na lang terug, met een pagina over Guust Flater. Daartoe had hij een stevige depressie moeten overwinnen.

Alleen was het lang geleden dat hij Guust Flater had getekend. Zo lang dat hij het figuurtje niet helemaal meer in de vingers had.

Dus nee, soms kunnen herinneringen uit een onbezorgd verleden maar beter blijven rusten.

Robbedoes 185ste album
520 pagina’s
Uitgeverij Dupuis, 1987

Zwartkijken kompleet ~ Franquin

cover zwartkijken kompleet

Merkwaardig dat het meest volwassen album van André Franquin uiteindelijk het minst houdbaar blijkt. Hoefde hij zich een keer niet aan de grenzen te houden die een jeugdblad stelt, is veel van zijn gekanker achterhaalt. Maakt iemand zich nog weleens druk om het militair-industrieel complex, nu vooral het terrorime als gevaar wordt gezien?

Jammer is ook dat Franquin dit boek met een dun technisch tekenpennetje heeft gemaakt, terwijl ik nu net zijn soepele penseelstijl zo bewonder.

Verder zijn de grappen erg afwisselend van niveau, hadden veel daarvan beter met éen tekening afgekund, en bleek ik ze allemaal nog erg goed te kennen. Evenmin vielen me ditmaal details op die ik nooit eerder had gezien.

En toch, ik ben een Franquin-fan zonder voorbehoud. Objectieve oordelen doen er niet toe, hoe waar ze misschien ook zijn.

Franquin, Zwartkijken kompleet
80 pagina’s
Uitgeverij Arboris, 1988