Hitch-22 ~ Christopher Hitchens

De praktijk in Engelstalige landen, maar ook in Duitsland, om een boek eerst in hardback uit te brengen, en pas veel later als goedkope paperback, heeft soms opvallende gevolgen.

Toen Christopher Hitchens [1949] zijn memoires schreef, en uitbracht, was hij nog een man met een leven voor zich. Dat gegeven alleen al riep de vraag op waarom hij op dat moment per se wilde terugblikken. Daarop werd er slokdarmkanker ontdekt, en kon geen dokter hem meer garanderen dat hij zijn verjaardag nog eens zou meemaken.

Hitchens was al door enkele crises gegaan toen hij het nieuwe voorwoord schreef, van de paperback die ik las. Het was hem opgevallen hoe zeer hij, ongeweten, in de eerste hoofdstukken bezig was geweest met leven en dood, meldde hij daarbij.

Ik las iets anders.

Hitch-22 is met nadruk ‘A Memoir’. Dus krijgt de lezer in de eerste plaats verhalen, met wel iets van Hitchens’ persoonlijke geschiedenis, maar ook heel veel niet. Zo schrijft hij met geen woord over de mensen in zijn directe omgeving; zijn vrouwen en kinderen; of zijn broer, die op eigen merites ook een befaamde columnist werd in Engeland, en waarmee Hitchens een wat typische verhouding heeft.

Christopher Hitchens kon alleen vrijuit schrijven over enkele doden in zijn leven; zoals zijn ouders. En over de vrienden die bekende namen zijn geworden; ook al omdat hij eveneens in hun memoires voorkomt. Biedt dit boek verder nog wat standpunten over politieke kwesties van dit moment. En die stukken hadden dan weer als grote nadeel dat ik zijn meningen al kende.

Tien jaar geleden had ik dit boek in korte tijd verslonden. Nu was er een leesproject van een maand nodig om er doorheen te komen. Toentertijd was Hitchens nog een onvervalste held, door de humor in zijn stukken, en om zijn eeuwige contramine. Toen de hele wereld moeder Theresa heilig verklaarde, schreef hij juist een boek om aan te tonen dat ze een vrouw was met heel enge ideeën. Daar alleen al sprak een prettige onafhankelijkheid van denken uit.

Maar daarop kwam 9/11, en raakte Hitchens, voor mij, van het paadje af.

Ineens hoorde hij tot de felste voorvechters van illegale oorlogen in autonome landen, omdat het noodzaak was democratie in deze landen te brengen vanachter de loop van een geweer. Zonder daarbij ooit in te gaan op argumenten die anders bewezen. De oliemaatschappijen verdeelden al vooraf aan de invasie van Irak de olie daar; zo werd onlangs nog bekend; al zal dat alleen nieuws zijn geweest voor heel naïeve mensen.

Vanaf de opmaat tot de invasie in Irak kon ik Hitchens dus niet meer om zijn ideeën lezen. Bleef er op zich genoeg over, aan stijl, en belezenheid, om hem niet te blijven citeren op mijn weblog. Alles zal ik me nooit meer aan hem over kunnen geven — en omdat hij altijd ontkent iets fout te hebben gezien, geloof hem domweg niet meer.

Daar komt bij dat deze autobiografie illustreerde dat Hitchens een schrijver is van essays. Bij werken van een grotere adem is de som bij hem namelijk nooit groter dan de delen. Wellicht worden zijn monografieën gewoon te snel uitgegeven, omdat hij denkt, zoals meer journalisten doen, dat zijn eerste versies ook al heel aardig zijn.

En het is heel raar om een schrijver te blijven wantrouwen; omdat eerdere teleurstellingen met hem blijkbaar zo zwaar blijven doorwegen.

Dan staat er bijvoorbeeld over 1979, het jaar dat hij dertig werd, dat hij toen toch ineens op Thatcher zou stemmen; ondanks zijn vuurrode achtergrond. In de jaren daarvoor reisde hij onder meer nog naar Cuba, om daar de heilstaat met eigen ogen te zien. En zo was daar wel meer. Hij begon zijn journalistieke loopbaan door voor verschillende socialistische uitgaven te schrijven.

Die bekentenis nu, van die stem op Thatcher, is een ontkenning van dat rode verleden.

Eerder schermde Hitchens er dan weer mee in zijn late tienertijd zo veel boeken van Koestler te hebben gelezen. En ook die opmerking snap ik niet — tenzij ik daar berekening in zie. Had hij iets van Koestler en diens anti-Communisme begrepen, was hij nooit zo enthousiast naar Cuba gereisd, lijkt me, om daar het arbeidersparadijs te zien.

Tegelijk heeft hij de laatste jaren meermaals verkondigd weliswaar geen socialist meer te zijn, maar altijd nog wel Marxist te wezen; van het heel conservatieve soort.

Enfin, niet dat elk mens van mij altijd consequent hoeft te zijn. Maar aan memoires kleeft al zo zeer het idee dat de schrijver zijn versie van zijn leven geeft. De kwaliteit van de bekentenissen zegt dan wel iets over de geloofwaardigheid.

En bij deze Hitchens heb ik nooit het idee gehad een heel eerlijk boek te lezen.

Dan vermeldt hij wel met Martin Amis naar het bordeel te zijn geweest, maar dan volgt onmiddellijk de opmerking dat hij, eenmaal in ogen met de vrouwen, wel wilde betalen om geen sex te hoeven hebben daar. En dan lijkt Hitchens me een te goede schrijver om niet te weten dat hij zo een sympathieke lul wordt, in plaats van enkel een lul.

Gelukkig was de kwaliteit van de andere anekdotes al snel beter.

Want, zeker. Er is vermaak aan dit boek te beleven.

Maar blijkbaar wilde ik niet.

Christopher Hitchens, Hitch-22
A Memoir

435 pagina’s
Atlantic Books 2011, oorspronkelijk 2010

Letters to a Young Contrarian ~ Christopher Hitchens

Nooit geweten, maar dit blijkt er éen uit een forse reeks boeken te zijn. Onder het motto ‘the art of mentoring’ geeft Basic Books een hele optocht aan ervaren professionals de gelegenheid om opvolgers te adviseren. Rainer Maria Rilke deed het ze natuurlijk al voor, in zijn brieven aan een jonge dichter. Zelfs is éen boek uit deze serie in het Nederlands vertaald — Aan een jonge romanschrijver van Mario Vargas Llosa.

Verder is er bijvoorbeeld een boek voor aankomende evangelisten. Voor beursspeculanten. Voor jonge conservatieven. Noem het maar op.

Dit deel van de journalist Christopher Hitchens is bedoeld voor jonge dwarskijkers. Maar daarbij stuit hij al vlot op het probleem dat hij tips moet geven over iets dat eigenlijk niet aan te leren valt. Niemand kan het bijgebracht worden om altijd sceptisch te zijn. Zulk een stelselmatig wantrouwen tegenover bijvoorbeeld instituties moet er van nature al inzitten.

Wie stelt er nu vragen over onderwerpen waarover verder niemand vragen stelt? Mij lijkt het een raar gebrek, ook al omdat ik er helaas wat mee behept ben.

Dus gaat Hitchens er voor het gemak maar vanuit wel met jonge dwarsbongelders van doen te hebben. Maar goed, behalve dat Hitchens zoals altijd zeer amusant schrijft, viel dit boekje me tegen. Het aantal platitudes in zijn adviezen is nogal hoog.

‘Je zult weerstand ontmoeten.’

‘Humor kan een wapen zijn.’

En ook dat hij per se met een sigaret op de voorplaat van dit Amerikaanse boek moest, zegt meer over de man dan over wat iemand tot dissident maakt. [Zelfs al was het ooit normaal om rokend op het kaft te gaan].

Het nuttigst is dit boekje om Hitchens’ uitleg van hoe de wereld in elkaar zit. Al valt me daaraan ook iets op. Misschien kan ik dit het beste toelichten door ook Noam Chomsky in dit betoog te betrekken. Beide schrijvers zijn namelijk absoluut van belang geweest in mijn vorming. En toch vertrouw ik Chomsky noch Hitchens volledig.

Bij Chomsky weet je bij voorbaat dat hij de VS van alles de schuld in de wereld gaat geven. Maar aan hem is te waarderen dat hij zijn uitspraken baseert op enorme hoeveelheden feitelijke informatie; met gegevens die ergens anders zelden of nooit genoemd worden.

Hitchens is iemand die vanuit een paar onwrikbare principes over goed en kwaad denkt, en van daaruit de bewijzen bij zijn standpunten zoekt. Ook dit moralisme kan heel verfrissend zijn. Zeker als hij onaantastbare doelwitten bestookt, en bijvoorbeeld treffend weet aan te tonen waarom moeder Theresa op tal van manieren geen heilige is. Zo ondersteunde ze actief het regime van Papa Doc in Haïti. Toch heeft Hitchens de neiging de feiten die hem niet uitkomen, te negeren.

Een lezer heeft daarom van beide schrijvers iets nodig om meer te kunnen begrijpen.

Maar nu dwingt het lezen van dit boekje me wel om nog eens te kijken of Chomsky’s lessen over ‘intellectuele zelfverdediging’ minder vrijblijvend zijn. Stonden die niet in Necessary Illusions?

Christopher Hitchens, Letters to a Young Contrarian
141 pagina’s
Basic Books, 2001


Love, Poverty & War ~ Christopher Hitchens

Zonder internet had ik vele schrijvers niet of pas veel later ontdekt. En dan niet alleen omdat de boekhandel online opkwam. Stukken van hun hand op een website ergens zetten mij eerder aan om hen te gaan lezen.

Eén van deze blijde ontdekkingen betrof ooit die van de Brits-Amerikaanse schrijver Christopher Hitchens.

Eén van de grootste teleurstellingen betrof hem eveneens. Was ik net verslaafd geraakt aan zijn toon en humor. Vond ik het heel prettig hoe hij onbevreesd allerlei heilige koeien aanviel. Ontpopte Hitchens zich na 9/11 ineens als een nogal verblinde oorlogshitser. Die onder meer zeker wist dat Saddam Hussein massavernietigingswapens achter de hand hield, en deze wilde inzetten.

Uit ergernis hield ik daarom op om Hitchens te lezen als hij over de politieke actualiteit schreef.

En daarom ook was er lang aarzeling of ik deze bundel met essays en reportages, uit die zo pijnlijke periode, wel zou moeten lezen.

Maar, uiteindelijk bleek er maar éen verblind stuk in te staan. Het allerlaatste. Als Hitchens op reportage is in Irak, eind 2003, en ontroerd waarneemt hoeveel vrede de Amerikanen daar gebracht hebben.

Geen van de veel bizarder uitspraken voordien heeft de boekuitgave gehaald. Zo bezien kan zelfs een overzichtbundel geschiedvervalsing zijn.

Love, Poverty & War is opgebouwd uit drie gelijknamige boekdelen. Daarvan gaat ‘Love’ vooral over cultuur. Hitchens schreef nogal eens inleidingen bij de heruitgave van boeken van anderen. Die stukken vind ik alleen aardig als hij daarbij met persoonlijke herinneringen komt; zoals over Kingsley Amis.

‘Poverty’ bleek het rijkste en voor mij meest houdbare gedeelte aan teksten op te leveren. Dan is Hitchens vaak op reportage. Dan is de werkelijkheid vaak al bizar genoeg om een memorabel stuk op te leveren, bijvoorbeeld als het om zijn bezoek aan Noord-Korea gaat.

In ‘War’ zijn gelukkig niet alleen artikelen opgenomen uit de tijd na 9/11. Voordien zocht hij ook al gebieden op waar er strijd was. Want, wat er ook op Hitchens is aan te merken, een bureaugeleerde was hij nooit.

Christopher Hitchens, Love, Poverty & War
Journeys and Essays

475 pagina’s
Atlantic Books 2006, oorspronkelijk 2004

Thomas Paine’s “Rights of Man” ~ Christopher Hitchens

Wat een klassieke tekst klassiek maakt, is lang altijd niet meer goed in te schatten. Vreemd genoeg. Nu ja, dat er nog weleens aan gerefereerd wordt. Of dat de tekst in druk is zelfs; ook al stierf de auteur al eeuwen terug. Zulke verschijnselen wijzen ergens op.

Alleen. Wat dan precies?

Mij lukte het bijvoorbeeld nooit om pamfletten als Common Sense en The Rights of Man van de Amerikaanse vrijdenker Thomas Paine [1737 — 1809] tot het einde uit te lezen. De afstand in tijd was simpelweg te groot om zijn betogen nu nog onbevangen te lezen. De demonen die Paine bevocht indertijd, zijn de mijne niet. Waardoor het alleen al onmogelijk is om echt aan te voelen hoe schokkend het was, wat hij schreef.

In hun tijd waren deze pamfletten bestsellers. Honderdduizenden exemplaren moeten er van verspreid zijn. Mede omdat van beide ook nogal wat roofdrukken en piratenedities werden uitgebracht.

Dus rees in de loop van de tijd een vraag. In de VS is het onder juristen, en ook onder politici, de gewoonte om in betogen met regelmaat terug te wijzen naar de tekst van de Constitutie — en daarmee naar de ideeën daarachter. Voor een Nederlander is dat wat merkwaardig. Wij hebben nu eenmaal een politiek die vrij stelselmatig negeert dat de bevolking überhaupt grondrechten heeft; en dat politici nu juist zijn aangesteld om deze te bewaken; in plaats van ze telkens terloops te verkrachten.

Maar in hoeverre is dat Amerikaanse terugverwijzen telkens naar de basis van de Republiek daar dan oprecht, en hoezeer is dat niet meer dan een retorische truc? Waar staat de Grondwet daar eigenlijk voor? En welke ideeën werden er in opgenomen die nu nog onverkort geldig zijn?

Christopher Hitchens was in de verkenning naar antwoorden een onverwacht prettige gids. Wat komen kan omdat ik Hitchens had afgeschreven als auteur, nadat hij zo opzichtig met drogredenen het regime Bush ging steunen in hun illegale oorlogen en ongelimiteerde geweld voor alle eeuwigheid.

Paine krijgt in elk geval een prettige duiding in de tijd. En vanzelfsprekend gaan zijn pamfletten er dan vooral over dat een absoluut koningschap niet deugen kan — zo veel was ook mij al opgevallen. Nieuw was wel weer dat hij bijvoorbeeld ook een systeem van sociale zekerheid voorstond; iets waar veel Amerikanen nu nog moeite mee zouden hebben.

Prettig is dan dat Hitchens niet enkel de meest pregnante passages citeert; hij duidde ze ook.

Zit er ook nog net genoeg biografie in het boek om mij tevreden te stellen. Want Paine is op zichzelf al een interessante figuur. Zo werd hij al vrij snel na de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten gemarginaliseerd. Vrijdenker als hij was, had Paine het ook gewaagd om zich tegen de knechtende dwang van religie uit te spreken. En de VS was zo vrij niet, of meteen ontstonden ook daar al maatschappelijke taboes.

Christopher Hitchens, Thomas Paine’s “Rights of Man”
A Biography – A Book That Shook the World

176 pagina’s
Atlantic Books, 2007