dit is het dossier:

Tip Marugg

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Morgen loeit weer aan ~ Tip Marugg

Herlezen faalde weer eens om me de extra beloning te geven die er zou horen te zijn. Mijn tweede kennismaking met De morgen loeit weer aan verliep wat plichtmatig.

Ik vermoed nu dat dit was omdat het eind me nog bijstond. Zelfs al was het meer dan vijfentwintig jaar geleden dat ik het boek voor de eerste keer las.

De novelle heeft een nogal onverbiddelijk staand slot.

In De morgen loeit weer aan kijkt een man terug op zijn leven. Hij woont alleen, ergens in de rafelranden van een stad op een Caraïbisch eiland, met vier honden; waarvan de drie reuen zo’n hekel aan elkaar hebben dat ze niet tegelijk kunnen worden uitgelaten.

De man drinkt de hele dag door. Whisky om de smaak, en bier tegen de dorst. Dat bier wordt ook frisdrank genoemd door hem.

Meer dan zijn herinneringen, die vooral over scènes uit de jeugd gaan van de man, intrigeerde me ditmaal hoe weinig Tip Marugg nodig had om deze novelle tot een tropenroman te maken; een boek dat eerder een vertaling lijkt van een Zuid-Amerikaans werk dan een oorspronkelijk Nederlandstalig boek. Terwijl de uitgave wel degelijk allereerst tot de Nederlandse literatuur behoort.

We hebben geen bergen hier. Er lopen geen hagedissen rond. De mensen gedragen zich doorgaans wat minder impulsief. En als het eens heet is in Nederland duurt dat hoogstens een dag of vier. Hitte moet nogal overdreven worden om een geloofwaardig extra element te worden in een boek dat zich hier afspeelt.

Tegelijk gaat het in deze roman vanzelfsprekend niet om het decor. Het gaat om die man op leeftijd, en diens doorwaakte nachten. En waar Tip Marugg vooral in slaagde, wat mij betreft, is om het lezen van dit boek de hele tijd iets roezigs te geven. Als dronk de lezer voor even met de hoofdpersoon mee.

Alleen lukte het mij dus niet meer helemaal om me onbevangen door de taal te laten benevelen, en ooit in die leesroes te komen. Want ik wist al wat komen zou. Daardoor keek ik allereerst wat de schrijver had gedaan om zijn effecten te bereiken. En zulk een analyserend lezen, dat overleeft vrijwel geen boek.

Tip Marugg, De morgen loeit weer aan
143 pagina’s
De Bezige Bij, 1988

Niemand is een eiland ~ Petra Possel

Tip Marugg [1923 – 2006] is zo’n schrijver van wie ik voor mijn gevoel een paar boeken had geprobeerd, en toen ineens alles gelezen bleek te hebben. Hij schreef slechts drie vrij melancholische romans, in een opvallend rijk Nederlands.

Van de schrijver wist ik verder niets; zelfs al heb ik dan uren in zijn gezelschap doorgebracht, door de boeken. Maar bij het lezen is dat gebrek aan kennis ook geen probleem. Voor mij.

Petra Possel dacht daar anders over. Marugg was al dood, en toch intrigeerde deze schrijver haar zeer. Zij wist ook dat hij de reputatie had een kluizenaar te zijn, die nooit van Curaçao af kwam.

Haar boek, Niemand is een eiland, werd een poging Marugg via omtrekkende bewegingen te beschrijven. Het bevat vijftien gesprekken met wat neven en nichten, mensen actief bezig waren met literatuur op Curaçao, een criticus, en de schrijvers Jan Brokken en Frank Martinus Arion.

Was er op het eind ook nog een poging tot een gesprek met Pepe Duval; de Haïtiaan die Marugg op het laatst van zijn leven verzorgde, toen deze blind was geworden vanwege een erfelijke aandoening, en ook een been moest laten amputeren.

Maar, dat niemand precies weet wat de rol van Duval was, tekent deze verzameling gesprekken. Want Tip Marugg was nooit getrouwd, dus was het toch niet raar dat er uiteindelijk een jonge man bij hem kwam inwonen? Andere stemmen zijn dan weer zeker dat Marugg een vrouwenliefhebber was, en geen homo.

Dat dit boek zo ambigu is op zo veel gebieden beviel me wel.

Zeker zijn slechts een paar dingen. Dat Marugg al vlot na zijn veertigste met pensioen kon bij Shell, en hij die gelegenheid aangreep om te gaan schrijven. Dat zijn schrijverscarrière desondanks maar drie romans opleverde, een dichtbundel, en een erotisch woordenboek; waarschijnlijk omdat hij te perfectionistisch was om veel te kunnen publiceren. Dat hij stevig rookte, en doordronk zonder ooit dronken te worden. En dat hij nergens kwam.

Tegelijk zou hij geen kluizenaar zijn geweest. Alleen al omdat er altijd levendig contact met zijn familie bleef — Curaçao is Nederland ook niet, met zijn kerngezinnen en zijn visites op afspraak. Het zou Marugg slechts niet slecht zijn uitgekomen dat journalisten hem als onbenaderbaar hebben beschreven.

Niemand is een eiland werd zo een biografie die eigenlijk geen biografie wil zijn. Petra Possel laat veel vragen onbeantwoord. En zo voorkwam ze ook aandacht te moeten besteden aan de verplichte elementen die de meeste schrijversbiografieën zo vervelend maken. Iedereen heeft een schooltijd gehad, maar bij beroemde auteurs werd daarin altijd een kiem gelegd, talent gespot, of noem de voorspelbare onzin verder maar op; omdat de uitkomst van dat leven die verhalen altijd tekent.

In plaats daarvan bevat dit boek een paar opvallende goede interviews, zoals dat met Jan Brokken.1 Waarin toch in een paar bladzijden duidelijk wordt wie dat dan is, waarin Curaçao verschilt van Nederland, en wat hij over Marugg dacht.

Omdat Brokken zo veel meer eenzelvige auteurs had gesproken, zag hij toch ook een type in hem.

En zo zullen we allemaal onze vooroordelen hebben bij het bekijken van andermans levens. Alleen zijn er weinig boeken die ons daar terloops op wijzen.

Petra Possel, Niemand is een eiland
Het leven van Tip Marugg in gesprekken
125 pagina’s
De Bezige Bij, 2009
  1. Petra Possel is ook éen van de vaste interviewers van het radioprogramma Kunststof []