Buch gegen den Tod ~ Elias Canetti

Van alles wat Elias Canetti schreef, zijn diens aantekenboeken me het liefst. Want dat zijn uitgaven om eeuwig naar terug te keren.

Moest ik wel toegeven eerder weleens geopperd te hebben nog liever een database te hebben met al Canetti’s uitspraken. Zodat het aanzienlijk makkelijker zoeken is, op trefwoord, om terug te vinden wat de man ook alweer had geschreven over iets.

Das Buch gegen den Tod bewijst alleen dat de wens tot zo’n database een onnozel idee is. Want als Elias Canetti ergens mee bezig ging, dan was hij werkelijk geobsedeerd. Deze postuum door een ander samengestelde uitgave bevat enkel aantekeningen over de dood. En daar waren dus makkelijk ruim driehonderd pagina’s mee te vullen.

Deels zijn die woorden al eens verschenen in de bundels met aantekeningen die Canetti tijdens zijn leven liet verschijnen — waarvan de belangrijkste de drie oerbundels met een eerste keuze zijn: Wat de mens betreft, Het geheime hart van het uurwerk, en De vliegenpijn.1

Grotendeels is de inhoud evenwel nieuw. Wat dan kan omdat volgens de samensteller nog geen 10% van het materiaal dat er lag die oerbundels met aantekeningen gehaald heeft.

Das Buch gegen der Tod lijkt er te zijn gekomen omdat Canetti zelf een boek over dit onderwerp had willen schrijven. In deze uitgave komt ook herhaald de verzuchting terug dat hij nu toch eindelijk eens beginnen moest met dat werk.

Vervolgens sterft zo’n auteur, al leefde Elias Canetti [1905 — 1994] lang. En ineens hebben erfgenamen dan van alles te zeggen over al het ongepubliceerde materiaal in de nalatenschap. Nabestaanden die aanzienlijk minder scrupules hoeven te hebben dan de schrijver.

Dus, terwijl ik enerzijds blij ben weer een aantekenboek van Canetti bij mijn verzameling te hebben kunnen voegen, gaan de pretenties van Peter von Matt dat dit dan hét boek tegen de dood zou zijn mij veel te ver.

De opgenomen aantekeningen zijn me te eclectisch. Het zijn doorgaans notities, om het denken te ondersteunen. Veldwerk. Verkenningen. Daar is niet éen centraal idee uit te halen. Het echte denken lijkt nog te moeten beginnen.

Von Matt stelt ook dat de aantekeningen van heel verschillende aard zijn. Hij onderscheidt liefst dertien verschillende thema’s in Canetti’s woorden. Variërend van onderzoekswerk, zoals wat opgetekend werd over de zeden bij vroegere volkeren in de omgang met de dood, tot en met eigen ervaringen.

Vind ik het ook van hoogmoed getuigen om het werk te doen waar de auteur bij leven voor terugschrok. Bovendien had Elias Canetti wel meer plannen voor projecten waar vervolgens niets van kwam.

Eigentlich habe ich nichts weitergeführt, das einmal gelungen war. Ein Roman statt der geplanten acht. Ein band Masse und Macht statt der angekündigten zwei. Drei Dramen statt eines dramatischen Lebenswerkes. Das einzige, das ich konsequent während fünfzig Jahren weitergeführt habe, sinds die Aufzeichnungen, und zwar eben wegen ihrer Inkonsequenz.

[293]

Maar goed, van hoe veel dooie schrijvers komt er niet alsnog een postuum romannetje uit? Zonder dat zo’n boek ooit nog wat toevoegt?

Canetti geeft ook meermaals met tegenzin toe in dit boek dat zijn aantekeningen misschien wel het beste zijn wat hij zoal gemaakt heeft. In die zin is haast te billijken dat mensen gedacht hebben dat de bestaande uitgaven met deze notities hoogstens een topje van de ijsberg toonden. Waren die bovendien niet eens op thema gerangschikt.

Eén vooroordeel bestond er bij mij over Canetti, en dat heeft Das Buch gegen den Tod wel weggenomen. Ik meende dat de man altijd overbezorgd was over diens eigen hachje. Dat zijn eeuwige strijd tegen de dood een verkapte wens was om eeuwig voort te mogen leven; al was het maar in naam.

En dit klopt toch niet.

Im Widerstand gegen den Tod sieht es so aus, als ginge es bloß um den eigenen Tod. Da wäre zu wenig. Das wäre nichts. Wie macht man es einleuchtend genug und über jeden Zweifel erhaben, dass es um den Tod überhaupt geht, und weniger vielleicht um die allzugeringe Dauer des Lebens als um die Wirkung des Todes, die eine vergiftende ist.

Unser Krebsgeschwür ist der Tod, er steckt alles mit sich an. Das Einschneidende des Todes, während jedes Lebens, er ist immer und überall möglich. Man rechnet mit ihm, selbst wenn mann ihn nicht erwartet.

Das Erstaunliche ist, dass man trotzdem so lebt, als hätte man nichts mit ihm zu schaffen. […]

[219]

Verder viel me op dat ik de aantekeningen uit de eerdere bundels, die me bekend zouden horen te zijn, vanwege de vele keren lezen, me in deze nieuwe context helemaal niet bekend voorkwamen. Als waren ook die woorden nieuw.

Die aantekenboeken dwingen ook een eigen manier van lezen op. Want langzaam lezen wil niet goed, dan moet elk woord gewogen worden. Dan wordt zo’n boek een marathongang van jaren. En bij een snellere vorm van lezen valt het grootste deel van de inhoud helaas weg. Staat daar gelukkig nog genoeg aan taal of wijsheid tegenover.

Vandaar ook dat er eeuwig naar die boeken is terug te keren — bij herlezing valt wel degelijk op dat de topografie van zo’n bundel bekend is, terwijl tegelijk van alles voor het eerst lijkt te worden gezien.

Veel gaf Das Buch gegen den Tod me nu ook niet, bij de eerste kennismaking. Bijzaken vielen me nog het meeste op. Dat de schrijver wat literaire roddel bracht over Thomas Bernhard was aardig, of over de stilzwijgende jaloezie van Max Frisch; die zo graag de Nobelprijs had gehad, daar decennia op wachtte, en toen mee moest maken dat Canetti deze bekroning wel kreeg.

En anders dan bij de eerdere aantekenboeken die door Canetti zelf werden samengesteld: ik weet niet of het zinvol is deze uitgave later nog eens helemaal te lezen. Gelukkig daarom dat dit boek wel een register heeft.

Elias Canetti, Das Buch gegen den Tod
Mit einen Nachwort von Peter von Matt

352 pagina’s
Fischer Taschenbuch, 2014
  1. Ja, ik weet, dit zijn niet de oorspronkelijk Duitstalige titels. Op boeklog is toevallig enkel over de vertalingen wat geschreven, helaas. []