Cakes and Ale ~ W. Somerset Maugham

Er bestaan boeken die ik nooit gelezen heb, maar waar me meer van bekend is dan veel boeken die ik wel heb gelezen. Cakes and Ale was er zo éen.

Ik ken deze titel al een tijdje, omdat nogal veel klasgenoten het boek op hun lijst hadden staan, op de middelbare school. Geen een had er een goed woord voor over. De roman scheen vooral populair te zijn omdat die niet dik was.

Dat is toch wel treurig. Kun je uit honderdduizenden boeken kiezen om te lezen, wordt alleen voor het gemak van dun gekozen en omdat de bieb er meerdere exemplaren van heeft.

Cakes and Ale lijkt me alleen geen boek voor middelbare scholieren. Daarvoor is het te satirisch.

In W. Somerset Maugham ben ik veel later wel geïnteresseerd geraakt. Eerder dit jaar las ik zijn Writer’s Notebook nog. Gecombineerd met het lezen van The Summing Up eerder, Of Human Bondage en nog wat biografisch materiaal, leek het me het beste van hem wel onder ogen te hebben gehad.

Bleef alleen wel staan dat Cakes and Ale een sleutelroman is, over twee blijkbaar zeer herkenbare schrijvers. Behalve dat het ‘echt gebeurd’ kan zijn, mag ik graag over schrijvers lezen; en dan vooral hoezeer zij zich de grootste gift aan de mensheid wanen.

Dus, was het eindelijk ook niet vervelend om door te nemen, dit boek. Maar het draait om een schandaal dat nu geen schandaal meer zou zijn. Daarom had het lezen ook iets van een museumbezoek; met alle verwondering daarbij dat de mensen vroeger echt in die kleine harnasjes hebben gepast.

W. Somerset Maugham, Cakes and Ale
Or The Skeleton in the Cupboard

190 pagina’s
Pan Books © 1976, oorspronkelijk 1930

Man die niet vroeg waarom ~ Peter Haining (sam.)

Altijd als ik een boek probeer te lezen en dat niet lukt, is de vraag waarom. Helemaal als zo’n boek tot een genre behoort dat me vroeger wel wist te pakken.

En dan blijkt een probleem met fictie bijvoorbeeld te zijn dat de schrijvers daarvan me te zelden iets vertellen dat ik nog niet wist. Dat maakt het logischer om liever non-fictie te lezen; want zakelijke teksten leveren gauw eens verrassende feitjes op. Ook als de auteur verder niet schrijven kan, en er geen genot is te beleven aan de gebruikte taal.

De man die niet vroeg waarom biedt bovendien fictie van een speciaal soort. In deze bundel zijn griezelverhalen bijeengegaard, uit de Britse en Amerikaanse traditie. Horror dan ook nog die meestal niet verzameld werd in de gecanoniseerde boeken van de veelal zeer bekende auteurs.

En bang bleek ik daar toch niet meer van te kunnen worden.

Sterker nog, zo’n bundel met genre-fictie blijkt dan vrij onbarmhartig het mechaniekje te tonen waarop vrijwel elk van dit soort verhalen draait. De ontknoping komt altijd in de laatste paragrafen. Daarbij gaat er gauw eens iemand dood.

Het boek opent met een verhaal dat Winston Churchill schreef, toen deze nog een eenvoudig journalist was. En dat verhaal, over een man die van een boot valt, eindigt met een haai die aan komt zwemmen.

Ooit was het blijkbaar dus nog geen cliché dat een haaienvin onheil aankondigt.

Slechts van het verhaal van Robert Graves was ik blij het te hebben leren kennen. ‘Stof tot stof’ heet dat, in deze vertaling. En het voornaamste verschil met de andere twintig verhalen in de bundel kwam door het enorme verteltempo dat Graves onderhield. Zijn verhaal las als de samenvatting van een roman.

Vrijwel alle andere verhalen waren aangelengde anekdotes. Waarbij de meeste tekst er niet toe deed, en hoogstens diende om de ontknoping aan het einde tot een verrassing te maken. Alleen was die dus nooit een verrassing, omdat de vertelling het anders niet tot deze verzameling had gebracht.

Maar ooit vrat ik dus griezelverhalen. Aan het begin van mijn carrière en ontwikkeling als lezer. Toen ik de constructie nog niet kon doorzien achter zo veel van deze vertellingen.

En komt zo’n verandering in leesvoorkeuren dan omdat ik later nog zo veel dystopische SF las, waarin het niet enkel om anekdotes ging, omdat de schrijvers complete angstaanjagende werelden bedachten?

Of heeft de werkelijkheid me inmiddels immuun gemaakt voor verhaaltjes die bedacht werden om mij te laten griezelen? Ik wordt nu namelijk vooral bang van menselijke onverschilligheid en gemakzucht. Van medische professionals bijvoorbeeld die hun handen niet wassen, of hun apparatuur niet schoonhouden, en zo de meest kwetsbare mensen denkbaar met van alles besmetten — terwijl ze toch beter horen te weten.

De arrogantie tegelijk binnen zo’n beroepsgroep…

Peter Haining (sam.), De man die niet vroeg waarom
en twintig andere vreemde verhalen

191 pagina’s
Wereldbibliotheek vereniging, 1974
vertaling van The Lucifer Society, z.j.

 


Points of View ~ W. Somerset Maugham

Vijf essays, daaruit bestaat het laatste boek dat Maugham publiceerde tijdens zijn leven. Aldus een carrière afsluitend die liefst zestig jaar in boeken omvatte.

Points of View is alleen niet het meest daverende slotakkoord denkbaar. De essays, die bijna allemaal over schrijvers gaan, zijn nogal wijdlopig. Het was alsof ik lezingen las; stukken die bedoeld waren om te beluisteren, in plaats van materiaal toegesneden op ervaren lezers.

Interessantste essay vooraf, leek me Maugham’s beschouwing over het kortverhaal. Mede omdat hij éen van de meesters in dat genre was. Maar dan meldt de man meteen al gediskwalificeerd te zijn om universele waarheden over het verhaal te schrijven, juist omdat hij er zo veel geschreven heeft — en dus grote vooroordelen heeft.

In plaats daarvan gaat het dus over Tsjechov, en Katherine Mansfield; en in mindere mate over de verhalen van Poe, en Maupassant. Maar dan weer niet op een manier waarvan ik me nu geroepen voel snel iets van deze auteurs te gaan lezen.

En zo verliep het ook met de overige vier essays in de bundel.

Het eerste stuk bijvoorbeeld, over Goethe, leert me vooral dat Maugham hem als dichter zeer waardeerde, maar verder als mens of auteur niet helemaal te vertrouwen vond. Vervolgens vond hij het nodig drie van Goethe’s romans te bespreken, zonder daar die uitgesproken ideeën over de schrijver in te betrekken — of die te bewijzen. Het essay biedt eerder een kennismaking met die boeken, voor mensen die misschien nog net weleens van de auteur gehoord hebben, dan wat anders.

Dat is allemaal heel prijzenswaardig. Alleen stond die aanpak alle verrassing in de weg, en dus zal me helemaal niets van dit boek bij blijven.

Was het meest opmerkelijke essay kortom dat over een Indiase heiligerd, die de Maharishi werd genoemd. En ook daarbij stond mijn kennis over andere swami’s en Maharishi’s onbevangen lezen in de weg.

W. Somerset Maugham, Points of View
Five Essays

255 pages
Vintage 2000, oorspronkelijk 1958

Writer’s Notebook ~ W. Somerset Maugham

Het is altijd gevaarlijk eindelijk een boek te lezen dat altijd nog eens gelezen moest worden. Somerset Maugham maakte eerder indruk op me met zijn in 1938 gepubliceerde autobiografie The Summing Up. Maar iedereen met verstand van zaken verwees juist altijd naar zijn gebundelde aantekeningen van later.

Zo’n boek moet dan verwachtingen inlossen.

Ik was ook wel benieuwd. Aantekeningen laten namelijk goed zien hoe goed iemand waarneemt en dus schrijft. Verhalen of romans dwingen auteurs altijd tot bepaalde conventies, in het vertellen. Ook als ze zich afzetten tegen wat in hun tijd gebruikelijk is. En bij een schrijver als W. Somerset Maugham, die leefde van 1874 tot 1965, zijn veel van die vertelconventies de onze niet meer.

Hij debuteerde in 1897. En ook dat hij de beste betaalde schrijver ter wereld uit de jaren 1930 was, kon tegen hem spreken. Wat uit die tijd is voor ons nu nog de moeite waard?

Ik geef toe vrij grote moeite te hebben gehad met het eerste gedeelte uit dit boek, die de jaren beslaan toen Somerset Maugham nog niet volledig voor het schrijven had gekozen. Hij studeerde geneeskunde toen, en kwam op mij niet over als een sympathiek mens.

Toch maakten sommige passages wel indruk. Zoals de terloopse beschrijving van een keizersnede, die gedaan werd in een collegezaal omdat het zo’n zeldzame ingreep was en studenten ervan leren konden. De moeders overleden er altijd aan. Net als die keer ook.

Later zijn weer nogal wat passages opgenomen die hoogstens voor een onderzoeker aardig zijn, omdat Somerset Maugham er vele personages in portretteert die later zijn boeken zouden bevolken. Ik stompte wat af van al die waarnemingen, vooral omdat het ze zo talrijk waren, en bijna elk voor zich een romanverhaal in zich borgen. Rijkdom kan doodslaan, vreemd genoeg.

Nee, uiteindelijk het ging toch me om die andere waarnemingen, bijvoorbeeld de aantekeningen die een supplement zijn op die eerdere autobiografie. De opmerkingen waarin Somerset Maugham zich onversierd uitte over wat hem raakt in boeken, en waarom dan wel.

Of die aantekeningen die bijna een brief zijn aan zichzelf.

Tuurlijk, de schrijver had een veel rijker leven dan uit The Summing Up of A Writer’s Notebook samen blijkt. Een leven met spionageopdrachten bijvoorbeeld. En ook komt zijn homoseksualiteit, of biseksualiteit, bijna nergens in terug.

Maar ik heb enige weken met dit boek doorgebracht, omdat er soms wel heel veel op de pagina’s staat. En dat was een overwegend positieve ervaring.

W. Somerset Maugham, A Writer’s Notebook
333 pagina’s
Penguin Books 1967, oorspronkelijk © 1949