dit is het dossier:

Wim Noordhoek

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Er is geen eind aan Kuifje ~ Wim Noordhoek

Eind jaren zestig schreef Wim Noordhoek als eerste serieuze beschouwingen over de strip Kuifje, in het blad De Nieuwe Linie. Ik kan slechts vermoeden hoeveel taboes hij had te overwinnen met deze onderwerpkeuze. Het zullen er niet weinig zijn geweest.

Deze vijf essays werden tien jaar later verzameld, en aangevuld met een interview met Hergé — de schepper van Tintin — afgedrukt in het boekje Er is geen eind aan Kuifje. Noordhoek merkte bij die gelegenheid op dat er inmiddels wel al serieuzer studie van de strip was gemaakt. En dat zijn woorden daar toch wat schril bij afstaken.

Ik weet dat allemaal niet.

Prettig aan deze publicatie is nu nog dat Noordhoek niet kan wegsteken ondanks alles een fan te zijn van de reeks. En die bewondering wordt zo aanstekelijk, omdat die niet slaafs is. Zo was hij wat teleurgesteld in Vlucht 714; het album dat dan als laatste is uitgekomen.

De zwakheden in de verhalen zijn bovendien, opvallend genoeg, soms juist wat ze aantrekkelijk maken:

de kracht van Herge [ligt] er in dat hij er geen enkel bezwaar in ziet zijn verhalen op te bouwen uit de banaliteiten, overbodigheden en gemeenplaatsen die echte schrijvers juist tot het uiterste vermijden, uitgaande van het idee dat er zo het een en ander aan de fantasie en zelfwerkzaamheid van de lezer moet worden overgelaten. [5]

Eerder sprak ik eens het vermoeden uit dat de kracht van stripverhalen is dat ze goed te herlezen zijn. Dat éen keer lezen niet volstaat, omdat er dan te veel niet gezien wordt. Ik ben waarschijnlijk vrij onverschillig over Kuifje, omdat ik de meeste albums als kind wel gelezen heb, maar niet bezat. Dus is dat herlezen er nooit van gekomen. Daarom zijn de verhalen niet tot in mijn DNA doorgedrongen.

Noordhoek brengt een heel prettige antidosis tegen die onverschilligheid. Bovendien komt hij met tal van verklaringen; al dan niet geholpen door Hergé in het gesprek tussen beiden. Zo is dat zo levensloze gezicht van de stripheld, met die stipjes voor ogen, en die pukkel als neus, allereerst een masker waarin elk lezend kind zichzelf kan herkennen.

Enthousiasme maakt soms mooi.

* Wim Noordhoek’s weblog.

Wim Noordhoek, Er is geen eind aan Kuifje
Achtergronden van het beeldverhaal 3

28 pagina’s
Uitgeverij De Meulder 1979 [2e herziene druk]

Oorlog en pap ~ Nico Keuning

Het is eigenaardig om een boek te gaan lezen om de CD die er bij zit. Maar Oorlog en pap biedt een biografie van Johnny van Doorn, en die hoefde ik nog niet per se te leren kennen. Dat mocht best nog wat jaren wachten. Terwijl ik zijn stem nu juist wel weer eens wilde horen.

Ik ben absoluut een liefhebber van Johnny van Doorn [1944 – 1991]. Al zij daarbij opgemerkt dat ik pas ruim na de prozaboeken zijn poëzie ben gaan waarderen. En zijn proza heb ik al in de jaren tachtig gelezen en herlezen. Dus is me dat werk eigenlijk te goed bekend. Zo goed, dat herlezen nog niet kan, zoals bleek me toen ik Gevecht tegen het zuur probeerde.

En dit was nu eigenlijk nog een onoverkomelijke handicap.

Door het hoge autobiografische gehalte van dat proza, aangevuld met de informatie uit interviews, had ik al een heel aardig beeld van de levensloop van Johnny van Doorn. Het is dan raar om een biografie te lezen die de details van dat leven nog eens op een rij zet, daarbij telkens verwijzend naar die prozabundels. Daarbij soms anekdotes letterlijk overnemend.

En wat is dat leven dan samengevat? Van Doorn brak literair met zijn poëzie door als opgewonden woordratelaar. Van zijn geboortestad Arnhem verkaste hij naar het Amsterdam van de jaren zestig, waar alles gebeurde. Begin jaren zeventig ging hij columns schrijven voor de Haagse Post, die ietwat omgewerkt zijn eerste prozaboek opleverden. Daarnaast speelde hij mee in het TV-programma Herenleed, en trad hij voor de VPRO-radio op. Want, boeken schrijven alleen wilde hij niet. Veel te vroeg kwam door kanker aan zijn leven een einde.

Alleen wist ik dat al, tot in detail.

Het is dan raar om een biografie te lezen waarin slechts de jeugdfoto’s, en die CD achterin, nog wel iets opriepen.

Oorlog en pap
beslaat als biografie 190 pagina’s. Vervolgens mocht radiomaker Wim Noordhoek zijn herinneringen opschrijven aan Johnny van Doorn. En dit boek besluit met Van Doorn’s libretto ‘Oorlog en pap’, voor de gelijknamige elpee. Dat libretto is ook weer een autobiografie, in het kort.

Daarmee werd dit een boek dat me over vijftien, twintig jaar meer zal zeggen.

Nico Keuning, Oorlog en pap
Het bezeten leven van Johnny van Doorn

262 pagina’s
De Bezige Bij, 2009