dit is het dossier:

David van Reybrouck

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Tegen verkiezingen ~ David Van Reybrouck

Het overkomt me dus vaker. Het radiogesprek dat een schrijver voerde over zijn boek pakte veel interessanter uit dan het boek zelve.

Misschien is dat omdat David Van Reybrouck tijdens zijn interview met het programma Kunststof [mp3] een enthousiasme en gedrevenheid had in zijn woorden, die in zijn boektekst ontbreken.

Wellicht kwam dat omdat hij in het gesprek inging op wat hij zelf al gedaan had om de kloof tussen burger en politiek te dichten — zoals het overleg-initiatief G1000, dat vooral in Vlaanderen even furore maakte — en hij daarom wel gedwongen werd nog iets beter te benoemen waar het democratisch deficit uit bestaat.

Wij vertrouwen de politici niet.

Omgekeerd vertrouwen politici de bevolking al evenmin. Daarom hebben zij alles zo gedraaid dat ze slechts twee dingen van ons nodig hebben.

Ons belastinggeld ten eerste. Dat we opvallend braaf betalen — terwijl sinds 1 juli ineens bijvoorbeeld de belasting op drinkwater gewoon verdubbeld is, zonder dat iemand daar tegen protesteerde.

En eens in de zoveel tijd, in theorie om de vier jaar — geen kabinet die deze termijn nog haalt — mag er gestemd worden op een nieuwe samenstelling van het parlement. Terwijl dat na zo’n verkiezing steevast met hetzelfde onmogelijke slag middelmatig volk bezet zal worden. Stemmen verandert daarin niets.

Ik heb het vaker geschreven hier. Zolang politieke partijen weigeren gegevens over hun partijfinanciering openbaar te maken, en zolang de Tweede en Eerste Kamer geen lobbyistenregister hebben, sta ik bovendien in mijn recht de Nederlandse politiek door en door corrupt te noemen.

Daarnaast is de politiek ook dom. Want in zijn structurele wantrouwen tegen de bevolking, houdt het ook alle kennis buiten die deze bevolking heeft. Daardoor worden er telkens heel merkwaardige beslissingen genomen. Deze besluiten moeten vervolgens verkocht worden — omdat ze niet voor zich spreken, want zo vaak mede gebaseerd zijn op schimmige politieke koehandel — en dit maakt enkel dat het wantrouwen onder het slimmere deel van de bevolking zal toenemen.

David van Reybrouck ziet dit allemaal ook. Alleen is hij in het pamflet Tegen verkiezingen te beleefd om expliciet te benoemen wat er mis gaat in de huidige parlementaire democratie.

En hij moest ook wel; schelden helpt niet om gehoord te worden; hoe terecht dat geschimp verder ook zijn mag.

Van Reybrouck wil namelijk terug naar een vorm van democratie van helemaal uit het begin van deze staatsvorm; zoals hij eindelijk uitlegt na drie mij wat te uitvoerige hoofdstukken met politieke theorie.

De stadstaat Athene werd namelijk bestuurd door mensen die elk jaar per loting werden aangewezen. Enkel voor de beleidsterreinen waar echte vakkennis nodig was, zoals de legerleiding, werden mensen voor langer vast aangesteld; omdat dit nu net wel vakmensen moesten zijn.

Impliciet zegt Van Reybrouck daarmee: heren en dames politici, iedereen kan doen wat u doet. Alleen dan wel aanmerkelijk beter. Want wie voor een jaartje ingeloot wordt om politiek te bedrijven, wordt daarbij niet gehinderd door verkalkte partijbelangen, noch wegen er dan stiekem miljarden aan lobbygelden op de achtergrond mee. Lotelingen zullen over alles moeten nadenken, en praten. Lotelingen zullen betere besluiten nemen.

Daarom is de kans nihil dat politici iets zullen voelen voor wat Van Reybrouck beoogt — wie onaantastbaar de macht bezit, zal deze nooit vrijwillig afstaan.

En toch is een structureel andere manier van denken nodig, over het openbaar bestuur, en het fundamentele gebrek aan kwaliteit daarvan.

David Van Reybrouck, Tegen verkiezingen
174 pagina’s
De Bezige Bij, 2013

Zink ~ David van Reybrouck

Het zal Boudewijn Büch geweest zijn die mij het eerst vertelde over het bestaan van het ministaatje Neutraal Moresmet. Dat lag onder het drielandenpunt bij Vaals — dat van 1816 tot en met 1919 een vierlandenpunt is geweest.

Ik zie Büch nog op dat heuveltje van het drielandenpunt staan oreren, bij wijze van spreken.

Wat hij toen niet heel goed wist over te brengen, was hoe klein dat Neutraal Moresmet eigenlijk was: 3,5 vierkante kilometer. Want toen ik het landje later eens op fietsvakantie wilde bezoeken, viel zelfs al tegen om het te vinden. Van ministaatje werd het toen wel heel duidelijk een administratieve vergissing. Twee landen waren het even niet eens geweest over hoe de grens moest gaan lopen, nadat Napoleon was verslagen, dus viel een piepklein gebiedje daar net buiten.

In het essay Zink schildert David van Reybrouck een korte geschiedenis van Neutraal Moresmet. Daaruit leerde ik dan toch nog wel dat het geschil om de juiste loop van de grens — tussen aanvankelijk Nederland en Pruisen — ging om wie een rijke zinkmijn in bezit zou krijgen. Daarover werd men het dus niet eens.

En Zink is verder ook een geslaagde vlot vertelde historie. Wat mede komt omdat Van Reybrouck die goeddeels op kon hangen aan het leven van éen man, dat nogal gekleurd werd door de evenementiële geschiedenis van de 20e eeuw.

Zonder ooit in zijn leven te verhuizen is hij Neutraal geweest, rijksingezetene van het Duitse keizerrijk, inwoner van het koninkrijk België en staatsburger binnen het Duitse Rijk. Voor hij wederom Belg zal worden, zijn vijfde nationaliteitswissel, wordt hij afgevoerd als Duits krijgsgevangene. Hij heeft geen grenzen overgestoken, de grenzen zijn hem overstoken. [54]

Vroeg ik me daarmee ook af eerder al geweten te hebben dat die Duitstalige delen van België ingelijfd werden na de Eerste Wereldoorlog, als vergoeding voor alle geleden ellende. Zoals al eens opgemerkt bij de biografie van Elsschot, de Grote Oorlog leeft hier niet zo; kennis daarover spreekt niet vanzelf.

Verder zette dit essay me tot nadenken aan over zaken die er wat mij betreft niet genoeg in behandeld worden.

Alle grenzen die op het land getrokken worden, zijn mensenwerk — en daarmee per definitie gevoelig voor incompetentie, corruptie, machtsmisbruik, of domweg willekeur. Dit maakt dat over alle keren dat het mis ging bij het trekken van grenzen boeken zijn te schrijven die in grote lijnen overeen zullen komen als het om de gevolgen gaat. Mensen worden gemangeld door beslissingen van buiten. Of die nieuwe landsgrens nu beschreven werd in woorden, zoals tijdens het Wener Congres in 1816, of dat er wat lijnen getrokken werden op een kaart; zoals de recente geschiedenissen van het Midden-Oosten of Afrika leren.

En eigenlijk blief ik zulke geschiedenissen niet zo graag. Omdat ze zo zeer tonen dat niemand ooit eens ergens van leert.

David van Reybrouck, Zink
63 pagina’s
Stichting CPNB, 2016