Tegen verkiezingen ~ David Van Reybrouck

► door: A.IJ. van den Berg

Het overkomt me dus vaker. Het radiogesprek dat een schrijver voerde over zijn boek pakte veel interessanter uit dan het boek zelve.

Misschien is dat omdat David Van Reybrouck tijdens zijn interview met het programma Kunststof [mp3] een enthousiasme en gedrevenheid had in zijn woorden, die in zijn boektekst ontbreken.

Wellicht kwam dat omdat hij in het gesprek inging op wat hij zelf al gedaan had om de kloof tussen burger en politiek te dichten — zoals het overleg-initiatief G1000, dat vooral in Vlaanderen even furore maakte — en hij daarom wel gedwongen werd nog iets beter te benoemen waar het democratisch deficit uit bestaat.

Wij vertrouwen de politici niet.

Omgekeerd vertrouwen politici de bevolking al evenmin. Daarom hebben zij alles zo gedraaid dat ze slechts twee dingen van ons nodig hebben.

Ons belastinggeld ten eerste. Dat we opvallend braaf betalen — terwijl sinds 1 juli ineens bijvoorbeeld de belasting op drinkwater gewoon verdubbeld is, zonder dat iemand daar tegen protesteerde.

En eens in de zoveel tijd, in theorie om de vier jaar — geen kabinet die deze termijn nog haalt — mag er gestemd worden op een nieuwe samenstelling van het parlement. Terwijl dat na zo’n verkiezing steevast met hetzelfde onmogelijke slag middelmatig volk bezet zal worden. Stemmen verandert daarin niets.

Ik heb het vaker geschreven hier. Zolang politieke partijen weigeren gegevens over hun partijfinanciering openbaar te maken, en zolang de Tweede en Eerste Kamer geen lobbyistenregister hebben, sta ik bovendien in mijn recht de Nederlandse politiek door en door corrupt te noemen.

Daarnaast is de politiek ook dom. Want in zijn structurele wantrouwen tegen de bevolking, houdt het ook alle kennis buiten die deze bevolking heeft. Daardoor worden er telkens heel merkwaardige beslissingen genomen. Deze besluiten moeten vervolgens verkocht worden — omdat ze niet voor zich spreken, want zo vaak mede gebaseerd zijn op schimmige politieke koehandel — en dit maakt enkel dat het wantrouwen onder het slimmere deel van de bevolking zal toenemen.

David van Reybrouck ziet dit allemaal ook. Alleen is hij in het pamflet Tegen verkiezingen te beleefd om expliciet te benoemen wat er mis gaat in de huidige parlementaire democratie.

En hij moest ook wel; schelden helpt niet om gehoord te worden; hoe terecht dat geschimp verder ook zijn mag.

Van Reybrouck wil namelijk terug naar een vorm van democratie van helemaal uit het begin van deze staatsvorm; zoals hij eindelijk uitlegt na drie mij wat te uitvoerige hoofdstukken met politieke theorie.

De stadstaat Athene werd namelijk bestuurd door mensen die elk jaar per loting werden aangewezen. Enkel voor de beleidsterreinen waar echte vakkennis nodig was, zoals de legerleiding, werden mensen voor langer vast aangesteld; omdat dit nu net wel vakmensen moesten zijn.

Impliciet zegt Van Reybrouck daarmee: heren en dames politici, iedereen kan doen wat u doet. Alleen dan wel aanmerkelijk beter. Want wie voor een jaartje ingeloot wordt om politiek te bedrijven, wordt daarbij niet gehinderd door verkalkte partijbelangen, noch wegen er dan stiekem miljarden aan lobbygelden op de achtergrond mee. Lotelingen zullen over alles moeten nadenken, en praten. Lotelingen zullen betere besluiten nemen.

Daarom is de kans nihil dat politici iets zullen voelen voor wat Van Reybrouck beoogt — wie onaantastbaar de macht bezit, zal deze nooit vrijwillig afstaan.

En toch is een structureel andere manier van denken nodig, over het openbaar bestuur, en het fundamentele gebrek aan kwaliteit daarvan.

David Van Reybrouck, Tegen verkiezingen
174 pagina’s
De Bezige Bij, 2013

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden