Deftigheid in het gedrang ~ J. de Kadt

‘Een Orwell uit Oss’. Dat was de erenaam die politicoloog Bart Tromp eens verzon voor Jacques de Kadt [1897 – 1988]. En hoewel zo’n bijnaam aan de ene kant heel inzichtelijk is — door die vergelijking met Orwell wordt De Kadt als schrijver meteen neergezet — zit er ook iets neerbuigends in. Want, Oss? Wat komt er nu nog meer uit Oss dan dat die afkomst het vermelden waard maakt, behalve de smaakloze supermarktworst van de lokale vleesgigant? Of die zo weinig opvallende betaald voetbalclub?

Toegegeven, er is ook een ‘Orakel uit Oss’. Zo luidde een bijnaam voor de politicus Jan Marijnissen. Onder wiens leiding een partij van voormalige Maoïsten zich ontpopte tot een actiebeweging vol Rode Jehova’s, die thans, na zijn troonsafstand, een merkwaardig bang links-conservatief deel van het parlement uitmaakt.

Dus hoewel Bart Tromp een informatieve inleiding gaf voor deze bundel met polemieken en essays van De Kadt, komt hij er ook niet onderuit ietwat neerbuigend over hem te doen. En dat heeft toch veel van het dedain dat de academicus kan voelen voor de autodidact.

Jacques de Kadt zou een lastige man zijn geweest. Hoewel hij, na ooit bijna Trotskist te zijn geweest, meteen na de oorlog toch ook vijftien jaar Kamerlid voor de PvdA was — iets dat een zelfstandig denkend mens nu niet meer zo lang zou lukken, gezien de steile fractiediscipline en nomenclatuur.

En hij schikte zich toch ook in de PvdA-standpunt over Nederlands-Indië — dat militair ingrijpen gewettigd was om de kolonie te behouden — hoewel hij al vanaf de jaren twintig voor de verzelfstandiging van Indonesië was; het land waar hij de oorlog had doorgebracht, met alle gevolgen van dien.

Jacques de Kadt zei het weleens veel te scherp, volgens Tromp, en dat isoleerde hem. Dit zal best. Maar zegt zo’n conclusie niet evenveel over Tromp, en het politieke klimaat in Nederland, als over De Kadt?

Uiteindelijk gaat het erom wát iemand beweert, en waarop hij of zij dit baseert. Als daar vervolgens niemand aan wil, zegt dit toch echt weinig over de kwaliteiten van zulke uitspraken. Helaas. De samenleving herkent waarheden pas als oude dogma’s vals zijn gebleken.

En De Kadt waarschuwde al voor 1933 tegen Hitler, toen niemand daar in geïnteresseerd was. Zijn bekendste publicatie is Het Fascisme en de nieuwe vrijheid uit 1939; maar dit boek verwierf pas tijdens de bezetting faam.

Met de kennis van nu zijn zulke stukken ook niet het meest inzichtelijk, gek genoeg. Om de kwaliteiten van De Kadt in te kunnen schatten zou ik me eerst moeten verdiepen in de commentatoren die op dat moment verder actief waren. En waar deze over neuzelden. Een vooruitzicht dat te akelig voor woorden is.

Interessanter waren, van de vooroorlogse publicaties, De Kadt’s gedachtenexercities over wat democratie is, en uiteindelijk zou moeten zijn. Voor hem diende die hele democratische samenleving ertoe om iedereen zijn beste bekwaamheden te laten ontwikkelen. Waarop de elite die zo zou ontstaan als vanzelfsprekend de leiding hoorde te krijgen.

Culturele ontplooiing was daarbij van grote betekenis.

En in die zin worden zelfs worden zelfs de schimpschuiten van belang die De Kadt uitte over de Nederlandse maatschappij. Waar ik eerlijk gezegd het meest van genoten heb.

Een van mijn vele, tot dusver onvervuld gebleven wensen is nog eens het verschijnen te beleven van een kleine geschiedenis der Nederlandse letterkunde, bestemd voor grote mensen.

Ik begin met er de nadruk op te leggen dat het een ‘kleine’ geschiedenis moet zijn, want ik vind dat, zodra men gaat schrijven voor ‘grote’ mensen, voor volwassenen bij wie men een behoorlijke dosis algemene ontwikkeling en dus kennis van de wereldliteratuur veronderstelt, van wie men aanneemt dat ze de nodige kritische zin hebben en dat ze dus vrij hoge maatstaven aanleggen, dat dan alles wat werkelijk belangrijk is in de Nederlandse letterkunde in een zeer klein bestek gezegd kan worden, en moet worden. [228]

Gelukkig heeft Tromp niet alleen politieke maar ook cultureel gekleurde stukken uit het verspreide oeuvre van Jacques de Kadt gekozen voor dit boek. Zelfs al hebben de opgenomen boekbesprekingen wel een politieke lading; en dienen ze bijvoorbeeld vaak om nog eens De Kadt’s felle anti-communisme te illustreren.

Een stuk over Gorter, die zeer door De Kadt bewonderd werd, behandelt met nadruk hoe diens Marxistische ideeën zijn latere werk verpest hebben.

Verder moet worden opgemerkt dat ik dit boek lang geleden kocht, op de groei. En dat het werkelijk tot nu heeft moeten duren voor ik een verzameling als deze kan waarderen. Ik heb er enige maanden over gedaan om dit dikke boek uit te lezen. Op mijn gemak. Redelijk vaak genietend.

Graag had ik wel meer van De Kadt’s ideeën over Nederland willen lezen dan deze verzameling me bood; meer dan alleen het vaak wat abstracte wat hij te zeggen had over politiek.

J. de Kadt, De deftigheid in het gedrang
Een keuze uit zijn verspreide geschriften

856 pagina’s
Uitgeverij G.A. van Oorschot, 1991

Geschriften van een intellectuele glazenwasser ~ Bart Tromp

Vreemd boek. Alleen al omdat het merkwaardig blijft dat een heel leven aan denken en publiceren samen te brengen is in éen bandje van vierhonderd pagina’s. Waar de bewonderaars van Bart Tromp dachten zo een monumentje voor hem te hebben opgericht, viel dat bij mij toch anders.

Tuurlijk, als politiek denker had Tromp opvallend vaak gelijk. En hij wist dat ook. Bart Tromp schijnt de neiging niet te hebben kunnen onderdrukken om zinnen te gebruiken als: ‘zoals ik al schreef in 1979’…

Maar de Geschriften van een intellectuele glazenwasser waren me vaak net éen of twee graden te abstract. Ik kwam er geen opmerkingen in tegen die me werkelijk toonden hoe bijvoorbeeld de politiek hier werkt — het was alsof de auteur er vanuit ging dat zijn lezers die kennis al hadden; wat hem vervolgens verloste van de plicht om in te gaan op hoe smerig het politieke handwerk soms is, in Nederland coalitieland.

Behalve dan dat Machiavelli telkens werd aangehaald.

Dus dan had Bart Tromp [1944 — 2007] een uitgesproken hekel aan machtsmisbruik. Vervolgens leek me dat de dader en de redenen achter diens misbruik zelden genoemd werden.

Ik weet natuurlijk niet welke publicaties niet gebruikt werden voor deze bloemlezing. Het kan zijn dat door Die Wende, en de daarop volgende val van het Communisme, een halve bibliotheek aan waarschuwende beschouwingen ineens te zeer was achtergebleven in de tijd. Waardoor de samenstellers van dit boek noodgedwongen voor tijdlozer materiaal moesten kiezen.

Mij bevielen de teksten het meest die over de plaats van Nederland gaan, in de wereld — en daarmee over de samenwerkingsverbanden waarin Nederland functioneert.

En Tromp’s boekbesprekingen waren zo goed dat ik het jammer vond dat de bloemlezing er zo weinig bevat.

Alleen denk ik meer te hebben aan de losse bundels die er tijdens Tromp’s leven zijn verschenen. Omdat daarin het werk dan uit een beperkte periode stamt, wat het voor mij makkelijker maakt om te achterhalen welke vragen er toen precies speelden, en welke antwoorden de schrijver daarop had.

Deze selectie uit een kleine veertig jaar werk hing te zeer als los zand aan elkaar.

Geschriften van een intellectuele glazenwasser
De draagbare Tromp

Samengesteld door H. Daalder, P.Kalma, A. van Staden, en G.H.M. Tromp
421 pagina’s
Bert Bakker, 2010

Haagse tegenstrijdigheden ~ André Rouvoet e.a.

Het gaat wat ver om van een dun boek als dit te verwachten dat het dé analyse biedt over de merkwaardige paniek in politiek Nederland sinds de moord op Fortuyn. De ruimte om de diepte in te gaan ontbreekt. En toch roept ook deze uitgave vooral dezelfde conclusies op die ik al maakte, over vergelijkbare, maar dikkere boeken.

De diagnose kan niet deugen, als die te zeer gericht blijft op een te klein deel van het probleem.

Goed, een actief politicus als André Rouvoet [CU] is moeilijk kwalijk te nemen dat hij zich alleen richt op waar de politieke partijen in de Tweede Kamer aandacht voor hebben.

Maar ook de blik van PvdA-er Bart Tromp blijft te zeer op partijniveau hangen. Al leer ik dan wel uit een voetnoot bij hem:

In de politiek betekent ‘professional’ dat iemand voltijds werkt, niet dat hij of zij over onbetwistbare expertise beschikt.

Paul Schnabel, de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau [SCP], doet wel een bijna interessante poging om aan te geven welke maatschappelijke ontwikkelingen allemaal genegeerd zijn, door politici in Den Haag. Hij concludeert:

Opvallend is dat anders dan in de jaren zestig nu niet gepleit wordt voor een totale verandering van het systeem — politiek, economisch, sociaal. Integendeel, met het systeem is men eigenlijk wel tevreden, zeker als het beter zou functioneren. Het doelwit van de agitatie en de actie is niet het systeem, neen, het gaat om de dragers ervan: de politici, de ambtenaren. Tien jaar geleden werd in de Duitse politicologische literatuur al melding gemaakt van het samengaan van Systemzufriedenheit met Politikverdrossenheit. Voor Nederland kan daar nu aan toegevoegd worden dat veel burgers niet alleen genoeg hebben van de politiek, maar vooral van de politici.[…]

Jammer genoeg graaft Schnabel in zijn beschouwing niet dieper. Waardoor ik dus denk dat hij dit waarschijnlijk niet kan zonder zijn eigen positie te ondergraven.

Zijn SCP maakt deel uit van die hele constellatie aan NGO’s en overheidsinstellingen waar het politieke beleid voor een groot deel gemaakt wordt — zonder dat hier democratische controle op is. Als politici in het kabinet of de Kamer een beperkte visie te verwijten is, dan komt dit ook omdat juist al die planbureaus en andere adviesorganen hen systematisch met blindheid slaan.

Nu wilde ik dit boek per se lezen om de bijdrage van H.J. Schoo — de grootste buitenstaander van de vier. Zijn ‘Van oude en nieuwe klassen, of de deftigheid in gedrang’ is vooral een analyse van de vraag waarom Pim Fortuyn zo veel weerstand opriep.

Schoo had Fortuyn indertijd als columnist bij Elsevier gehaald — niet omdat hij het per se met hem eens was, maar omdat hij iemand met diens geluid verder mistte in de media.

Niet toevallig misschien schrijft Schoo dan ook over systeemblindheid bij politici en overheid. En dat nu had hij volgens mij zonder moeite nog een stuk etsender kunnen doen.

Haagse tegenstrijdigheden
Een jaar verder

69 pagina’s
Amsterdam University Press, 2003

Hoe de wereld in elkaar zit ~ Bart Tromp

Bart Tromp [1944 – 2007] heeft interessantere beschouwingen geschreven dan in deze bundel met columns staan. Dat lijkt een wat vervelende conclusie om meteen al te trekken. Maar ik bedoel die toch ook als compliment.

Hoe de wereld in elkaar zit bevat een keuze uit 25 jaar werk. Tromp schreef deze columns onder meer voor Het Parool.

Hij was alleen wel éen van die denkers die afstand probeerde te houden tot wat op dat moment maar schreeuwende nieuwskoppen maakte. En zulke bedachtzaamheid is absoluut nodig; zeker in een krant. Alleen verdraagt de column als genre die redelijkheid nauwelijks. De lengte, van 700 à 900 woorden, schiet daarvoor te kort. Die lengte eist juist stevigheid in het betoog, en dus een samenballing, en daarmee al gauw een overdrijving van argumenten.

De voornaamste waarde van dit overzicht lijkt me dan ook dat die toont hoe breed de belangstelling was van Bart Tromp.

Ik vond de stukken in deze bundel ook interessanter die ik daar niet verwacht had — over cultuur, of een persoonlijke herinnering aan Anne Wadman als leraar — dan de vele politiek gekleurde stukken. Dat was nog niet eens omdat Tromp een kritisch PvdA-lid was, en zijn voorkeuren daarbij al gauw eens zijn stukken kleurde.

Nee, er kleeft onbedoeld iets treurigs aan de constatering bijvoorbeeld dat een publicist met goede argumenten kan waarschuwen dat een politieke beslissing fout zal uitpakken. Maar dat zo’n besluit dan toch genomen wordt. Domweg omdat zulke beslissingen zo zelden genomen worden op basis van argumenten.

Al had Tromp dat wel degelijk heel goed door. Een afdeling columns is in de bundel verzameld onder het kopje ‘De sovjetzone van Nederland’:

scheiding

De toekomstige staatssecretaris bracht op haar beurt iets onder woorden, waarover de meeste politici in het algemeen uit gêne en schaamte het stilzwijgen bewaren, namelijk dat zij er een andere manier van rekenen op na houden dan normale mensen. Hun logica is de onze niet. […] [159]

Bart Tromp, Hoe de wereld in elkaar zit
25 jaar maatschappij, politiek en cultuur

230 pagina’s
Prometheus, 2004