dit is het dossier:

Leo Vroman

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Huis en Tuin ~ Leo Vroman

Van wat Leo Vroman heeft gepubliceerd, kende ik zijn tekenwerk het minst goed. Terwijl de staaltjes daarvan in zijn recente dagboek me toch wel intrigeerden.

Dus werd dit boek geleend. Dat tot pagina 41 een gewone dichtbundel lijkt — al zijn de pagina’s wat groot — en dan verandert in een stripboek. Al zullen die tekeningen volgens de mores in de literaire wereld wel weer beeldende kunst heten.

En die strips boeiden me meer dan de gedichten, ook al bieden ze telkens meer de uitbeelding van een idee dan een verhaal met een plot. Vroman doet in beide expressievormen weliswaar allereerst zijn eigen zin, in beeld is dat toch spannender dan in tekst. Misschien komt dit omdat al zo veel dichters de taal mishandelen, dat Vroman’s werk daar bescheiden naast afsteekt. Misschien is dat omdat iemand die met de conventies van de strip wil spelen, daar toch ook een grote ambachtelijke beheersing voor nodig heeft.

Maar, biologen leren vanouds te kijken, en wat zij waarnemen in tekeningen vast te leggen. De problemen van dat ambacht heeft Vroman dus allang overwonnen.

Leo Vroman, Huis en tuin
63 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 1979

Misschien tot morgen ~ Leo Vroman

Er is minstens éen categorie boeken wat overbodig geworden door wat er online allemaal gebeurt. Zo had ik Leo Vroman’s dagboek als weblog zeker gevolgd, maar is het me als uitgave op papier veel te dik. Er had met een bloemlezing kunnen worden volstaan.

In het begin is zeker nog interessant hoe Vroman, die geboren werd in 1915, door de dagen scharrelt. In zijn verzorgingsflat in Fort Worth, met zijn grote liefde Tineke nog altijd in de buurt. Met hun sociale verplichtingen daar, en het contact via internet met alles daarbuiten.

Maar, zijn wereld is soms klein. Dat is een wereld van duizenden spelletjes Klondike op computers, van kleine kwaaltjes, en van herhaald dokterbezoek. Met gemopper over de presidentsverkiezingen in 2004, tussen Bush en Kerry. Tegelijk weet Vroman dat wij meelezen, dus lijkt hij openhartiger dan hij is.

Ik had dit boek dan ook niet uitgelezen, als er niet iets fundamenteels in veranderd was, vanaf pagina 261. Tot dan is het Nederlandstalig herfst- en winterdagboek, op verzoek geschreven voor Querido. Maar daarna wordt de tekst ineens Engelstalig, en dan ook gaat Vroman in afleveringen zijn levensgeschiedenis beschrijven; naast de observaties van alledag.

Op het laatst voegt hij ook eigen tekeningen toe — en vervolgt die goede gewoonte als het dagboek weer in het Nederlands overgaat.

Dus was het dat, die levensgeschiedenis, de schaarse uitwijdingen verder over het wetenschappelijke werk van Vroman in het bloedonderzoek, en de tekeningen tussen de tekst, die het plezier brachten om dit boek helemaal door te nemen. Al heeft me dit wel enige maanden gekost.

Er past ook weinig anders dan bewondering, voor de blijvende lenigheid van Vroman’s geest.

scheiding

vrijdag 10 februari

12:10 a.m. Hoe stom, stom, stom om Annette te beloven toen ze iemelde dat het dagboek te veel in het Engels was, om zelf te gaan vertalen, ik wil niet, het is als honderd dagen lang mijn eigen braaksel te moeten eten. En nachten. En waarom verdomme doorgaan in het Engels of wat dan ook. Dagboek, dit is misschien het einde.

Leo Vroman, Misschien tot morgen
Dagboek 2003-2006

695 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 2006

Proza ~ Leo Vroman

Van Vroman had ik alleen gedichten gelezen, en zijn memoires met die wat obscene titel: Warm, rood, nat en lief. Dat boek ging trouwens vooral over bloed, omdat Vroman daar al zestig jaar onderzoek naar doet.

In deze bundel zijn drie vroege verzamelingen aan verhalen samengebracht. Tineke uit 1948, De adem van Mars uit 1956, en Snippers, dat voor het eerst verscheen in 1958. Dat kon ook, vanwege de duidelijk autobiografische achtergrond van die drie boekjes.

Voor wie de biografie van Leo Vroman al wat kent, zoals ik, kleedt dit boek de kale feiten uit zijn leven prachtig aan. Zo was daar die oneindig lange verloving met zijn Tineke. De belofte werd uitgesproken in 1938, maar toen vlamde de Tweede Wereldoorlog op. Vroman vluchtte in 1940 naar Engeland, en reisde vandaar naar Nederlands-Indië. Waar hij afstudeerde. Alleen kwam de oorlog daar ook, en verdween Vroman een kamp in.

Na afloop van al dat kwam hij in New York terecht, om daar te werken. Het huwelijk met Tineke komt er dan eindelijk, in 1947. Samen krijgen ze twee dochters.

En dan is dit nog maar de achtergrond bij de verhalen in dit boek. Voeg daar Vroman’s eigenzinnige en persoonlijke taalgebruik bij; want zelfs in proza kiezen dichters hun woorden nog zorgvuldig. En laat die schrijver dan kijken, met een schijnbaar altijd verwonderde blik.

Vooral Snippers, met alle aandacht daarin voor zijn al veramerikaanste dochtertjes, vond ik bijzonder.

Leo Vroman, Proza
Een keuze uit de verhalen

195 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij © 1984,
© oorspronkelijk 1948, 1956 en 1958