Diary | 1953-1954
Witold Gombrowicz

Een week nadat Witold Gombrowicz [1904 – 1969] in Argentinië aankwam, vielen de Nazi’s zijn vaderland Polen binnen. Dit toeval bepaalde vervolgens de rest van zijn leven. Hij was ook maar uitgenodigd om de maiden voyage mee te maken van een Pools cruiseschip, dat een nieuwe lijn zou openen naar Zuid-Amerika. Maar de Duitse bezetting en de Sovjet-overheersing van zijn land na de Tweede Wereldoorlog gaven weinig redenen om terug te willen keren.
Vanuit zijn positie als buitenstaander schreef Gombrowicz vanaf 1953 tot zijn dood dagboekaantekeningen voor het ballingenblad Kultura.
Voor een deel bestaan die aantekeningen uit een tijdgebonden polemiek tussen Poolse schrijvers onderling in exil, en over collega’s die wel in het land waren gebleven. Die gedeelten worden in de Nederlandse uitgaven van Gombrowicz’ dagboeken gauw eens weggelaten.
Helemaal terecht lijkt me dat niet. Gombrowicz komt zeker de eerste jaren van zijn aantekeningen telkens terug op de vraag wat nu goed schrijven is, en dan zijn diens conclusies ook wel begrijpelijk zonder te weten welke boeken hij kraakt.
Bovendien is veel in dat dagboek te zien als een positiebepaling. Waarbij hij naar het einde toe steeds extremer schijnt te worden.
Ik las deze week de eerste twee jaar uit de collectie, om daarbij vooral veel plezier te beleven aan wat hij schreef in 1954. Al geldt wel dat dit plezier allereerst komt doordat hij weleens wat schrijft dat mij zeer aanspreekt. Misschien passeert de rest wel simpelweg als ruis; en doet dit er niet toe omdat de gongslagen zo opvallen.
Het eerste jaar uit Gombrowicz dagboeken heeft overigens ooit het motto geleverd waaronder mijn boeklog opereert:
Dus, oordeel niet. Beschrijf slechts uw reacties. Schrijf nooit over de auteur noch over zijn werk, slechts over uzelf in uw confrontatie met het werk of de acteur. Over uzelf heeft u het recht te spreken.
Punt is daarbij wel dat dit citaat hier niet stopt, en vervolgt:
Maar, over uzelf schrijvend, schrijf dan zo dat uw persoon aan gewicht, betekenis en leven wint, dat zij tot uw beslissend argument wordt. Schrijf du niet als een pseudo-wetenschapper, maar als een kunstenaar. Kritiek moet even strak gespannen en vibrerend zijn als het werk dat zij aanraakt – anders laat zij slechts het gas ontsnappen uit een ballon, wordt zij tot een slachting met een stomp mes, tot ontbinding, anatomie, graf.
En die woorden heb ik bij het motto gemakshalve indertijd maar weggelaten. Omdat me wel duidelijk was dat mijn boeklogjes te snel geschreven waren om meer te zijn dan aantekeningen in een publiek leesdagboek. Tegelijk tellen ze wel mee.
In wat ik las uit de jaren 1953 en ’54 zal me verder vooral bijblijven hoe Gombrowicz over Milosz schrijft – die dan een jaar daarvoor in Parijs politiek vluchteling is geworden.
Enig persoonlijk belang zit daar wel bij. Ik ben nu al anderhalf jaar bezig in Milosz’ klassieker The Captive Mind, zonder daar meer dan een paar pagina’s per keer in te kunnen lezen. Wellicht heb ik nu door Gombrowicz opmerkingen toch een ingang gevonden tot dat boek.
[ lees al mijn gedachten over Gombrowicz’ dagboeken hier ]
[x]#10393 fan zaterdag 13 oktober 2012 @ 10:35:42