Navigare
Te fietsen | week 45

De prettigste route om te fietsen, is lang altijd niet de kortste route of de snelste route. En dat kon weleens de reden zijn waarom ik nog altijd geen los satellietnavigatietoestel bezit.
Want je kunt thuis wel een route plannen, als die door een voor jou onbekend gebied gaat, blijft het raden of daar een beetje aardigheid aan te beleven is. Complicerende factoren zijn bijvoorbeeld dat lang niet alle fietspaden door bossen iets te bieden hebben. En al evenmin zijn alle routes parallel aan de snelwegen per se heel saai.
Kaarten liegen bovendien. Imposant brede wegen op de kaart kunnen in werkelijkheid nogal tegenvallen.
Wat me dit jaar goed beviel, was om de routeplanner van de Fietsersbond een rondje te laten bedenken. Want het beginpunt van zo’n rit is bekend, en er zijn ook altijd wel éen of twee punten onderweg te verzinnen waar je naar toe zoudt willen gaan. Waarop die planner me altijd wel langs een pad of wat voerde dat ik nog niet kende; en dan eens ging bekijken.
Probleem voor elke fietser blijft evenwel dat nog altijd overal de auto prioriteit heeft. Fietsers moeten het doen met onoverzichtelijke kruisingen, de ene keer wel voorrang op een rotonde de andere keer niet, en nooit of te nimmer een volstrekt heldere verbinding van A naar B.
Daar voegt een geplande route al gauw extra verwarring aan toe.
Maar als ik onderweg mis rijd, is dat meestal omdat ik zelf de logica had moeten ontwaren in een volkomen onlogische situatie.
O, om vlot naar het zuiden te kunnen fietsen, had je dus juist eerst honderd meter door die nieuwbouwwijk naar het noorden moeten rijden, om dan via een links-recht combinatie en een verdekt fietspaadje bijna precies tegenover de brug uit te komen over dat anders onpasseerbare kanaal! Natuurlijk!
In zulke gevallen ben ik blij om navigatie-apps te hebben op mijn telefoon. Zodat ik bij het gevoeld verdwaald te zijn tenminste nog kan nagaan waar of ik ben. En vooral hoe die positie zich dan verhoudt tot de gewenste route.
Alleen weet ik inmiddels ook dat je minstens vier keer door een omgeving moet rijden om uit te vinden hoe daar het prettigst doorheen gefietst kan worden. Want bij een eerste keer kennismaking is alles domweg te nieuw. De tweede keer komt vaak met het misplaatste zelfvertrouwen dat je al weet hoe het zit. Waardoor er bij de derde keer pas echt inzicht komt over hoe de wegen en straten erbij liggen; al is die dan nog steeds gepaard aan onzekerheid.
[x]#12732 fan maandag 7 november 2016 @ 10:24:49