Zinnig eigenzinnig ~ Hermann Hesse

► door: A.IJ. van den Berg

Mijn geheugen kan me ook bedriegen. Ooit heb ik haast alle belangrijke boeken van Hermann Hesse gelezen. Als daar niet enig plezier aan te pas was gekomen, had ik het wel bij eentje gelaten.

Nu lukt het me niet meer. Zelfs deze verzameling van autobiografische schetsen en brieven vermocht niet me te boeien.

Ooit had misschien het essay ‘Zinnig eigenzinnig’ zo zijn nut. Toen ik nog school ging en het daar saai vond. Er bovendien niets op wees dat het leven ooit aangenamer zou worden. Want, na school kwam misschien nog de hogere school, en daarna de werkgever en het huwelijk. Nooit zouden die mij kunnen brengen wat ik leuk vond om te doen.

Nu lees ik ‘Zinnig eigenzinnig’ en het is of een oeroude stem van rond de eeuwwisseling met uitroeptekens tot mij spreekt over wat de mens moet zijn. Hesse schreef dat met de schrik van de Grote Oorlog in 1919 nog in het lijf. Toen te veel jonge mannen stierven voor zoiets vaags als de glorie van het vaderland.

De successen van het fascisme, of het nazisme en het communisme moesten toen nog aanbreken. Maar Hesse’s woorden zijn te abstract om als vroege waarschuwing tegen die totalitaire stromen te kunnen worden gezien. Behalve voor de fan misschien.

Hermann Hesse, Zinnig eigenzinnig
248 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers, Privé-domein, 1979

[x]opgenomen in het dossier: ,

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden