Tegennatuur ~ Michel van Eeten

► door: A.IJ. van den Berg

Ooit was het de goede gewoonte onder recensenten om debuten wel even te noemen, maar verder te negeren. Als het een nieuwbakken auteur serieus was met dat schrijven, kwam er nog gelegenheid genoeg om terug te kijken op de eerste boeken.

De tijden zijn veranderd. Geen uitgever die een schrijver nog de tijd gunt het ambacht in de vingers te krijgen. Debuten moeten er staan. Meteen. Anders wordt een vervolg moeilijk. Maar paradoxaal genoeg worden er toch te veel debutanten uitgegeven, uit angst van uitgevers om de volgende bestsellerauteur per ongeluk te missen.

Daarom negeer ik op boeklog de eerstelingen liever. Perfecte boeken zijn het zelden, en te veel ook zijn variaties op een al aan mij bekend thema. Maar regels bestaan er om vanaf te wijken. En Tegennatuur van Michel van Eeten is alleen al de moeite van het bespreken waard, vanwege een daarin behandeld onderwerp, en de ambities die de auteur daarmee toont. Literatuur is nieuws dat nieuws blijft, om Pound te citeren. Goede boeken, als deze, laten de lezer over onderwerpen nadenken, waar die voorheen blind voor was.

Tegennatuur gaat deels over waterbeheer, en wat een ongebruikelijk romanonderwerp is dat niet. Daarbij gaan de vragen ook nog over watermanagement in Californië, waar te veel mensen in apert droge gebieden wonen.

Knap aan deze roman is alleen al dat die ons o zo gedoseerd langs de reeksen aan problemen leidt die ontstaan als mensen ingrijpen in de natuur. Oplossingen roepen namelijk altijd weer nieuwe moeilijkheden op, die ook weer om oplossingen smeken. Binnen dat mechanisme wegen verschillende belangen op een verschillend moment mee; wat tot merkwaardige constructies leidt. Van een afstandje bekeken dan. Om een deel van de natuur ten eigen bate te kunnen gebruiken, kan bijvoorbeeld besloten worden de rest maar zo goed mogelijk te bewaren als die is; en daarmee in de tijd te laten stollen. [Het komt overigens zelden voor dat ik door een roman actuele discussies kan beoordelen.]

De goede bedoelingen van het ene moment kunnen later op een misdadige willekeur lijken.

Een afstandelijke kijk op deze zaken komt van een jonge Nederlandse wetenschapper, die hierover uiteindelijk een boek moet schrijven voor een prestigieuze academische uitgever. Grad Vaessen. Een naam die een Limburgse afkomst doet vermoeden, en ook iets objectief systematisch heeft [graad Celsius, graad waterhardheid]. Tegelijk krijgt Grad nauwelijks iets aan persoonlijke geschiedenis mee in het boek — nog net een vriendin in Nederland, die hem tijdens het boek komt opzoeken. Evenmin poogt de roman objectief te zijn; alles wordt als door zijn ogen beschreven, hoewel het boek in de derde persoon enkelvoud staat.

Het drama in dit boek komt vooral voort uit de verhouding tussen Grad en zijn Amerikaanse begeleider. Leslie. Ingewikkeld aan de tochten die zij samen ondernemen voor hun onderzoek is alleen al dat zij ondertussen niet meer tot elkaar staan als meester tot tovenaarsleerling — hun kwaliteiten vullen elkaar voornamelijk aan. Extra complicaties zijn bovendien dat Grad tijdelijk inwoont bij Leslie en diens gezin, wat nogal claustrofobisch werkt, en dat deze een oogje op hem heeft gekregen.

Dit levert een aantal jaloersmakend goed geschreven scènes op.

Mijn bedenkingen bij deze roman zijn dan ook typisch conclusies over een debuut. Ik had weleens problemen met de timing, en het maathouden [de schrijver is me weleens té triomfantelijk in zijn terzijdes — auteurs kunnen ook te intelligent zijn zonder hun boek daarmee te dienen].

Daar tegenover staat dat het boek in zijn totaal iets heeft dat de Nederlandse literatuur zo node mist. Romans worden namelijk niet interessant doordat de auteur daarvan zo fijn over zijn of haar leven heeft geschreven, of imponeren wil met van anderen geleende woorden. Spaar me dat eeuwige beplukken van het navelpluis toch. Lul toch niet antieke filosofen of twintigste-eeuwse natuurkundigen na. Een goede roman toont voor mij iets van de wereld waarin de schrijver verkeerde, en diens verbazing over wat die daar aantrof.

Schrijven is allereerst zien, en daarna pas vormgeving. En dan interesseert het me niet dat Van Eeten wetenschapper te Delft is, en er verbanden zouden bestaan tussen de roman en zijn autobiografie. Hij keek, en keek daarbij verder dan de spiegel waarvoor zovele schrijvers treuzelen blijven.

NB: Michel van Eeten heeft een bekroond weblog

Michel van Eeten, Tegennatuur
302 pagina’s
Uitgeverij Atlas, 2008

** Disclaimer: ik heb een vroege versie van dit boek gelezen, en van commentaar voorzien. Ik ken Michel van Eeten verder niet, heb hem nog nooit gesproken, of ontmoet.


[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden