Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u ~ Sander Heijne

► door: A.IJ. van den Berg

Enige goede kant aan die Brexit, zo deze doorgaat, zou zijn dat Nederland zijn belangrijkste bondgenoot verliest in de EU voor het almaar doordrammen van dat ene zo onzindelijke dogma. Dat de markt altijd gelijk zou hebben. Enkel de Britten en de drie ooit grootste politieke partijen in Nederland zijn daar nog altijd heilig van overtuigd.

Ten onrechte. Omdat er nu toch al even ervaring mee is dat het afstoten van overheidstaken aan de markt een product of dienst altijd duurder maakt, en nogal eens slechter van kwaliteit.

In Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u vat journalist Sander Heijne ervaringen samen die hij opdeed bij zijn werk voor De Volkskrant en later De Correspondent. Zo werd Heijne ooit het specialisme transport opgedrongen, waardoor hem al snel opviel hoe raar de privatisering van het spoor heeft uitgepakt. Met dat netwerk wat al vastloopt bij drie vlokken sneeuw. Machinisten en conducteurs van een trein hebben tegenwoordig nu eenmaal te wachten op monteurs van dat heel andere bedrijf, ProRail, omdat enkel hun mensen een bevroren wissel mogen vrijmaken. Alleen staan die monteurs daarop dikwijls ergens vast in de file, omdat iedereen meteen de auto pakt als de treinen niet meer rijden.

Nam Heijne in dit boek ook nog de postbezorging mee, en dat krankzinnige zorgstelsel in Nederland — waarin de bekostiging van alle zorg is uitbesteed aan verzekeraars — en is er ook een zijstapje naar de markt voor kinderopvang; waarvan vooral Amerikaanse investeringsmaatschappijen rijker worden.

Dat leverde uiteindelijk een viertal ervaringswetten op — de vragen die iedereen zou moeten stellen op het moment dat de politicus weer eens beweert dat marktwerking ergens de oplossing voor biedt, en de overheid zich toch vooral moet terugtrekken.

Voornaamste ervaring van Heijne is overigens: ze doen maar wat. Politici lijken geen idee te hebben waarom de overheid ooit een taak op zich heeft genomen. Zoals dat de centralisering van een dienst of taak weleens de enige efficiëntie manier kon zijn om iets tot stand te brengen.

Die wetten zijn:

  1. Dienen de financiële prikkels het belang belang?
  2. Betaalt de afnemer voor de eigen consumptie?
  3. Hebben zowel afnemers als aanbieders de vrijheid elkaar de deur te wijzen?
  4. Spelen alle internatonale deelnemers het spel volgens dezelfde regels?

En deze opsomming zo maakt de wetten wat abstract, terwijl ze in dit boek nu juist volkomen logisch uit het betoog voortvloeien. Evenmin kon ik het bijvoorbeeld een probleem vinden dat de auteur de versimpeling aanbrengt om het neoliberale gedachtegoed enkel op te hangen aan de econoom Friedman, en uiteindelijk Ronald Reagan.

Hoogstens had het failliet van de sociaal-democratie als tegenkracht misschien wat grondiger in het betoog mogen worden opgenomen. Of misschien was een tegenvoorbeeld nuttig geweest, over wat er gebeurt als de overheid zich juist eens extra met alles bemoeit — waardoor niemand meer een betaalbare woning kan vinden, bijvoorbeeld. Het probleem ‘ze-doen-maar-wat’ in Den Haag strekt zich zo veel verder uit.

Dit is ook een boek van een journalist, die zich er nota bene voor excuseert geen uitgebreide statistieken te hebben verzameld, en enkel een betoog te houden. Terwijl ik me afvraag waarom excuses nodig zouden zijn. Zo staat er een uitermate simpel voorbeeld deze uitgave dat in éen klap duidelijk maakt wanneer marktwering verkeerd is, en waarom. Geen enkele wetenschapper kan beter verwoorden dan hoe enkele waarschijnlijk niet bijster hoog geschoolde collega’s van Heijne het zeiden, toen deze rond de eeuwwisseling een baantje had als postbode.

‘Als andere ondernemingen straks ook post mogen bezorgen, dan zullen die hun eigen sorteercentra gaan opzetten en hun eigen postbodes gaan aannemen,’ zei er een. ‘Dan lopen er straks dus vier postbodes door de wijk in plaats van één. Kun jij mij uitleggen hoe dat in godsnaam efficiënter is dan alle post door één postbode te laten bezorgen?’

Enfin, ondertussen is wel duidelijk hoe de efficiëntieslag heeft uitgepakt op deze markt. De postbode verloor na de ‘liberalisering’ van de postmark alle status als redelijk betaald beroep. Oproepkrachten mogen voortaan alle werk doen, voor bijna niets. En welke politicus ook die zo’n rampzalig besluit voorstelde, zoals in dit geval het dwaallicht Annemarie Jorritsma (VVD), geen zal later ooit éen tel geremd worden in de eigen carrière door wat er aan problemen mogen ontstaan door zulk wandenken.

En dan is dat soort nog verbaasd dat niemand meer op ze stemmen wil.

Sander Heijne, Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u
Dertig jaar marktwerking in Nederland

208 pagina’s
de Correspondent Bv, 2016

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden