dit is het dossier:

Chris Anderson

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Free ~ Chris Anderson

Net als het boek The Long Tail begon Free als een artikel, in het tijdschrift Wired, waarvan Anderson de hoofdredacteur is. En net als met zijn eerste boek leverde dat stuk tal van reacties op, die hem stevig hielpen het onderwerp helderder te zien.

Free was ook een tijd gratis online te downloaden; iets dat op het moment van schrijven alleen nog voor de Nederlandse vertaling geldt. En waar bij andere auteurs zo’n gratis aanbod toch snel een marketingstunt is, of misschien uit ideële overwegingen voortkomt, kon Anderson naar mijn idee niet anders. Weliswaar heeft hij dit boek geschreven, zonder die inbreng van zijn lezers was het nooit zo rijk geworden. Enige dank mocht hij hen wel tonen.

Het woord ‘Free’ heeft in het Engels twee betekenissen. Vrij. Of gratis. En waar het recent op boeklog bij Laurence Lessig in Free Culture over vrijheden ging, behandelt Anderson de nieuwe economie van gratis. En daarmee de fundamentele invloed die deze ontwikkeling heeft op bestaande, en eerder zo prettig winstgevende bedrijfsmodellen.

Internet maakt dat het niets meer kost, in verhouding, om digitale data te verspreiden. Dus staat ineens elke bedrijfstak onder druk waarvan de producten te digitaliseren zijn. Of niet?

Tegenover elke klacht van een hoofdredacteur dat een krantenabonnement voor te veel mensen overbodig lijkt, door alle gratis nieuws online, staan verhalen van bedrijven die er wel aan weten te verdienen om hun producten weg te geven. De grootste firma online laat iedereen zonder te betalen zijn zoekmachine gebruiken; Google genereert inkomsten door de reclameruimte die het bedrijf verkoopt.

Het idee om klanten iets gratis te geven, om op een andere manier aan hen te kunnen verdienen, is helemaal niet zo nieuw ook. En natuurlijk is er uiteindelijk altijd wel iets of iemand die betaalt voor het gratis product, of de dienst om niet. Maar deze betaling vindt veel gespreider plaats dan voorheen.

Iedereen die Google gebruikt, staat ook toe dat de zoekmachine een profiel aanlegt van hem of haar, en dat bijvoorbeeld gebruikt om op maat advertenties te tonen. Daar hebben adverteerders best een paar centen meer voor over. En internetgebruikers geven er, meestal ongeweten, graag hun privacy op voor het benutten van iets dat gratis lijkt.

De centrale boodschap van Anderson’s boek is: bits zijn geen atomen. Veel van de traditionele beperkingen — economie en recht gaan vanouds uit van bezit, en dus van schaarste — bestaan er in een digitale economie niet meer. Een zekerheid die in de twintigste-eeuwse economie nog kon opgaan, is in de eenentwintigste eeuw vaak al een fout.

Interessantst aan dit boek was voor mij daarom het laatste hoofdstuk, dat ook als samenvatting kan dienen voor de rest. Daarin signaleert Anderson 14 misverstanden over ‘gratis’, om zo onder meer zien te laten zien waarom er zo veel onzin wordt gepraat over de ‘nieuwe economie’.

10. Gratis brengt een generatie voort die nergens de waarde van inziet.
[…]
Deze zorg bestaat al sinds de industriële revolutie – vervang ‘gratis’ door ‘stoom’ en je ziet de Victoriaanse bezorgdheid over weke spieren en hersens voor je. Het is waar dat elke generatie dingen vanzelfsprekend vindt die de vorige generatie meer waardeerde, maar dat betekent niet dat elke nieuwe generatie álles minder waardeert. Ze hechten alleen waarde aan andere dingen. Het is ons op de een of andere manier gelukt om niet meer met het ochtendkrieken uit bed te komen om de koeien te melken en toch onze wil tot werken te behouden.

En toch had ik wel kunnen volstaan met een herziening van het eerste artikel dat Chris Anderson ooit online zette, over dit onderwerp.

Chris Anderson, Free
Hoe het nieuwe gratis de markt radicaal verandert

318 pagina’s
Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2009
vertaling door Geeske Bosman van:
Free. The Future of a Radical Idea, 2009

Long Tail ~ Chris Anderson

Het geheim achter het succes van de supermarkt Aldi is geen geheim, zo las ik eerder dit jaar. Het aanbod blijft er beperkt, maar de prijzen zijn laag. Klanten die iets kopen, beslissen alleen: ja, dit wil ik hebben, of nee, liever toch niet.

Dit boek laat onder meer zien waarin Aldi onnoemelijk ouderwets is. Chris Anderson probeert er in aan te tonen dat consumenten juist altijd zo veel keuze willen hebben als mogelijk is. Maar dat ze daarbij ook informatie verlangen om goed te kunnen kiezen. Traditionele winkels schieten op beide fronten tekort. Hun stellages bieden hoogstens ruimte aan een beperkt tal artikelen, en meer informatie dan de prijs van een artikel geven ze meestal niet.

Zie hier éen van de verklaringen achter het succes van het winkelen online. Niet alleen is via internet meer te vinden, het is ook makkelijker te vinden — net als de alternatieven — en bovendien zijn de meningen van andere kopers over een product of dienst vaak ergens voorhanden.

Door e-commerce moet daarom afscheid worden genomen van een ervaringswet uit de handel. Voorheen gold de 80/20 wet, hier uit te leggen als dat 80% van de omzet uit 20% van de aangeboden producten komt. Maar als consumenten keuze genoeg wordt geboden, blijkt dat er nauwelijks meer winkeldochters bestaan. Dit maakt dat handelaren de waarde van niche-producten moeten leren zien. Een product waarvan elke week een paar verkocht worden, levert over een langere tijd gemeten ook een heel aardige omzet op.

Dit is die lange staart, uit de titel van het boek. En dat is voor mij ook het aardigste idee, van Anderson. Al volstaat het voor een goed begrip misschien ook wel om diens artikel op Wired te lezen dat de basis was voor dit boek.

Anderson vult het boek The Long Tail verder in, door enkele trends online uit te leggen. Daarin vind ik hem minder geslaagd. Anderson redeneert me alles wat teveel toe naar zijn theorie, die volgens mij vooral een economische theorie is, die niet per se universele geldigheid heeft. Het lukt hem bijvoorbeeld wel erg goed om uitgaande van die lange staart om de aantrekkelijkheid van Wikipedia te verklaren, of het fenomeen weblogs, of YouTube te duiden. Dit alleen al roept wantrouwen op bij mij, omdat nu juist bekend is dat economen nooit goed lukt om altruïsme aannemelijk te maken. Het idee dat het mogelijk is zonder tegenprestatie te geven, past niet in hun wereldbeeld.

Volgens Anderson maakt dit weblog mij bijvoorbeeld tot producent van een op zich hoogwaardig artikel. Ik bied met mijn boeklogjes namelijk een filter aan op de enorme hoeveelheid boeken die er elk jaar uitkomen, of waarmee de winkels en bibliotheken al gevuld zijn. Voor wie mij vertrouwt, kan mijn oordeel van grote waarde zijn.

Bovendien overbrug ik met mijn woorden hier de kloof die er altijd bestond tussen amateur en professional, en die verdwijnt door de digitale revolutie. Elders had ik mijn oordelen nooit geplaatst gekregen [al is dit ook weer niet helemaal waar].

Nu goed, er is inderdaad een verschil in vorm tussen boeklog en de aantekeningen die ik voorheen maakte over wat ik las. U leest mee, en daar kom ik aan tegemoet. Maar boeklog bestaat nog steeds vooral omdat de database erachter zo veel nut heeft voor mij.

De redenen die Anderson geeft waarom dit weblog voor mij ook professioneel nut kan hebben, en ik het tot een merk zou moeten uitbouwen, gaan nauwelijks op. Al zou ik advertenties plaatsen, dan leveren die hoogstens centen op, geen euro’s. Het Nederlandse taalgebied acht ik namelijk veel te klein voor sommige fenomenen die hij beschrijft in dit boek.

Voor veel van de Long Tail-effecten lijkt me ook een minimum aan schaalgrootte nodig. In de VS is die er. Maar daarbuiten? Dus, is er echt niet meer te zeggen over de schaalbaarheid van het effect?

Chris Anderson, The Long Tail
How Endless Choice is Creating Unlimited Demand

244 pagina’s
Random House Business Books 2007, oorspronkelijk 2006