Ik loop rond Abcoude en neem mee ~ Esther Bakker

Onderweg op de fiets kwam ik eens verschillende groepjes aan wandelaars tegen, die telkens iets opvallends hadden. Z’n groepje was dan geheel identiek gekleed, als droegen ze een uniform, alleen klopte de kleding niet helemaal bij de leeftijd van deze lopers; omdat dit allemaal mensen op leeftijd waren. En je ziet anders zelden mevrouwen met wit haar op de openbare weg in eigenlijk net te korte rokken.

Als dat sportkleding was, gelden daar alleen toch weer andere normen voor.

Het wandelboek Ik loop rond Abcoude en neem mee van Esther Bakker bevestigde mijn vermoeden dat er zulke wandelclubs bestaan, met een eigen kledingcode. Want als puber was zij lid van zo’n groep.

Aandacht voor het georganiseerde lopen in Nederland ontbreekt verder wat in deze kleine geschiedenis van het wandelen, op die ene persoonlijke anekdote na dan. En misschien is dit de tijd er ook niet naar. Eenieder zoekt tegenwoordig op geheel individualistische wijze vermaak. Georganiseerd wandelen, en gegroepeerd lopen al helemaal, hoort bij een verleden van inmiddels lang terug. Van toen de maatschappelijke zuilen nog stevig stonden, en het usance was om lid van de jeugdbond te worden die hoorde bij de eigen politieke kleur of religieuze overtuiging.

Wellicht waren die groepjes wandelaars op leeftijd die ik tegenkwam wel nooit opgehouden met dat zoeken van deze gezamenlijkheid.

Redelijk in het begin van het boek constateert Esther Bakker dat er weliswaar tal van theorieën bestaan over het wandelen, maar dat die er vooral over gaan wat dit wandelen tot stand brengt. Nooit gaan die over de activiteit zelf.

Lopen is altijd een middel en nooit een doel.

Dezelfde conclusie trok ook ik al eens over boeken met een fietsreis als onderwerp — die gaan er nooit over hoe het is om ergens te fietsen. Dus alleen al door zo’n gedeelde en nogal principiële constatering kan een schrijver vervolgens weinig meer fout doen.

Ik loop rond Abcoude en neem mee heeft als skelet het verslag van een 12 kilometer lange wandeling op een grijze zondag in de herfst. Van het treinstation aan de oostkant van Abcou werd de Gein gevolgd, rechtsaf gebogen naar Fort Nigtevecht, waarop een ellenlang vervelend stuk volgde naar het zuiden langs het Amsterdam-Rijnkanaal. En via Baambrugge ging het daarop terug naar het station.

Dat verslag is aangekleed met de persoonlijke loopgeschiedenis van Esther Bakker — die bijvoorbeeld rustig duizenden kilometers vliegt om ergens een in vergelijking minieme afstand te gaan wandelen — plus wat een groot tal schrijvers zoal te zeggen had over dit onderwerp. Op boeklog kwamen een behoorlijk tal van hun titels al eens langs, of anders waren het hun schrijvers wel. 1

Die mengeling aan elementen leverde een prettig boek op. Al zal me daaraan toch het meest de gedeelde ervaring bijblijven. Van die eeuwige blaren altijd, en dan hoe zelfs een stukgelopen voet na een tijdje toch weer bruikbaar wordt, omdat het gevoel er uit verdwijnt. Of dat gapen, als de inspanning er bijna opzit, wat ook ik altijd heb.

De constatering verder, dat wandelaars altijd elkaars uitrusting monsteren, om zo razendsnel een oordeel te kunnen vellen over bijvoorbeeld de ervaring die de ander heeft.

Over de opmerking tenslotte dat er verende lopers zijn, en schuivelaars die aan de bodem geplakt lijken, heb ik nog wel een theorette. Wie veert, zet elke pas nog wat extra met zijn tenen af, zo weet ik als extreem omhoog wippende loper.

Hoe vaak tegemoet komende wandelaars er niet lol in hadden om even mijn verende pas te imiteren…

Geen wandeling is ooit dezelfde, net als niemand om dezelfde reden zal lopen als een ander. Alleen zijn er wel constanten. En het is mooi als een ander die daar ook enkele van heeft opgemerkt. Esther Bakker’s eigen inbreng maakte voor mij dit boek. De vele en soms lange citaten van anderen waren leuk, maar daar las ik dit boek niet om.

Esther Bakker, Ik loop rond Abcoude en neem mee
Een korte geschiedenis van het wandelen

158 pagina’s
Fosfor 2013, oorspronkelijk 2003
  1. zoals:
    Bruce Chatwin, The Songlines
    Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen
    Nescio, Boven het dal
    Rebecca Solnit, Wanderlust
    Paul Theroux, The Happy Isles of Oceania
    Herman Vuijsje, Pelgrim zonder God []