Being Good ~ Simon Blackburn

De Oxford University Press geeft een reeks uit van korte en krachtige boekjes, waarin een wetenschapper van naam zijn of haar vakgebied helder introduceert. Die serie heeft als ondertitel ‘A Very Short Introduction’. En in deze reeks is al eens het boek Ethics uitgebracht, geschreven door Simon Blackburn.

Ik vermoed dat Ethics dezelfde inleiding is als Being Good; en dat dit boek ook onder deze andere titel verscheen, omdat de Oxford University Press weer een apart serietje heeft met boeken van Blackburn. Om het simpel te houden.

En oordelend op basis van deze uitgave, en het al eerder geboeklogde Truth, is het interessant om meer inleidingen van Blackburn te lezen. Hij denkt vanuit een filosofische traditie die me niet meteen ergert. Schrijft goed. Plus, de boeken zetten tot nadenken aan — en dan niet om de inhoud te bekritiseren, maar om wat de schrijver opwerpt.

Er bestaat nu eenmaal verschil tussen reactief denken en actief denken.

Over ethiek is dan weer te zeggen dat ethiek gauw moraalpolitiek wordt — maar dit niet altijd verkeerd is. Enige vooruitgang heeft de mensheid, in de rijke landen tenminste, toch wel geboekt, door niet meer geheel onverschillig voorbij te gaan aan de noden van anderen. Zelfs zijn sommige mensen inmiddels al in staat van anderen te accepteren dat ze anders zijn dan zijzelve.

Blackburn heeft in Being Good meteen de VN-verklaring over de universele rechten van de mens opgenomen. En dat is waarschijnlijk een van de beste teksten ook, om naar te verwijzen wat de fundamenten onder een moraal moeten zijn.

Alleen is er dan nog de praktijk, die altijd met problemen komt.

Vooralsnog heeft Nederland bijvoorbeeld een Grondwet waar de overheid zich niet aan houdt. Artikel 1, waarin staat dat niemand gediscrimineerd mag worden, belet bijvoorbeeld niet dat alleenstaanden veel meer belasting betalen dan gehuwden.

En zo is er meer, veel meer, dat vanzelf lijkt te spreken, maar toch niet deugt; redenerend vanuit universele principes. Maar, daar moet men lol in hebben. Gezien het huidige Nederlandse kabinet, dat gevormd wordt door een partij die een bepaalde groep mensen minderwaardig acht, en twee andere partijen die daarvan wegkijken, zou ik eigenlijk uit principe moeten emigreren. En dat is ook weer zo wat.

Simon Blackburn, Being Good
A Short Introduction to Ethics

162 pagina’s
Oxford University Paperback 2002, oorspronkelijk 2001

Lust ~ Simon Blackburn

Eén van de grootste raadsels voor mij is: waarom komt de Amerikaanse regering toch altijd overal mee weg? Of het nu om het voeren van illegale oorlogen gaat, of het afluisteren van iedereen met een internetverbinding, de VS doet het. En onze eigen bestuurderen protesteren daar niet eens tegen.

Liever profiteren zij stiekem mee van alle niet legale dadendrang, de laffe lamlullen. De hypocriete mensenrechtenschenders.

Cynisch ben ik derhalve nog moeilijk te krijgen. Altijd is het nog weer erger dan je dacht. En toch wist filosoof Simon Blackburn mij terloops in zijn boek Lust met éen gegeven te schokken.

De VS is zo ongeveer het enige land ter wereld dat weigert te onderschrijven dat kinderen rechten hebben; tezamen met Somalië. Dat wist ik wel. Maar de reden voor deze weigering luidt dat de verdragtekst van de VN ongepast zou zijn. De Verenigde Naties mag namelijk geen plannen hebben om sexuele voorlichting en gezondheidslessen naar ontwikkelingslanden te brengen — ondanks de dreigende bevolkingsexplosie daar, nu het er eindelijk beter gaat. In 2002 stelde de regering Bush dat de verdragtekst slechts aanvaardbaar was als daarin expliciet stond dat enkel sexuele onthouding tot het huwelijk toegelaten is.

Een regering die alleen op macht uit is, valt nog te begrijpen. Geen gevaarlijker regering evenwel dan die met een duidelijke moraal, zoals Mencken al schreef.

Helemaal als die moraal zo verknipt is als in de VS. Dit is het land met de grootste porno-industrie in de wereld, en tegelijk de meeste tienerzwangerschappen van alle ontwikkelde landen — omdat sexuele voorlichting op zo veel plaatsen nog zo’n taboe is, en voorbehoedsmiddelen er voor jongeren zo slecht te krijgen zijn.

Sinds Blackburn zijn traktaat schreef, schijnen sommige Amerikaanse staten er wel wat merkwaardige wetten te hebben versoepeld of afgeschaft. Maar nog altijd is het bezit, laat staan de verkoop, van sexspeeltjes er op sommige plaatsen verboden.

En in zo’n cultuur moest een filosoof dus eens zijn gedachten laten schijnen over éen van de christelijke doodzonden. ‘Lust’. In sommige versies ook wel ‘Onkuisheid’ genoemd.

Blackburn ging dit heel aardig af, en dan vooral door het betoog veelal abstract of historisch te houden. Al zijn vanuit zulke hoogten nog heel aardig vernietigende conclusies te trekken. Eén van zijn hoofdstukken heet bijvoorbeeld ‘The Christian Panic’ — want natuurlijk zit er veel scheef in de verhouding tussen ons en ons lichaam door het eeuwige gezedenpreek van de kansel.

Door de kerk heeft het ondertussen achterhaalde idee postgevat dat sex en voortplanting éen en hetzelfde mechanisme is. Omdat sex alleen kan bestaan tussen een man en een vrouw die ooit voor het oog van de wereld met elkaar getrouwd zijn. De hele Katholieke moraal, die anticonceptiemiddelen verbiedt, is nog steeds op dit antieke inzicht gegrondvest.

Denk over de betekenis van zulk cultuurgoed na, en somberheid slaat al gauw toe. Blackburn besloot zijn betoog misschien daarom ook af met een reden om niet pessimistisch te hoeven zijn, over hoe het er voor staat, in de wereld.

Want, als het erom gaat te delen wat plezier brengt, kan dat toch gewoon? Tussen twee volwassenen? Zonder dwang?

Simon Blackburn, Lust
The Seven Deadly Sins

151 pagina’s
The New York Public Library/Oxford Press, 2004

Plato’s Politeia ~ Simon Blackburn

Er zijn er die de hele filosofie beschouwen als een voetnoot bij wat Plato al had bedacht.

Daar tegenover staan denkers als een Karl Popper, die nogal wat aan te merken hebben op Plato; en hem zelfs als een groot gevaar hebben gezien.

En daarnaast sta dan ik. Die denkt dat ideeën op zichzelf nooit zo veel voorstellen. En dat het altijd pas handelingen zijn die beoordeeld kunnen worden.

Zelfs al heeft Popper wel weer een vormende invloed op mij gehad — en tekent dit van de weeromstuit mijn ideeën over alle denkers die Popper hard bekritiseerde.

En Plato leefde niet alleen in een andere tijd, hij was bovendien ook slavenhouder, werkte dus niet, en alleen dat al tekent zijn denken — of relativeert de waarde daarvan weer voor mij.

Blijft alleen staan dat de Politeia/Republiek van Plato éen van die oerboeken is uit onze cultuur, waarvan iedereen kennis genomen hoort te hebben die zichzelf geletterd noemen wil. Zelfs al is zonder de inhoud verder te kennen wel bekend dat ‘de metafoor van de grot’ er in voor komt, en dat de inhoud voornamelijk uit dialogen bestaat; waarin Socrates steeds heel irritant het laatste woord krijgt.

De kans dat ik de Politeia/Republiek nog eens in Plato’s eigen woorden lees, lijkt me alleen nihil. Of ik zou er betaald voor moeten worden. Voor nu volstond het wel om een monografie óver deze tekst te lezen van de Britse filosoof Simon Blackburn. Omdat ik Blackburn als denker vertrouw. En mede omdat hij een vrij gezonde hekel aan Plato blijkt te hebben gehad.

Ofwel, had hij niet de dringende vraag gekregen om de Politieia/Republiek eens te behandelen, dan was dit niet gebeurd.

Blackburn koos er daarbij voor om vooral de ideeën te behandelen die ons blijvend aan Plato fascineren. Daarvan gaan veel over de ideale inrichting van de staat. En vanzelfsprekend is daar de politieke kwestie onder die Karl Popper ten onrechte zo uitvergrootte, volgens diens critici; dat Plato de rechtvaardiging zou hebben gegeven voor elk totalitair systeem.

In die zin zou ik nu wel benieuwd zijn naar een essay van iemand die het afluisteren van iedereen door de Amerikanen eens Platonisch-Popperiaans zou duiden.

Mij fascineerde, zoals bijna gebruikelijk, weer eens niet de hoofdzaken van een boek maar de terzijdes. Misschien omdat ik over de hoofdzaken al zo lang geleden eens tentamen politieke theorie heb moeten doen.

Maar Plato zag dat wij mensen nogal tot imitatie geneigd zijn. En eenmaal op dat verschijnsel gewezen valt op dat bijvoorbeeld wetgevers er voetstoots vanuit gaan dat wij anderen willoos nadoen. Heb het over gewelddadige computergames, en de idée reçue daarover is toch dat kinderen daar agressief van worden. Heb het over zelfmoord door middel van pillen, en politici leggen ineens de verkoop aan banden van tot dan vrij verkrijgbare medicijnen.

En soms is het voor het eigen denken nodig om een al te bekend verschijnsel even tot zijn kern te zien worden teruggeredeneerd.

Simon Blackburn, Plato’s Politeia
Een biografie

175 pagina’s
Mets & Schilt, 2008
vertaling uit het Engels door Rob van Essen van: Plato’s Republic, 2006

Truth ~ Simon Blackburn

Bestaat er zoiets als de absolute waarheid? Of is het misschien slimmer om te aanvaarden dat we beter kunnen werken met deelwaarheden op deelgebieden? Die beide kunnen veranderen bovendien?

Voor ik aan dit boek begon, waren mijn ideeën over bovenstaande vragen allang duidelijk. Nee, de absolute waarheid bestaat niet. En filosofie is een menselijke bezigheid, met enkel menselijke en cultuurbepaalde waarheden. Misschien dat de harde wetenschap wat dit betreft meer zekerheden oplevert, maar ook daarin zijn er duidelijk beperkingen aan te wijzen tot waar het menselijke begrip reikt.

Is het dan niet vreselijk te leven, zonder absolute waarheden?

Nee. Maar een nadeel van die positie is wel dat er nogal wat mensen zijn die beweren toch over absolute waarheden te beschikken, en dat onze cultuur soms absurd tolerant voor hen is. Zo luidt overigens mijn constatering; dit is geen oproep om alle georganiseerde religie voortaan maar te verbieden, bijvoorbeeld.

In Truth onderzoekt Simon Blackburn welke claims filosofen hebben gedaan over wat waarheid is. Blackburn toont zich daarbij eerlijker dan normaal over zijn eigen positie. Hij is een analytisch filosoof, uit de Angelsaksische traditie. Of anders gezegd: vrijwel alles wat postmoderne filosofen aan argumenten bedacht hebben, vindt hij gezwam of gelul. Al blijft hij daarover beleefder dan ik het hier ben.

Maar wat vond ik zijn argumenten heerlijk om te lezen.

Verder viel het leesgenot wat tegen. Dit is een sterk geconcentreerd boek, waarbij de schrijver toch wel enige achtergrondkennis over de filosofie bij de lezer veronderstelt. Die moet bijvoorbeeld steeds meteen begrijpen wie er met de ‘realisten’ bedoeld worden, of de ‘relativisten’.

En niet te vergeten de ‘quietisten’.

Tegelijk haalde Blackburn mij steeds teveel argumenten aan van al die verschillende groepen denkers, om te laten zien hoe die dachten. Dus als het om het overzicht gaat, of om de inleiding in bepaalde manieren van denken, is dit een geweldig compleet boek. Mij stond bij het lezen alleen wat tegen me telkens te moeten verdiepen in argumenten die ik bij voorbaat al tamelijk onzinnig vind.

Ik ben het met Blackburn eens dat het nuttig is om te begrijpen dat al die waarheidclaimers anders denken dan ik. Of dat enig inzicht nuttig is om te kunnen begrijpen hoe zij tot hun dwaalwegen komen. Tegelijk blijkt mijn interesse daarvoor niet vreselijk groot te zijn.

Welke uitwerking al die waarheidsclaims hebben, dat is daarentegen bovenmatig interessant.

Simon Blackburn, Truth
A Guide

238 pagina’s
Oxford University Press, 2005