dit is het dossier:

John Brockman

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Hoe verandert internet je manier van denken? ~ John Brockman red.

Elk jaar sinds 1998, met oud en nieuw, stelt Edge.org een vraag, die ergens op het snijvlak ligt, van techniek, wetenschap, en cultuur. Daar antwoorden dan vele wetenschappers op, uit heel verschillende disciplines, en doorgaans ook enige kunstenaars, en journalisten.

Ik link op mijn andere weblog al vanaf 2004 altijd naar de gestelde vraag, en lees in de eerste weken van het jaar ook veel van de online gepubliceerde bijdragen. Sinds Edge.org boeken uitgeeft met alle antwoorden wordt daar bovendien weleens éen van aangeschaft.

Op boeklog kwam er alleen nog geen van langs.

En dat komt om twee redenen. Het zijn geen echte leesboeken — of ik kan ze tenminste niet als leesboek zien. Hoewel er doorgaans wel een soort opbouw in de aard van de bijdragen zit, doordat antwoorden met dezelfde thema’s gegroepeerd worden, verschilt hun toon me gauw te veel. Dus is het soms om de pagina schakelen naar weer een ander tempo, en opnieuw een nieuwe manier van schrijven.

Dat is me te vermoeiend om meer dan een paar minuten vol te houden.

Maar naslagwerken zijn het ook niet echt, omdat ik met hulp van een zoekmachine online sneller kan vinden wat ik zoek; want een register ontbreekt in de uitgave meestal.

Dus zijn de boeken als een soort poëziebundels — uitgaven om zo af en toe eens uit de kast te pakken, even in te bladeren, en dan weer weg te zetten.

Hoe verandert internet je manier van denken? bevat 151 verschillende bijdragen. Daar recht aan doen, door hier wat samenvattends te schrijven, lukt mij onmogelijk.

Hoogstens is aan te geven welke uitspraken me zijn bijgebleven, omdat dit boek de antwoorden op de vraag uit begin 2010 geeft; en dat al even geleden is.

Maar in maart 2010 gebruikt ik hier op boeklog al een opmerking van wetenschapshistoricus George Dyson.

Dyson wees daarbij op het verschil tussen kajakbouwers en kanohakkers.

Wij zijn altijd kajakbouwers geweest, en bouwden onze vaartuigen door spanten in een frame met elkaar te verbinden, en daar een dragend oppervlak tussen te spannen. Dat tezamen werd het voertuig voor onze ideeën.

Informatie was altijd schaars. Maar internet heeft die schaarste opgeheven. En daarmee moeten we nu meer kanohakkers worden, die een vergelijkbaar vaartuig maken door een boomstam uit te hollen; door het teveel dat er is weg te kappen.

Punt is alleen. Ik ben naar mijn idee altijd een kanohakker geweest. Terwijl Hofland een typische kajakknutselaar is, die wat ideetjes bij elkaar sprokkelt om als spanten te dienen, en denkt van alles te kunnen verklaren,

Opmerkingen van anderen wijken soms niet af van wat ze in hun boeken besproken hebben, zoals Clay Shirky deed. Over mijn bezwaren over het belangrijkste idee van Nicholas Carr heb ik het elders uitgebreid gehad.

Gerd Gigerenzer merkte ditmaal op hoe makkelijk we allen een groot deel van ons geheugen hebben uitbesteed aan internet. Weten we eens iets niet, dan worden even wat trefwoorden in Google ingetikt.

En Gigerenzer vertelt dan eigenlijk niets anders als wat anderen over schrijven, of het maken van aantekeningen hebben gezegd.

Net zo houdt boeklog bij wat ik gelezen heb, omdat me dat vrij gauw ontschiet als een boek geen indruk nalaat.

Hoe verandert internet je manier van denken? is alleen geen boek om ooit uit te krijgen. Daarvoor bevat het te veel ideeën. Daarvoor bevat het te veel verbazing.

John Brockman red., Hoe verandert internet je manier van denken?
415 pagina’s
Maven Publishing, 2011
vertaling van Is internet changing the way you think?
The Net’s Impact on Our Minds and Future
, 2011

How Things Are ~ John Brockman ed.

Vierendertig essays biedt de bundel How Things Are, waarin wetenschappers zich in vier vijf pagina’s uitspreken over éen aspect van hun vakgebied. En de kwaliteit van hun bijdragen wisselt te sterk, om samenvattend meer dan dit over het boek te schrijven.

Op zijn best pakt een wetenschapper iets dat vanzelf lijkt te spreken, om dan aan te wijzen wat er toch heel wonderlijk aan is. ‘The Joy of Water’ van P.W. Atkins was zo’n essay. Omdat het even maakte dat ik het een grote rijkdom vond dat zo’n wonderbaarlijke vloeistof zo maar op commando uit de kraan stroomt thuis.

Nut had ook natuurkundige uitleg van Lee Smolin over wat tijd precies is, in fysische zin. Of de uitleg van W. Daniel Hillis, waarom niets sneller kan gaan dan het licht — hoe dichter bij de lichtsnelheid, hoe zwaarder iets wordt.

En op zijn matigst was deze bundel een boek voor kinderen, waarin mensen die dat niet helemaal gewoon zijn, toch op hun hurken gaan zitten om iets uit te leggen.

Richard Dawkins schreef ook echt een brief aan zijn dochter, om vooral niets te geloven — en hij is daar zo trots op dat hij die herdrukte in éen van zijn eigen bundels. Maar zo waren er meer.

Niet dat er iets op tegen is om kinderen bij te brengen wat wetenschap is, en hoe onderzoek werkt — integendeel zelfs — maar zet dan op zo’n boek welke doelgroep het heeft. Nu las How Things Are te vaak als een boek dat niet voor mij bedoeld was.

John Brockman ed., How Things Are
Science Toolkit For the Mind
Editied by John Brockman and Katinka Matson

320 pagina’s
Phoenix 2nd revised edition, 1999