Cognitive Surplus ~ Clay Shirky

Mij valt op dat er nauwelijks neutraal geschreven wordt over wat internet voor invloed heeft, op ons. Blijkbaar is op deze ontwikkelingen alleen heel positief, of uiterst negatief te reageren.

Mij valt ook op dat ik vrijwel automatisch tegen de pessimisten in ga. Zo stelt Nicholas Carr dat internet het vermogen vermindert om ons ergens langer op te concentreren. En die visie ergert me zelfs.

Dus lees ik liever anderen. Als Steven Johnson. Zoals Clay Shirky. Zelfs al bleek zijn Cognitive Surplus grotendeels dezelfde ideeën te brengen als Here Comes Everybody.

Internet heeft het niet alleen heel eenvoudig gemaakt om samen met anderen aan iets te kunnen werken. Dat samenwerken gebeurt vervolgens ook, zo laat hij ditmaal zien. Tot ons aller heil.

Shirky maakt in dit boek vervolgens nogal een nummer van de tijd die hij in zijn jeugd verlummeld heeft met televisie kijken.

Passiviteit is vreselijk, wil hij zeggen. Uren zijn verdwenen in het niets, terwijl alleen het beeld op televisie telkens veranderde.

Iedereen die ook maar een fractie van de tijd opgeeft om passief vermaakt te worden door anderen, en daarmee iets gaat doen, uit vrije wil, om het plezier dat het oplevert, kan zo wat betekenen, zo wil hij zeggen. En online is altijd wel een nuttige bestemming te vinden voor dat overschot aan denkkracht.

De aantrekkingskracht van Cognitive Surplus zat helaas vooral in de voorbeelden die Shirky overal te wereld heeft weten te vinden die zijn these ondersteunen. Ik had anders nooit gelezen over protesterende tienermeisjes in Zuid-Korea, en hoe zij de val van een kabinet inluidden.

Zelfs al is er door alle opstanden in Noord-Afrikaanse en Arabische landen in de eerste maanden van 2011 nog zo’n discussie online gevoerd over de betekenis die sociale media daarbij hebben gehad.

Maar, dit boek las allereerst als een essay dat voor de gelegenheid tot boeklengte was opgeklopt. Shirky’s optreden van nog geen kwartier bij TED, dat hieronder op de pagina is ingebed, vind ik bijvoorbeeld sterker dan dit boek. Die lezing geeft bijvoorbeeld de beste voorbeelden uit de tekst. En goed, de uitgave op papier biedt dan nog vele zaken meer, maar daarmee gaat Shirky niet verder de diepte in; hij zoekt daarbij slechts de breedte op; terwijl wat hij wil zeggen inmiddels duidelijk is.

En misschien maakt dit boek me wel vooral duidelijk dat ik zo optimistisch kijk naar wat er door internet allemaal kan — voor wie wil — dat een iets afstandelijker blik geen kwaad zou kunnen. Want tegen de argumentatie van Shirky heb ik weinig in te brengen.

Clay Shirkey, Cognitive Surplus
Creativity and Generosity in a Connected Age

242 pagina’s
Allen Lane, 2010

Here Comes Everybody ~ Clay Shirky

Tot het selecte rijtje boeken dat helder uitlegt wat door internet fundamenteel aan het veranderen is, hoort Here Comes Everybody, van Clay Shirky [1963]. Internet is een sociaal gereedschap, waar heel veel mee kan, zo laat hij zien.

Maar dat iets kan, is niet de enige voorwaarde om wat te laten gebeuren.

Shirky is al te oud om een ‘digital native’ te zijn, net als ik. Waarschijnlijk zullen wij daardoor internet nooit helemaal goed als sociaal gereedschap leren gebruiken. Wij hebben eerder in ons leven al andere vanzelfsprekendheden aangeleerd.

Tegelijk maakt die beperking Shirky’s blik natuurlijk scherper — net als traditioneel historici vooral in tijden van revolutie helder konden schrijven over wat er veranderde. Zij konden ook de oude alternatieven nog in hun verhaal betrekken, voor een nieuw tijdperk aanbrak en alles op een net weer andere manier normaal werd.

En hoewel ik Here Comes Everybody een opvallend positieve ondertoon vind hebben over alles wat er gebeurt, negeert het boek toch ook enkele nadelen niet. Dat lotgenoten elkaar nu zo veel makkelijker vinden, houdt ook in dat ze elkaars slechte eigenschappen kunnen versterken. Elk forum of iedere website waar meisjes elkaar tips geven om nog extremer af te vallen, is natuurlijk ongezond.

Maar traditioneel was er altijd overhead nodig, om het gedrag van groepen te sturen. Daardoor kennen we bureaucratieën, daardoor houden bedrijven op een gegeven moment op om winstgevend te zijn; alle inspanning gaat dan op aan in het instandhouden van de bestaande structuren, met al hun management. Dan ook zijn organisaties niet meer tot verandering in staat.

Door internet kunnen zich spontaan groepen vormen, die nuttige activiteiten ontplooien. Here Comes Everybody richt zich vooral op welke gevolgen dat kan hebben, en hoe zulke samenwerkingsverbanden verschillen van de gebruikelijke, opgelegde en daarmee afgedwongen groepsdynamieken.

Online-groepen blinken dan bijvoorbeeld vooral uit in het uitvoeren van taken waar geen bedrijf of overheid ooit aan beginnen zou. De foto’s die de deelnemers aan een demonstratie online zetten, geven een veel beter beeld daarvan dan een ingehuurde fotograaf ooit zou hebben kunnen geven. Wikipedia slaagde een belangrijke bron van informatie te worden omdat iedereen er aan mee kan werken, waar een vergelijkbare encyclopedie gemaakt door experts nauwelijks inhoud kreeg, en dus geen bezoek trok.

Tegelijk is niet gezegd dat als iets tot stand kan komen door spontane samenwerking online dit vervolgens ook gebeurt.

Every webpage is a latent community. Each page collects the attention of people interested in its contents, and those people might well be interested in conversing with one another too. In almost all cases the community will remain latent, either because the potential ties are too weak, or because the people looking at the page are separated by too wide a gulf of time, and so on. [102]

scheiding

Given that everyone now has the tools to contribute equally, you might expect a huge increase in equality of participation. You’d be wrong… There are two big surprises here. The first is that the imbalance is the same shape across a huge number of different kinds of behaviors… The second surprise is that the imbalance drives large social systems rather than damaging them. [123 – 125]

Nadeel aan dit boek vond ik wel dat veel van Shirky’s voorbeelden eigenlijk overbekend zijn, voor wie de laatste tien jaar een beetje gevolgd heeft wat er online zoal gebeurt. De waarde van het betoog zit er vooral in dat de auteur vervolgens nog éen twee stappen verder doordenkt.

En ook hoefde ik echt niet gewezen te worden op de waarde die werk kan hebben, dat mensen online spontaan in een anders verloren kwartiertje even doen. Boeklog komt nu eenmaal niet anders tot stand. Dat vele lezen gebeurde altijd al, en iets daarover aantekenen ook. Nu de gratis techniek bestaat om daar melding van te maken, lijkt alles ineens alleen meer dan het is.

Clay Shirky, Here Comes Everybody
How Change Happens When People Come Together

344 pagina’s
Penguin Books 2009, oorspronkelijk 2008

Hoe verandert internet je manier van denken? ~ John Brockman red.

Elk jaar sinds 1998, met oud en nieuw, stelt Edge.org een vraag, die ergens op het snijvlak ligt, van techniek, wetenschap, en cultuur. Daar antwoorden dan vele wetenschappers op, uit heel verschillende disciplines, en doorgaans ook enige kunstenaars, en journalisten.

Ik link op mijn andere weblog al vanaf 2004 altijd naar de gestelde vraag, en lees in de eerste weken van het jaar ook veel van de online gepubliceerde bijdragen. Sinds Edge.org boeken uitgeeft met alle antwoorden wordt daar bovendien weleens éen van aangeschaft.

Op boeklog kwam er alleen nog geen van langs.

En dat komt om twee redenen. Het zijn geen echte leesboeken — of ik kan ze tenminste niet als leesboek zien. Hoewel er doorgaans wel een soort opbouw in de aard van de bijdragen zit, doordat antwoorden met dezelfde thema’s gegroepeerd worden, verschilt hun toon me gauw te veel. Dus is het soms om de pagina schakelen naar weer een ander tempo, en opnieuw een nieuwe manier van schrijven.

Dat is me te vermoeiend om meer dan een paar minuten vol te houden.

Maar naslagwerken zijn het ook niet echt, omdat ik met hulp van een zoekmachine online sneller kan vinden wat ik zoek; want een register ontbreekt in de uitgave meestal.

Dus zijn de boeken als een soort poëziebundels — uitgaven om zo af en toe eens uit de kast te pakken, even in te bladeren, en dan weer weg te zetten.

Hoe verandert internet je manier van denken? bevat 151 verschillende bijdragen. Daar recht aan doen, door hier wat samenvattends te schrijven, lukt mij onmogelijk.

Hoogstens is aan te geven welke uitspraken me zijn bijgebleven, omdat dit boek de antwoorden op de vraag uit begin 2010 geeft; en dat al even geleden is.

Maar in maart 2010 gebruikt ik hier op boeklog al een opmerking van wetenschapshistoricus George Dyson.

Dyson wees daarbij op het verschil tussen kajakbouwers en kanohakkers.

Wij zijn altijd kajakbouwers geweest, en bouwden onze vaartuigen door spanten in een frame met elkaar te verbinden, en daar een dragend oppervlak tussen te spannen. Dat tezamen werd het voertuig voor onze ideeën.

Informatie was altijd schaars. Maar internet heeft die schaarste opgeheven. En daarmee moeten we nu meer kanohakkers worden, die een vergelijkbaar vaartuig maken door een boomstam uit te hollen; door het teveel dat er is weg te kappen.

Punt is alleen. Ik ben naar mijn idee altijd een kanohakker geweest. Terwijl Hofland een typische kajakknutselaar is, die wat ideetjes bij elkaar sprokkelt om als spanten te dienen, en denkt van alles te kunnen verklaren,

Opmerkingen van anderen wijken soms niet af van wat ze in hun boeken besproken hebben, zoals Clay Shirky deed. Over mijn bezwaren over het belangrijkste idee van Nicholas Carr heb ik het elders uitgebreid gehad.

Gerd Gigerenzer merkte ditmaal op hoe makkelijk we allen een groot deel van ons geheugen hebben uitbesteed aan internet. Weten we eens iets niet, dan worden even wat trefwoorden in Google ingetikt.

En Gigerenzer vertelt dan eigenlijk niets anders als wat anderen over schrijven, of het maken van aantekeningen hebben gezegd.

Net zo houdt boeklog bij wat ik gelezen heb, omdat me dat vrij gauw ontschiet als een boek geen indruk nalaat.

Hoe verandert internet je manier van denken? is alleen geen boek om ooit uit te krijgen. Daarvoor bevat het te veel ideeën. Daarvoor bevat het te veel verbazing.

John Brockman red., Hoe verandert internet je manier van denken?
415 pagina’s
Maven Publishing, 2011
vertaling van Is internet changing the way you think?
The Net’s Impact on Our Minds and Future
, 2011