dit is het dossier:

Charlie Brooker

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Cunk on Everything ~ Philomena Cunk

Er is éen schrijver van wie ik liever de audioboeken beluister dan de uitgaven lees. David Sedaris. Omdat inmiddels duidelijk is geworden dat zijn verhalen vorm krijgen zoals de conferences bij andere humoristen, tijdens een optreden voor een publiek. Pas na vijftig, zestig voordrachten, ligt zo’n tekst in zijn definitieve plooi. Dus wordt het interessanter om de schrijver te horen dan om te lezen hoe diens tekst er platgeslagen uit is komen te zien op papier. De voordracht voegt er informatie aan toe.

Ook bij deze papieren uitgave van de encyclopedie Cunk on Everything kon er weleens een belangrijk element missen. De wat temerige stem van actrice Diane Morgan, die het typetje Philomena Cunk tot leven wekte op TV, zou daar aan hebben bijgedragen.

Het idee bij Philomena Cunk was oorspronkelijk een variatie op het aloude idee: ‘nice but dim’ — Diane Morgan zou een dame gaan spelen uit gegoede kringen die met een stalen gezicht de onnozelste dingen ging zeggen. Heel die achternaam, met alle associaties naar de taboewoorden ‘cunt’ en ‘spunk’, was daartoe bedacht. Alleen werkte het in de praktijk veel beter als Morgan haar eigen Noord-Engelse working class accent aanhield.

Philomena Cunk was aanvankelijk enkel een typetje dat monologen voordroeg in de satirische nieuwsshows van Charlie Brooker voor de BBC. Inmiddels heeft ze haar eigen programma’s gekregen, waarin ze dan doorgaans met stalen gezicht de merkwaardigste vragen stelt aan experts; .

Ik waardeerde daarbij vooral haar meest recente reeks over de geschiedenis van Groot-Brittannië: Cunk on Britain.

Dit boek gaat over meer dan dat. Philomena Cunk spreekt zich niet enkel uit in lemma’s met een duidelijk trefwoord, ze weegt onder meer ook af wat de beste films zijn, of welke vragen wel eeuwig onoplosbaar zijn.

Toch zijn het de lemma’s over historische onderwerpen die me het meest bevielen in deze ‘encyclopedie’: Cunk on Everything, door de prettig oneerbiedige kijk op wat de geschiedenis inmiddels misschien iets te heilig heeft gemaakt.

Want er moest ook satire in over het hier en nu in dit boek uit 2018. Alleen zijn er helaas geen goede grappen te maken over iemand als Donald Trump — die aantoonbaar de democratie in de VS ondermijnt en afbreekt; en daarmee de hele wereld gevaarlijker maakt — omdat diens gedrag al zo abnormaal ís.

Viel me ook op dat de makers van Cunk on Everything met regelmaat hetzelfde type humor toepassen als Mark Retera doet in de strip Dirkjan. Zij bekijken daarbij iets volstrekt normaals op zo’n manier alsof dat iets helemaal nieuw en onbekend is, dat nog uitleg behoeft.

Zo bestaat een paragraaf van het lemma ‘Books’ in deze uitgave uit dezelfde grap als staat in Dirkjan 12.

Misschien daarom dat een versie van Cunk on Everything had gewerkt als stripverhaal. Want nu eist dit boek om erg langzaam gelezen te worden — zoals strips vragen om elk plaatje goed te bekijken. De grap kan immers overal opduiken. Alleen is de inhoud van dit boek vaak net niet boeiend genoeg om zo traag te worden genuttigd. Daarbij had de slepende voordracht van Diane Morgan dan vast geholpen.

Anderzijds bevat deze encyclopedie ook lemma’s die nooit beter worden dan éen enkele zin daaruit:

David Bowie was a series of different singers between the years 1969 and 2016 […]

[David Bowie]
scheiding

Predicting the end of the world is tricky, and you’re best leaving it to the experts. Probably the biggest experts are the Jehova’s Witnesses, who have predicted the end of the world in 1914, 1915, 1918, 1920, 1925, 1941, 1975, 1994, and 1997, so they are getting real good at it.

[Electricity]
scheiding

The best definition of ‘young people’ is anyone whose date of birth makes you think ‘Shit, I was drunk most of that year’.

[Young People]

Allerbeste lemma? Wellicht dat waarin de smartphone enkel wordt beschreven als een televisie die je altijd bij hebt, in tegenstelling tot de ouderwetse TV thuis. De uitvergroting van éen aspect van het ding, levert een heel goede grap op, die eindeloos viel door te trekken.

Tegelijk blijft de hedendaagse smartphone ook wel een heel vreemde vinding; alleen al om het contrast aan gebruiksmogelijkheden. Nooit eerder in de geschiedenis heeft de mensheid zulke krachtige techniek gehad, met de unieke mogelijkheid om werkelijk overal alle kennis uit de hele wereld te kunnen ontsluiten. Maar, wat doen ze daarmee? Foto’s maken van hun eten, of van zichzelf. Of online klagen dat alles kut is, en jij wel helemaal.

Cunk on Everything
The Encyclopedia Philomena

Charlie Brooker, Ben Caudell, Jason Hazeley, and Joel Morris
289 pagina’s
Two Roads, 2018

Dawn of the Dumb ~ Charlie Brooker

Over Charlie Brooker hoorde ik voor het eerst in 2004. Toen versloeg hij in zijn TV-rubriek voor The Guardian het debat tussen de beide presidentskandidaten in de VS. Hij deed dit zoals elk weldenkend mens in Europa het had gedaan, als die hetzelfde podium had gekregen. Hij klaagde hardop over het klunzige marionettentheater dat hem was voorgeschoteld. En helaas maakte hij ter afsluiting een onschuldig grapje uit de Thatcher-tijd:

Waar is Guy Fawkes toch als we hem nodig hebben?

Helaas ook werd Brooker’s column online gezet, waardoor het stuk zijn normale setting miste. Amerikaanse lezers dachten daarom dat Brooker’s satire een serieus redactioneel commentaar van de krant was. Dus, zoals tegenwoordig gebruikelijk, waren onmiddellijk tal van doodsbedreigingen zijn deel.

De tweede keer dat Brooker me opviel was door zijn televisieprogramma Screenwipe op de BBC. Dit kwam niet zozeer door de inhoud van de kritiek die hij daarin leverde op andere TV-uitzendingen, voor mij vond hij daarin een nieuwe vorm om alle zo duidelijk zichtbare oppervlakkigheid aan te klagen. Brooker stond ook stil bij het waarom van de keuzes van televisiemakers. Dit maakte zijn opinies niet alleen sterker, ze werden er ook aanmerkelijk interessanter door; want intelligenter.

Brooker schrijft naast zijn TV-rubriek ook algemene columns voor The Guardian. Maar met bundels als deze blijft het altijd maar weer afwachten of de verzameling ook iets extra’s brengen. Al is aardig dat er bijdragen tot juli 2007 in dit boek zijn opgenomen.

Mijn eindoordeel over deze bundel valt uiteindelijk wat gemengd uit. Op zijn best is Brooker een intelligente en zeer humoristische gids in deze verwarrende tijden. Wat misschien mede komt door zijn wat ongebruikelijke achtergrond voor een journalist. Hij heeft een technische opleiding, en kwam tot zijn huidige werk door onder meer een tijd videospelletjes te bespreken voor specialistische tijdschriften. Brooker weet vaak heel goed wat er toe doet, en wat niet.

Zulks klikt met de nerd die ik nog altijd ben.

Op zijn slechtst doet Brooker niet meer dan bijvoorbeeld rechtstreeks reageren op de platste uitwassen van wat de commerciële televisie ons brengt. Passages waarin uitgewijd wordt over de kandidaten van de Britse ‘Big Brother’, of ‘X-Factor’, zijn niet vreselijk interessant voor wie die programma’s nooit gezien heeft; zelfs al zijn er parallellen te trekken met het TV-aanbod hier. Dat is hem misschien moeilijk kwalijk te nemen, ik ben tenslotte zijn hoofdpubliek niet.

Toch weegt zoiets mee.

Charlie Brooker, Dawn of the Dumb
345 pagina’s
Faber and Faber, 2007

Screen Burn ~ Charlie Brooker

Waarom nog eens verzamelde televisiekritieken gelezen uit de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw? Die bovendien voor een groot deel gaan over programma’s op zenders die hier niet eens te ontvangen zijn?

Daar zie ik twee goede redenen voor. Er veranderde ineens nogal wat in het televisielandschap. Zo kwamen er talloze digitale zenders op. En misschien omdat er daardoor veel ruimte was voor programma’s, en weinig geld, begon de opmars van de zo goedkoop te produceren reality show.

Enfin, dan is het ook mogelijk het georakel Joost Zwagerman over zulke ontwikkelingen te lezen, maar dan heb ik liever Charlie Brooker. Diens smaak vertrouw ik wel. Die kan een dodelijke zin schrijven als zijn oordeel negatief is. Hij durft te benoemen wat hem niet bevalt. En hij heeft verder geen pretenties.

Tenminste, hij had nog geen pretenties toen deze columns geschreven werden, voor The Guardian. Tegenwoordig maakt Brooker ook weer zelf TV-programma’s, die als belangrijk doel lijken te hebben om te laten zien waarin andere uitzendingen niet deugen. Daarbij is parodie voor hem een dankbaar wapen.

De in Screen Burn opgenomen recensies hebben als grootste voordeel dat hij aan het eind van het jaar vaak het ergste en het beste samenvat van wat er aan programma’s was. De ongeduldige lezer kan dus desgewenst samenvattingen vinden.

Hoogstens valt aan het boek op dat het Brooker enige tijd kostte om zijn eigen aanpak te vinden. Bijtende zinnetjes schreef hij altijd al. Maar de recensies van na 2002 zijn in vorm en stijl toch duidelijk rijper dan die uit de eerste jaren.

Charlie Brooker, Screen Burn
371 pagina’s
Faber and faber, 2005