dit is het dossier:

Alistair Cooke

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Six Men ~ Alistair Cooke

Wat te denken van dit boek? Alistair Cooke [1908 – 2004] biedt niet alleen zes biografieën van beroemde mannen. Dat zijn ook nog eens zes mannen die hij privé gekend heeft. En dat persoonlijke contact is dan toch de extra waarde aan een bundel als deze. Zelfs al lijkt het ijdel om op dat persoonlijke contact nadruk te leggen. Maar ditmaal is iemand aan het woord die beroemdheden in twee hoedanigheden heeft meegemaakt; als publiek personage, waar ze gauw zichzelf moesten spelen, en ook daarbuiten.

Over beroemde mannen en vrouwen worden zo makkelijk hagiografieën geschreven; of anders wel krijgt de lezer niet meer dan verhalen van horen zeggen voorgezet.

Alistair Cooke was onder meer journalist. Hij sprak tussen 1946 en 2004 wekelijks een Letter from America uit, voor de BBC radio. Geboren in Groot-Brittannië, emigreerde hij in de jaren dertig naar de VS, om daar ook Amerikaan te worden.

Cooke was ook éen van degenen die een biografie over H.L. Mencken heeft uitgebracht. En dat was de voornaamste reden om deze bundel te willen lezen; tezamen met het portret van Bertrand Russell.

Nu was het verhaal over Russell het minste uit dit boek. Dit kwam omdat het contact tussen beide mannen zo laat in Russell’s leven plaatshad — al kwam dit wel op zijn verzoek tot stand.

Het best is dit boek als het Chaplin beschrijft, omdat Cooke echt bevriend met hem leek. En hij bijvoorbeeld ook met Chaplin heeft samengewerkt bij de research van een film, over Napoleon op Sint Helena.

Chaplin was niet erg groot. Hoogstens vijf voet hoog. Russell was dit evenmin. En over Mencken werd dit ook al opgemerkt; waardoor de zes portretten tezamen toch éen merkwaardige constante leken te hebben; Cooke was telkens langer dan de ander.

In de goede Britse traditie dat in memoriams ook de wratten van de overledenen laten zien, zijn dit verder niet altijd vleiende portretten. Zo zegt Cooke onder meer van Edward VIII dat het niet zo’n ramp was dat die geen koning meer was toen Groot-Brittannië in de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte.

Mooi aan het portret van Mencken is dat Cooke hem nog meemaakte als verslaggever, bij een politieke conventie voor de presidentsverkiezingen. Tegelijk toont het ook hoe onmogelijk H.L. Mencken zich eind jaren dertig had gemaakt, door zijn haat tegen F.D. Roosevelt en de New Deal, of zijn keuze Hitler niet zo zeer als gevaar voor de mensheid te beschrijven, maar eerder diens onhandigheid als staatsman te benadrukken.

Aan Mencken zijn ook de roerendste regels gewijd in dit boek. Omdat Cooke hem nog eens opzocht in 1955; zeven jaar nadat Mencken een desastreuze hersenbloeding had gehad, die verder werken onmogelijk maakte. Ze spreken dan over een bekende, en vragen zich af wanneer die overleden is. Was dat in 1948? Ja, 1948 klopt wel, zo zei Mencken. Dat was hetzelfde jaar als ik overleden ben.

Alistair Cooke, Six Men
208 pagina’s
Arcade Publishing 1995, oorspronkelijk 1977

Six men bevat portretten van:

  • Charles Chaplin
  • Edward VIII
  • H.L. Mencken
  • Humphrey Bogart
  • Adlai Stevenson
  • Bertrand Russell

 


Vintage Mencken ~ Alistair Cooke (ed.)

Na twee bundels waarvoor H.L. Mencken [1880 – 1956] zelf een keuze uit zijn werk maakte, las ik nu een bloemlezing die een buitenstaander had samengesteld. En zo’n boek is toch anders. Omdat het zo’n samensteller niet alleen gaat om een representatieve weergave uit dat oeuvre, maar hij ook iets wil verduidelijken over de maker.

Alistair Cooke wilde bovendien geen stukken opnemen die al in A Mencken Chrestomathy hadden gestaan — wat hem toch niet helemaal gelukt is.

Over de samenstelling van deze bundel heb ik ook weinig te melden. Voor mij is Mencken het interessantst gebleven als aforist, en als literatuurbeschouwer. Dus staat er altijd te weinig van dat materiaal in; maar dit zou voor elke bloemlezing opgaan.

Interessant aan deze bloemlezing waren de autobiografische stukken, over Mencken’s jeugd. Al was het maar door het tekende detail; zo las ik eindelijk eens iemand over de geuren en kleuren van zijn jeugd; en de overlast van de vele insecten. Volgens sommige liefhebbers van Mencken, zoals Joseph Epstein, zijn de autobiografieën ook verreweg de interessantst blijvende boeken. Een gegeven waardoor ik nu dus drie titels heb opgeschreven op de lijst nog te lezen.

Maar vervolgens waren het toch de artikelen over cultuur, en literatuur, waar ik aantekeningen aan wijdde.

The special quality which makes an artist of him might almost be defined, indeed, as an extraordinary capacity for irritation, a pathological sensitiveness to environmental pricks and stings. He differs from the rest of us mainly because he reacts sharply and in uncommon manner to phenomena which leave the rest of us unmoved, or, at most, merely annoy us vaguely. He is, in brief, a more delicate fellow than we are, and hence less fitted to prosper and enjoy himself under the conditions of life which he and we must face alike. Therefore, he takes to artistic endeavour, which is at once a criticism of life and an attempt to escape from life. [146]

scheiding

The impulse to create beauty, indeed, is rather rare in literary men, and almost completely absent from the younger ones. If it shows itself at all, it comes as a sort of afterthought. Far ahead of it comes the yearning to make money. And after the yearning to make money comes the yearning to make a noise. [169]

scheiding

The chief value of money lies in the fact that one lives in a world in which it is overrated. [231]

Alistair Cooke ed., The Vintage Mencken
241 pagina’s
Vintage, 1990