Dictionary of Mind, Matter & Morals ~ Bertrand Russell

Het is normaal wat raar om een woordenboek van kaft tot kaft te lezen. Maar in dit geval kon dat heel goed. Zij het dat ik er bijna een half jaar mee bezig ben geweest. Russell’s Dictionary of Mind, Matter & Morals brengt bijvoorbeeld een perfecte samenvatting van diens ideeën. Op trefwoord. Met als uitleg een goed gekozen en vaak elegant verwoord citaat uit het oeuvre van Bertrand Arthur William Russell, the 3rd Earl Russell [1872 – 1970].

Dit werkt zo goed dat ik het ineens jammer vind niet meer dat er niet meer van zulke naslagwerken bestaan. Komrij deed nog eens een poging met zijn Abecedarium, net als Claus. Maar de citaten in die boeken komen uit interviews.

Wat had ik bijvoorbeeld graag het werk van Canetti zo ontsloten gezien. Klaar, om op een moment dat erom vraagt meteen een goed citaat bij de hand te hebben.

Naast persoonlijke oordelen biedt dit woordenboek ook meer algemene lemma’s. Korte beschrijvingen van filosofen, en denkrichtingen bijvoorbeeld. Die dan toch ook weer gekleurd worden door Russell’s scherpe opinies.

Schopenhauer
      His appeal has always been less to professional philosophers, than to artistic and literary people in search of a philosophy that they could believe in. […]

Meest opvallend nog wel was dat ik in dit boek geen uitspraak ben tegengekomen waar ik het mee oneens was. Dit schept dan weer een groot vertrouwen in Russell’s oordelen over zaken waar me verder te weinig van bekend is.

Dit boek zou daarmee zo maar een bijbeltje voor me kunnen worden, besef ik ineens. Ware het niet dat ik liever blijf nadenken. En lang niet alles wat me interesseert, komt bij Russell aan bod.

Thought
      Men fear thought as they fear nothing else on earth—more than ruin, more even than death. Thought is subversive and revolutionary, destructive and terrible; thought is merciless to privilege, established institutions, and comfortable habits; thought is anarchic and lawless, indifferent to authority, careless of the well-tried wisdom of the ages. Thought looks into the pit of hell and is not afraid. It sees man, a feeble speck, surrounded by unfathomable depths of silence; yets it bears itself proudly, as unmoved as if it were lord of the universe. Thought is great and swift and free, the light of the world, and the chief glory of man. (PSR 178-9)

Maar als naslagwerk, om de eigen ideeën op gang te brengen, zal dit boek hopelijk goede diensten kunnen bewijzen.

Bertrand Russell, Dictionary of Mind, Matter & Morals
Edited, with an introduction, by Lester E. Dennon

280 pagina’s
A Citadel Press Book 1993, oorspronkelijk 1952

Six Men ~ Alistair Cooke

Wat te denken van dit boek? Alistair Cooke [1908 – 2004] biedt niet alleen zes biografieën van beroemde mannen. Dat zijn ook nog eens zes mannen die hij privé gekend heeft. En dat persoonlijke contact is dan toch de extra waarde aan een bundel als deze. Zelfs al lijkt het ijdel om op dat persoonlijke contact nadruk te leggen. Maar ditmaal is iemand aan het woord die beroemdheden in twee hoedanigheden heeft meegemaakt; als publiek personage, waar ze gauw zichzelf moesten spelen, en ook daarbuiten.

Over beroemde mannen en vrouwen worden zo makkelijk hagiografieën geschreven; of anders wel krijgt de lezer niet meer dan verhalen van horen zeggen voorgezet.

Alistair Cooke was onder meer journalist. Hij sprak tussen 1946 en 2004 wekelijks een Letter from America uit, voor de BBC radio. Geboren in Groot-Brittannië, emigreerde hij in de jaren dertig naar de VS, om daar ook Amerikaan te worden.

Cooke was ook éen van degenen die een biografie over H.L. Mencken heeft uitgebracht. En dat was de voornaamste reden om deze bundel te willen lezen; tezamen met het portret van Bertrand Russell.

Nu was het verhaal over Russell het minste uit dit boek. Dit kwam omdat het contact tussen beide mannen zo laat in Russell’s leven plaatshad — al kwam dit wel op zijn verzoek tot stand.

Het best is dit boek als het Chaplin beschrijft, omdat Cooke echt bevriend met hem leek. En hij bijvoorbeeld ook met Chaplin heeft samengewerkt bij de research van een film, over Napoleon op Sint Helena.

Chaplin was niet erg groot. Hoogstens vijf voet hoog. Russell was dit evenmin. En over Mencken werd dit ook al opgemerkt; waardoor de zes portretten tezamen toch éen merkwaardige constante leken te hebben; Cooke was telkens langer dan de ander.

In de goede Britse traditie dat in memoriams ook de wratten van de overledenen laten zien, zijn dit verder niet altijd vleiende portretten. Zo zegt Cooke onder meer van Edward VIII dat het niet zo’n ramp was dat die geen koning meer was toen Groot-Brittannië in de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte.

Mooi aan het portret van Mencken is dat Cooke hem nog meemaakte als verslaggever, bij een politieke conventie voor de presidentsverkiezingen. Tegelijk toont het ook hoe onmogelijk H.L. Mencken zich eind jaren dertig had gemaakt, door zijn haat tegen F.D. Roosevelt en de New Deal, of zijn keuze Hitler niet zo zeer als gevaar voor de mensheid te beschrijven, maar eerder diens onhandigheid als staatsman te benadrukken.

Aan Mencken zijn ook de roerendste regels gewijd in dit boek. Omdat Cooke hem nog eens opzocht in 1955; zeven jaar nadat Mencken een desastreuze hersenbloeding had gehad, die verder werken onmogelijk maakte. Ze spreken dan over een bekende, en vragen zich af wanneer die overleden is. Was dat in 1948? Ja, 1948 klopt wel, zo zei Mencken. Dat was hetzelfde jaar als ik overleden ben.

Alistair Cooke, Six Men
208 pagina’s
Arcade Publishing 1995, oorspronkelijk 1977

Six men bevat portretten van:

  • Charles Chaplin
  • Edward VIII
  • H.L. Mencken
  • Humphrey Bogart
  • Adlai Stevenson
  • Bertrand Russell

 


Unpopular Essays ~ Bertrand Russell

Toeval was het, dat ik allereerst weer geïnteresseerd raakte in Russell door een citatenboek. Maar een punt is nu wel, na ook twee andere van zijn boeken gelezen te hebben, dat veel in zijn betogen inmiddels verouderd is. Hij richt zich dan tot een publiek dat zo niet meer bestaat. De stukken in dit boek dateren bijvoorbeeld merendeels uit de jaren dertig van de twintigste eeuw; en toen lag de wereld er anders bij.

En dan blijven inderdaad vooral citaten over van de teksten. Want, Bertrand Russell blijft absoluut goed voor heldere gedachte hier, en een goed geformuleerd inzicht daar.

Unpopular Essays is een polemisch boek. Maar de strijd gaat daarin vooral tegen vijanden die inmiddels meestal onder hun eigen irrationaliteit bezweken zijn. Het Marxisme, het blinde Socialisme. Het Christendom. De Rassenleer. Elke overtuiging die de ene groep mensen laat denken dat ze beter zijn dan anderen krijgt in het boek van onder uit de zak.

Enkele titels van essays luiden dan ook: ‘An Outline of Intellectual Rubbish’, en ‘Ideas That Have Harmed Mankind’.

Dus tekende ik eens een citaat hier aan, en dan weer daar, omdat Russell tegen mij niet hoefde te preken. Het is alleen dodelijk voor een boek om het telkens eens te zijn met de auteur, en al heel lang te weten waarom hij gelijk heeft.

scheiding

Philosophers, for the most part, are constitutionally timid, and dislike the unexpected. Few of them would be genuinely happy as pirates or burglars. Accordingly they invent systems which make the future calculable, at least in its main outlines. [74]

scheiding

Philosophy is a stage in intellectual development, and is not compatible with intellectual maturity. [77]

scheiding

Dogma demands authority, rather than intelligent thought, as the source of opinion; it requires persecution of heretics and hostility to unbelievers; it asks of its disciples that they should inhibit natural kindliness in favour of systematic hatred. [33]

scheiding

I do not think that the learned men of my acquaintance, even when they enjoy a secure income, are as happy as the mice that eat the crumbs from their table while the erudite gentlemen snooze. In this respect, therefore, I am not convinced there has been any progress at all. [162-163]

scheiding

The whole philosophy of economic nationalism, which is now universal throughout the world, is based upon the false belief that the economic interest of one nation is necessarily opposed to that of another. [199]

Bertrand Russell, Unpopular Essays
224 pagina’s
George Allen and Unwin ltd. z.j.

Waarom ik geen christen ben ~ Bertrand Russell

U mag me atheïst noemen, of ongelovige, zelf zal ik dat niet doen. Ik vind het namelijk raar me te positioneren ten opzichte van de religies. Die bestaan, en hebben ook altijd bestaan, in velerlei vormen. Maar dat gegeven is ook het enig interessante aan geloof, voor mij.

Iets in de menselijke natuur maakt dus blijkbaar dat altijd naar antwoorden gezocht wordt, en daarbij ook irrationale antwoorden voldoen.

Atheïsme komt ook meer voor onder fel gelovigen dan elders; die weten tenminste heel zeker dat andere religies onzin zijn.

Zou ik gevraagd worden om een lezing te houden over het onderwerp ‘Waarom ik geen christen ben’, dan zou me dat moeilijk afgaan.

Ik ben geen christen omdat mijn ouders niet actief geloofden, en me dus niet konden inprenten dat geloof als heel wezenlijk te beschouwen. Meer valt er over dit onderwerp nauwelijks te zeggen. Het is niet of ik ooit moeite heb moeten doen de religie als mogelijke oplossing bij me weg te houden. Die oplossing is geen moment van belang geweest.

Deze autobiografische gegevens zouden er verder niet toe doen als ik niet had gezien dat Bertrand Russell met dezelfde problemen kampte, in de lezingen en essays uit deze bundel. Daarin speelt de vraag waarom hij niet geloofde eigenlijk nauwelijks een rol. Het boek behandelt vooral wat er niet deugt aan het christendom.

Over dat onderwerp kan inderdaad veel geschreven worden. Ware het niet dat het geloof ook altijd door machthebbers gebruikt is om het volk, bestaande uit gelovigen, te knechten.

Soms was die autoriteit daarbij de kerk zelf.

En goed, dan valt aan het christendom op dat de kerkelijke autoriteiten — anders dan over vergelijkbare religies gezegd kan worden — tot voor kort gretig meehielpen bij de vervolging en doding van andersdenkenden.

Dan nog is te discussiëren over het gegeven of de aanvaarding van een religie de gelovigen ontvankelijker maakt voor onverbiddellijk gezag van boven. En daar lijkt me al geen eenduidig antwoord op mogelijk. Pacifisme als idee wortelt ook sterk in sommige religies.

Dus viel deze bundel van Russell me inhoudelijk wat tegen. De teksten daarin zijn in de eerste plaats tijdsdocumenten; illustraties van een periode in de geschiedenis dat het georganiseerde christendom nog zo veel macht had dat het slechts via een omtrekkende beweging — met harde feiten uit de geschiedenis — te bekritiseren viel.

Alleen bewijst de geschiedenis niet alles over het nu.

Bertrand Russell, Waarom ik geen christen ben
en andere essays over religie en
verwante onderwerpen

155 pagina’s
J.M. Meulenhoff 2010, oorspronkelijk 1966
vertaling door Addy Kaiser uit het Engels