dit is het dossier:

Matthew B. Crawford

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Shop Class as Soulcraft ~ Matthew B. Crawford

De kern van Crawford’s boek vertoont parallellen met die van De Ambachtsman van Richard Sennett, dat ik eind vorig jaar las. Behalve dan dat Sennett een sociologische verhandeling over handwerk schreef, en Crawford een persoonlijk verhaal bracht.

Beide auteurs vragen zich hardop af wat er normaal is aan werk op dit moment. Zo samengevat lijken beide boeken daarmee niet heel zo boeiend — terwijl dat niet waar is. Omdat de auteurs het nu juist aandurven om te wegen wat zo makkelijk volkomen vanzelfsprekend lijkt.

Daarbij valt hen op dat de sociale waardering voor het ambacht en het bijbehorende handwerk sterk is afgenomen sinds de Tweede Wereldoorlog. Terwijl er grote vragen zijn te stellen bij de status die kantoorbanen hebben. Want, wat kunnen mensen op kantoor nu eigenlijk? En wat maakt zo veel werk daar zo onpersoonlijk?

Wie met zijn handen werkt, is er tenminste zelf voor verantwoordelijk als iets lukt of misgaat. Op kantoor heeft vrijwel niemand zo veel controle over zijn werk.

Matthew B. Crawford is een filosoof die uiteindelijk motorfietsen ging repareren als beroep; nadat hij ook nog een tijd elektricien is geweest.

Shop Class as Soulcraft bevat onder meer een vijf pagina durende beschrijving van zijn speurtocht naar waar het olielek zit in een motorblok.

Ik vond dat prachtig. Al kwam dat ook vanwege de relativering van Crawford over die taak. Hij was niet bezig om een onvervangbare klassieker op te knappen. Nee, iemand had nog een standaard Honda productiemotor uit de jaren tachtig staan, en wilde daar weer wat mee gaan toeren. Terwijl de kosten van de reparatie niet in verhouding stonden tot de geringe waarde van die motorfiets.

Toch was er bevrediging te halen uit die taak, en vloog de tijd voorbij.

Voor een deel zit mijn waardering in de herkenning. Zelf heb ik wat oude fietsjes opgeknapt het afgelopen jaar — technisch aanzienkijk simpeler mechaniekjes dan motoren — en de voldoening geproefd dat iets waarvan de waarde tot nul was gedaald beter kon worden dan op de dag van productie, decennia daarvoor.

Waarbij gold dat de investering in nieuwe onderdelen tot de voltooiing van het karwei eigenlijk niet uit kon.

Deels speelt daarbij vanzelfsprekend het IKEA-effect mee, maar tegelijkertijd is een zelf gespaakt fietswiel wel degelijk beter dan een fabriekswiel; omdat de spaken in fabriekswielen meestal nagespannen moeten worden – wat ik na mijn werk niet hoefde.

Shop Class as Soulcraft is evenwel in éen aspect misschien wat te absoluut. Wat waarschijnlijk komt omdat de auteur Amerikaans is; en in de VS parttime werk als idee al nauwelijks bestaat. Maar Crawford vond op een gegeven moment dat hij voor het repareren van motoren moest kiezen als werk. Terwijl hij bijvoorbeeld als elektricien twee keer zo veel verdiende, met enkel het trekken van stroomdraad.

Motoren vond hij leuker.

Mij lijkt het dat we in West-Europa meer mogelijkheden hebben dan Crawford had om met aandacht ambachtelijk werk te verrichten. Omdat dit hier ook als bijverdienste kan gebeuren; vanwege ons sociale stelsel. Zodat wij niet de keuze hoeven te maken om wat we liefhadden te smoren in routinewerk; omdat daarmee tenminste de rekeningen kunnen worden betaald.

Verder gaan de meeste klachten van Crawford’s klachten onverkort op voor de Nederlandse situatie. Zelfs de vroegere ambachtsschool hier doet niets meer aan handenarbeid. Iedereen moet zich allereerst algemeen ontwikkelen, en diploma’s halen.

Waarbij politici en pedagoochelaars niet beseffen dat als iedereen algemeen onderwijs doet, en daarvoor diploma’s haalt, die getuigschriften vervolgens niets meer waard zijn. En dat aan de onuitgesproken onvrede over werk bijdraagt in de samenleving.

Matthew B. Crawford, Shop Class as Soulcraft
An Inquiry into the Value of Work

246 pagina’s
Penguin Books 2010, oorspronkelijk 2009

World Beyond Your Head ~ Matthew B. Crawford

Dat niemand meer leest, is al een oeroude klacht, die volgens mij altijd gebaseerd wordt op wel heel erg weinig. Op romantische ideeën over het verleden bijvoorbeeld. Maar dat de klaagzang toch telkens nieuw kan lijken, is omdat deze zo vaak verpakt wordt in een aanleiding die er eerder nog niet zo was.

Tegenwoordig heeft bijvoorbeeld internet het altijd gedaan.

Want niemand kan zich nog ergens op concentreren, vanwege alle afleiding die de hedendaagse elektronica ons constant biedt. Daardoor is het velen onmogelijk geworden om nog een inspanning te verrichten die enige tijd en concentratie vergt. Zoals het lezen van een boek.

Hoe onnozel ook, ene Nicholas Carr haalt wereldwijd bestsellers met werk waarin bovenstaand simplisme de centrale these is. Terwijl het me toch behoorlijk paradoxaal lijkt dat de man zo veel succes heeft met boeken die verkondigen dat niemand meer van boeken kan genieten.

Ook Matthew B. Crawford baseerde een heel boek op het gegeven dat niemand zich nog langer dan zes tellen ergens op richten kan. Zij het dat bij hem niet enkel internet de schuld krijgt.

Het is namelijk nog erger.

We weten domweg niet meer wie we zijn. Het ontbreekt ons aan individualiteit. En dit ontbreken van een stevige kern zadelt ons de hele tijd met het idee op van alles te missen. Waarop we vluchten in trivialiteiten.

Crawford’s betoog hoe het dan mogelijk is om wel een individu te worden, luidt niet anders dan in zijn eerdere boek Shop Class as Soulcraft. Hij was een filosoof, die uiteindelijk oude motorfietsen ging repareren voor zijn beroep; want dat ambacht gaf hem de meeste bevrediging.

Dus moeten wij allen iets vinden om met onze handen te doen.

En op zich kan ik nog een heel eind meegaan met deze stelling ook. Toch viel het me relatief zwaar om deze uitgave te lezen. Crawford had onder meer te veel uitspraken nodig van een willekeurig rijtje filosofen om zijn betoog gewicht te geven. Wat heel goed kan komen omdat de these van The World Beyond Your Head me een levensgroot cliché lijkt.

Maak van je hobby je werk, en je werkt nooit meer een dag in je leven. Zoiets.

Bovendien interesseren me bij filosofie de antwoorden nooit, laat staan wat éen of andere wijsgeer eeuwen terug schreef dat nu toevallig aardig past in het betoog.

Filosofen moeten domweg betere vragen stellen dan ik dat kan. En als dit niet gebeurt — of, zoals in dit boek, als vele vragen zelfs helemaal uitblijven — dan leest een tekst wat raar. Auteurs moeten me meeslepen. Ik wil niet al tijdens het lezen de analyse trekken dat de schrijver zijn tekst nogal kunstmatig aan het opvullen is.

The World Beyond Your Head heeft aanzienlijk meer intellectuele pretenties dan willekeurig welk hedendaags werkje over ‘mindfulness’. Alleen hoort dit boek nu net ook tot dat genre. En mede dus tot de miljardenindustrie die profiteert van alle onzekerheid bij het publiek over de beste invulling van hun leven.

Toegegeven, Crawford zette me tot denken aan, net als Carr dat ooit deed, omdat hun ideeën meteen tegenspraak oproepen. Doordat hun verontrusting volgens mij een merkwaardig soort selectieve verontwaardiging bevat.

De openbare bibliotheken hebben de laatste eeuw altijd al meer boeken kunnen aanbieden dan een normaal mens in zijn of haar leven lezen kan. Dus hoe kan iemand claimen dat er nu ineens meer dan ooit is dan wij nog kunnen hanteren?

Kranten bevatten altijd al meer trivia en nodeloze afleiding dan waarlijk goed geschreven berichten, en daarmee nuttig nieuws. Toch ben ik nooit ergens het verwijt tegengekomen dat er te veel dagbladen worden uitgegeven om elke dag weer door te kunnen nemen. Wat domweg komt omdat elke krantenlezer filtert, en selectief leest.

Matthew B. Crawford’s pleidooi om eerst het zelf te ontwikkelen, omdat daarop zulke filters tegen afleiding vanzelf zullen komen, is daarom weliswaar niet geheel onwaar. Wat me tegenstaat is dat de analyse voorafgaand aan diens betoog dramatisch tekort schiet.

Matthew B. Crawford, The World Beyond Your Head
On Becoming an Individual in an Age of Distraction
307 pagina’s
Farrar, Straus and Giroux, 2015