Ambachtsman ~ Richard Sennett

► door: A.IJ. van den Berg

In De ambachtsman behandelt de socioloog Richard Sennett precies het tegenovergestelde van wat hij beschreef in The Corrosion of Character. Dat laatste boek uit 1998 gaat erover wat het betekent dat vrijwel alle arbeid veranderd is tot het bedienen van onbegrijpelijke machines — want zo is zelfs het kijken naar een computerscherm te zien.

In De ambachtsman komt juist een geschiedenis van het ambacht voorbij. Van werk dus waarbij de beoefenaren precies weten waar ze mee bezig waren. Waarbij Sennett tracht uit te leggen wat de diepere betekenissen zijn geweest van de almaar toegenomen arbeidsspecialisatie door de eeuwen heen. Die waren niet altijd positief. Op het momenten dat specialisten zich gingen organiseren, bijvoorbeeld in gilden, betekende dit bijvoorbeeld ook dat kennis gemonopoliseerd werd; en buiten het bereik van anderen werd gehouden.

Tegelijk bevat dit boek ook een langdurige ode aan de hand, met de opponeerbare duim. Want, tezamen met het oog, en enige coördinatie, kan die hand zo veel voortbrengen aan moois. Waarbij Sennett opvallend veel aandacht heeft voor beroepen waarvan wij de ambachtelijkheid nog wel even zullen waarderen. Van musici is meteen te horen of ze enige vaardigheid bezitten. Bij chefkoks is dat nog altijd te proeven.

Sennett beschrijft daarbij hoe gereedschappen zich ontwikkelden, en hoe met die werktuigen de mogelijkheden die de mens had almaar groeiden.

En dan schrijft hij er niet bij: vergelijk die sensatie nu eens met het rondschuiven van een computermuis, en het intikken van een internetadres.

De ambachtsman is dus misschien wel het meest een boek over het verlies van tastbaarheid in het werk. En in de tweede plaats een verhandeling over het bijbehorende statusverlies van handwerk.

Deze uitgave beviel me het best als Sennett puur historische ontwikkelingen beschrijft. Bovendien plaatste hij waarschijnlijk terechte opmerkingen bij Norbert Elias, die de opmars van beschaving wat te zeer heeft gekoppeld aan ontwikkelingen in de adellijke hoven. Juist dat er een stand ontstond van hoogaangeschreven handwerkslieden, die bovendien leerjongens in dienst namen, waardoor maatschappelijke positie ineens verbonden kon zijn aan verdienste, heeft ook het gedrag van velen gevormd.

Mij bevreemde alleen de rooskleurige blik van Sennett op het ambacht inmiddels wat. Een element als geestdodende routine, waarmee iedereen kampt die herhaaldelijk hetzelfde of iets vergelijkbaars moet doen, werd me wel erg makkelijk genegeerd.

Richard Sennett, De ambachtsman
De mens als maker

367 pagina’s
Meulenhoff, 2008
vertaald door Willem van Paassen

[x]