Almost Like a Whale ~ Steve Jones

Weinig boeken uit de literaire canon hebben me zo veel plezier gegeven als het lezen van klassiekers uit de wetenschap me bracht. Er is een groot verschil tussen kunst en kennis. Klassieke verhalen kunnen op elk moment in de geschiedenis geschreven zijn, maar veroorzaakten nooit die ommekeer die geleerden de laatste eeuwen wel in gang hebben gebracht. Het kan mij roeren de geboorte van een inzicht te zien.

Tegelijkertijd is het bijna onmogelijk om grote boeken uit de wetenschapsgeschiedenis onbevangen te lezen. De wereld is tegenwoordig anders dan voor de publicatie van zo’n werk, waardoor een ingevoerde lezer van nu vaak meer weet dan de schrijver deed.

Zo viel me indertijd bij het lezen van Origin of Species op dat Darwin wel zijn ideeën had, maar nog niet goed wist hoe het nu met erfelijkheid zat. Toch is juist een kwaliteit van dit boek dat de schrijver zo ruimhartig aangeeft waar hij vermoedt en niet zeker weet. Dat maakt de overtuigingskracht van zijn betoog alleen maar sterker.

Darwin’s klassieke Origin of Species is in het boek Almost Like a Whale bewerkt en aangevuld met de kennis van nu. Dus wordt nu wel uitgelegd welke rol genetica bij alles speelt. In dit boek is toch de oorspronkelijke hoofdstukindeling bewaard. Aan het eind van elk hoofdstuk volgt zelfs Darwin’s eigen samenvatting van toen, die dan vaak bevestigt hoe sterk dat origineel wel was.

Steve Jones, de schrijver van deze bewerking, heb ik hier al eerder uitgebreid de lof toegezwaaid. Maar dit boek is de minste van de drie die ik tot nu toe van hem las. Al blijft dat relatief. Het is nog aanmerkelijk veel beter dan wat me normaal onder ogen komt.

Mijn aarzelingen om dit boek onvoorwaardelijk te prijzen, komen waarschijnlijk toch door dat dwingende raamwerk van Darwin’s basisopzet. Pas in het titelessay, als Jones voor het eerst het oerboek loslaat, wordt even echt duidelijk hoe elegant hij zelf formuleert en denken kan. Dan swingt de tekst echt. Wat dit betreft is het prettig dat hij in het vergelijkbare boek Y veel meer zijn eigen stempel op de inhoud heeft gezet.

Toch bevat bijna elke pagina van Jones observaties die ik nog nergens zo zag. Ook in dit boek weer. Zoals een terloops zinnetje dat maar tien procent van het aantal cellen in ons lichaam ook werkelijk menselijk zijn. Het grootste deel van de rest bestaat uit bacteriecellen.

Lezen over wat leven is, blijft een reis met de meest verbazingwekkende ontdekkingen die er te maken zijn.

Steve Jones, Almost Like a Whale
The Origin of Species Updated

499 pagina’s
Black Swan © 2001, oorspronkelijk 1999


Coral ~ Steve Jones

Het is het Darwin-jaar in 2009. Charles Darwin werd geboren op 12 februari 1809. En hoewel ik dacht het meeste wel te weten over het ideeëngoed van deze geleerde, verraste Steve Jones me toch, in dit boek. Het eerste wat Charles Darwin publiceerde, na zijn wereldreis met The Beagle, was namelijk een verhandeling over koraalriffen. Bovendien opperde hij daarin theorieën over het ontstaan van die riffen, die lang omstreden waren, maar uiteindelijk juist bleken te zijn. Grotendeels. Al duurde het tot de Amerikanen en Fransen atoomproeven gingen uitvoeren op Zuidzee-atollen, voor de geleerden beamen konden dat riffen vaak ontstaan door bewegingen in de aardkost.

Harde wetenschap is niet goedkoop. Bewijs was voor Darwin’s theorie pas te leveren toen de militairen een nieuw speeltje hadden bedacht.

Even dacht ik door deze opening een nieuwe hervertelling van Darwin te lezen te krijgen. Steve Jones deed er eerder zo al twee. Maar dat bleek niet het geval.

Coral pakte simpelweg uit een boek over het leven, maar ditmaal bekeken vanuit dat ene onderwerp: koraal. Dus gaat het over alles, omdat Jones de man niet is om zich te laten beperken door een onderwerp. Van leven op microscopisch niveau gaat het, tot de vraag waarom kwallen wel eeuwig leven, en de mens nog niet, tot de betekenis van koraalriffen van vroeger voor de olieproductie van nu. En alles even informatief én briljant beschreven.

Goed, dan eindigt het boek uiterst somber. Van alle koraalriffen wordt maar twintig procent niet bedreigd. Daar is een metafoor in te zien, van hoe het met de gezondheid van alle leven op aarde staat. Maar een boek over leven kan nu eenmaal niet ook zonder dood. Ergens. Lijkt me.

Steve Jones, Coral
A Pessimist in Paradise

242 pagina’s
Abacus 2008, oorspronkelijk 2007

Darwin’s Island ~ Steve Jones

Eén enkel hoofdstukje al uit Darwin’s Island maakt totale kolder van het momenteel zo populaire frame ‘Wij zijn ons brein’. Dat hoofdstuk heet ‘The Thinking Plant’. En het laat zien dat zelfs planten, die bloedsomloop noch zenuwstelsel hebben, verrassend intelligente reacties vertonen op allerlei prikkels. Of soms zelfs die prikkels niet eens nodig hebben.

Planten converseren ook, zij het niet met geluid. Zij doen dit met geuren — een opmerking die pas minder vanzelf spreekt voor wie nadenkt waarom die geuren er zijn.

Ofwel, amper 24 pagina’s uit een boek van 341 bladzijden boden eigenlijk al aanleiding genoeg om een uitgebreid boeklogje aan te wijden. En de rest was minstens zo rijk.

Steve Jones schreef weer eens een zo boordevol gevuld boek dat het werk van bijna alle andere auteurs daarnaast ineens behoorlijk oppervlakkig lijkt. Zelfs al gaat Darwin’s Island zoals altijd weer bij hem over leven. Het zijn dan ook de immer onverwachte details die het hem doen.

Ditmaal besteedde hij aandacht aan al die andere boeken die van Charles Darwin verschenen tijdens diens leven, en waar zo veel minder aandacht voor bleef dan de gekende twee klassiekers.

Buiten de biologie dan. Onder biologen bleef het respect bestaan. Omdat Darwin’s onderzoek vaak zo nieuw en origineel was dat hij niet zelden de eerste was die een heel nieuw onderzoeksterrein blootlegde.

Van alle boeken die ik las van Steve Jones is dit het afwisselendste.

De meeste van Darwin’s onderzoeken kende ik ook niet eens van reputatie. Ik wist hoogstens dat Darwin onderzoek had gedaan naar wormen. En ik kende het boek over gelaatsuitdrukkingen, omdat dit al heel lang online is te lezen.

Maar Darwin’s onderzoek naar orchideeën bijvoorbeeld? Terwijl dat nu net heerlijke verhalen opleverde in Steve Jones’s bewerking. Omdat orchideeën de meest doortrapte planten uit de flora blijken te zijn.

Zo zijn er die bevruchting door mannelijke bijen uitlokken met bloemblaadjes die er uit zien en ruiken als extra-verleidelijke vrouwtjesbijen. Darwin wilde niet geloven dat bijen zo dom konden zijn dat ze daarom van plant tot plant vlogen; om met al die supergeile nep-vrouwtjes te kunnen neuken, zonder daar ook maar iets voor terug te krijgen. Maar ziet, zo wreed is de natuur.

Darwin’s onderzoek naar aardwormen — gedaan uit noodzaak, omdat hij door ziekte geen reizen meer wilde maken — leverde lange beschouwingen op over grond. En over hoe goed wij mensen er in slagen om onze eigenste aarde onbewoonbaar te maken.

Wie het over leven heeft, mag ook weleens schrijven over dood.

En alle grond aan de oppervlakte is ooit door wormen gegaan — beesten die Steve Jones levende darmpjes noemt.

Aan Darwin’s Island viel me wel op dat het boek somberder van toon lijkt dat andere uitgaven van Jones. En dat kan best komen doordat de auteur telkens de situatie van nu moet vergelijken met wat Charles Darwin aantrof in de negentiende eeuw.

Een elementaire opmerking is dan alleen al dat Darwin ooit een huis kocht in Kent, vanwege het landschap. Een huis dat hij vervolgens amper nog zou verlaten tijdens de rest van zijn leven. Terwijl dit gebouw inmiddels omringd wordt door andere bebouwing; van de grootstad Londen.

In kennis is er vooruitgang. Zeker. Alleen, ten koste van wat?

Of, hoeveel doet die kennis er vervolgens toe?

Steve Jones, Darwin’s Island
The Galapagos in the Garden of England

341 pagina’s
Abacus 2010, oorspronkelijk 2009

Invention of Nature ~ Andrea Wulf

Een boek hoort niet te worden afgerekend op wat er allemaal niet in staat. En toch miste er iets zo fundamenteels aan Andrea Wulf’s vlot vertelde biografie van Alexander von Humboldt [1769 — 1859] dat mijn waardering voor deze uitgave er sterk door verminderde.

Heel opmerkelijk is bijvoorbeeld dat Wulf veel ruimte neemt om in te gaan op de directe invloed had die Humboldt’s boeken zouden krijgen op latere natuurvorsers. Want Charles Darwin kreeg indertijd zelfs het verwijt dat hij voor zijn verslag over de reis met The Beagle wel erg naar dat Duitse voorbeeld had gewerkt. Zelfs Humboldt’s bloemrijke manier van formuleren leek hij te hebben overgenomen.

Alleen ontbreekt in het boek dan heel opvallend wie of wat er invloed hadden gehad op Humboldt’s manier van denken. Terwijl dat, historisch gezien, nogal betekenis heeft.

Andrea Wulf liet na om in te gaan op de betekenis van religie op het natuuronderzoek; op alle wetenschappelijk onderzoek overigens.

Maar wie over geologie ging nadenken, en vervolgens moest constateren dat de Bijbel het weleens heel principieel mis kon hebben over de tijd dat de aarde bestaat, diende deze aanstootgevende ketterij vervolgens wel heel voorzichtig te brengen indertijd.

Tijdgenoten zagen eind 18e eeuw fossielen nog als overblijfselen van de zondvloed.

Speelde er ook nog een dominante stroming als de fysico-theologie, die het natuuronderzoek nuttig achtte omdat zo de grootsheid des Heeren schepping nog eens benadrukt werd. De Bijbel der natuur was de tweede openbaring God’s.

Alexander von Humboldt moet met zijn vernieuwende ideeën over klimaatzones, of diens vermoeden dat Zuid-Amerika waarschijnlijk ooit aan Afrika vast zat, genoeg vijanden hebben geschapen indertijd. Zal het publieke succes van zijn boeken ook niet overal goed zijn gevallen.

Terwijl Humboldt dus éen van de onderzoekers was die mee hebben geholpen om God als verklaring voor alles uit de wetenschap te verjagen, vond de biografe het niet de moeite waard om over dit aspect te schrijven. Ik acht dat een werkelijk onbegrijpelijke omissie; die zelfs tot geschiedvervalsing leidt.

Niemand presteert iets volledig in zijn eentje. De geschiedenis van de wetenschap moet daarom niet te zeer versimpeld worden tot een verhaaltje over grote zieners, die daarin dan ineens het licht hebben gezien. Nee, zulke mensen bouwde verder op wat er was; zelfs als dit was door zich er tegen af te zetten.

Tegelijk is The Invention of Nature wel heel goed in andere dingen. Alexander von Humboldt leefde lang, en leefde mede daardoor in roerige tijden. En de evenementiële geschiedenis zit heel mooi, terloops, in dit boek verweven. Napoleon kwam op, en ging onder. Zuid-Amerika zou zich bevrijden van het Spaanse koloniale bewind, en Pruisen, niet te vergeten, werd het machtigste van de Duitse landen; hoewel Duitsland nog altijd geen eenheid was.

Humboldt was een groot deel van zijn leven kamerheer van de Pruisische vorst — en hij moest die betrekking in dat oervervelende Berlijn wel houden, want hij had het traktement nodig. De vorst had overigens 250 kamerheren. [En Wulf verklaart mij onvoldoende waarom Humboldt blijkbaar nergens anders terecht kon].

Dus bood Andrea Wulf ook een heel aardig beeld van hoe wetenschap gefinancierd werd indertijd. De wetenschappers zelf waren de grootste mecenassen. En die grote onderzoeksreis die Humboldt ooit nog door Rusland maakte, kwam er enkel omdat de Tsaar eiste dat de onderzoekers grondstoffen en bodemschatten zouden vinden.

The Invention of Nature
werd nogal enthousiast ontvangen in 2015. Wat mede zal komen door een omissie in de Angelsaksische cultuur. Door liefst twee wereldoorlogen is alles wat naar Duitse cultuur riekt er zo goed als vergeten. Kon Andrea Wulf evenwel overtuigend aantonen dat latere kopstukken uit het Britse en Amerikaanse natuuronderzoek nogal schatplichtig waren aan die ene avontuurlijke Pruisische kamerheer. Humboldt muntte weliswaar niet zelf het begrip ‘ecosysteem’, maar hij wees een navolger wel de weg naar dit idee dat alles in de natuur met elkaar samenhangt. En daarmee ook dat de mens niet eindeloos van de natuur nemen kan, zonder dat dit gevolgen hebben zal.

Zal dus aan het succes van deze uitgave hebben bijgedragen dat het mode is om de opwarming van de aarde aan menselijk handelen te verwijten. Het boek past goed in het huidige idee dat de aarde veel makkelijker gekwetst kan worden dan gedacht. Wat dan zwaarte krijgt door het besef dat dit al een oud idee is. Van mensen bovendien die wel meer goed hadden gezien.

Andrea Wulf, The Invention of Nature
The Adventures of Alexander von Humboldt
The Lost Hero of Science

473 pagina’s
John Murray 2016, oorspronkelijk 2015

Y ~ Steve Jones

Charles Darwin publiceerde in 1871 The Descent of Men. Dit was het werk waarin hij zijn ideeën over evolutie toespitste op de ontwikkeling van de mens. Geneticus Steve Jones nam de structuur van Darwin’s boek over, maar vulde die in met de biologische kennis van nu.

En daarmee wordt de originele titel dubbelzinnig. Waar Darwin nog schreef over ‘de afstamming van de mensheid’, lijkt Jones het vooral over ‘de neergang van de man’ te hebben.

Bijna elke aanspraak dat mannen het sterke geslacht zouden zijn, wordt door dit boek grondig onderuit gehaald. Wat dit betreft wordt het ineens merkwaardig dat bioloog Maarten ’t Hart zo weinig vakkennis heeft gebruikt in zijn pamflet tegen het feminisme waar ik hier laatst ook iets over schreef.

Steve Jones wijst er terloops op dat de man al snel overbodig zal zijn, nu de techniek er is om zoogdieren te klonen. Voor de menselijke voortplanting hoeft dra geen zaad meer gebruikt te worden. En anders laat de natuur vanzelf de man wel uitsterven over enige miljoenen jaren, vanwege dat zo merkwaardig zwakke Y-chromosoom.

[Why? Zoals die dubbelzinnige titel ook te lezen is…]

Ik heb dit boek veel langzamer gelezen dan ik normaal ben te doen. Dat was om er van te kunnen genieten. Steve Jones heeft een bijzonder vermogen om tamelijk technische informatie helder over te brengen, en daarbij ook nog eens zo amusant te zijn dat wat hij meedeelt beklijft.

Het boek is ook veel rijker dan ik in die paar woorden hier bij machte ben aan te geven. Wie de man goed wil beschrijven, moet daarbij namelijk ook vergelijkingen trekken met andere mannetjesbeesten in de dierenwereld. Of de cultuur behandelen waarin die man zo’n uitverkoren positie inneemt.

Alhoewel, uitverkoren… Het hoofdstuk over het besnijden van jongetjes bijvoorbeeld was lang niet altijd even prettig om te lezen. Hoe grappig het dan ook weer is om te weten dat Theresia van Ávila de voorhuid van Jezus als trouwring droeg.

* extra: er is een website gewijd aan Y

Steve Jones, Y
The Descent of Men

280 pagina’s
Abacus © 2003, oorspronkelijk 2002