Darwin’s Island ~ Steve Jones

► door: A.IJ. van den Berg

Eén enkel hoofdstukje al uit Darwin’s Island maakt totale kolder van het momenteel zo populaire frame ‘Wij zijn ons brein’. Dat hoofdstuk heet ‘The Thinking Plant’. En het laat zien dat zelfs planten, die bloedsomloop noch zenuwstelsel hebben, verrassend intelligente reacties vertonen op allerlei prikkels. Of soms zelfs die prikkels niet eens nodig hebben.

Planten converseren ook, zij het niet met geluid. Zij doen dit met geuren — een opmerking die pas minder vanzelf spreekt voor wie nadenkt waarom die geuren er zijn.

Ofwel, amper 24 pagina’s uit een boek van 341 bladzijden boden eigenlijk al aanleiding genoeg om een uitgebreid boeklogje aan te wijden. En de rest was minstens zo rijk.

Steve Jones schreef weer eens een zo boordevol gevuld boek dat het werk van bijna alle andere auteurs daarnaast ineens behoorlijk oppervlakkig lijkt. Zelfs al gaat Darwin’s Island zoals altijd weer bij hem over leven. Het zijn dan ook de immer onverwachte details die het hem doen.

Ditmaal besteedde hij aandacht aan al die andere boeken die van Charles Darwin verschenen tijdens diens leven, en waar zo veel minder aandacht voor bleef dan de gekende twee klassiekers.

Buiten de biologie dan. Onder biologen bleef het respect bestaan. Omdat Darwin’s onderzoek vaak zo nieuw en origineel was dat hij niet zelden de eerste was die een heel nieuw onderzoeksterrein blootlegde.

Van alle boeken die ik las van Steve Jones is dit het afwisselendste.

De meeste van Darwin’s onderzoeken kende ik ook niet eens van reputatie. Ik wist hoogstens dat Darwin onderzoek had gedaan naar wormen. En ik kende het boek over gelaatsuitdrukkingen, omdat dit al heel lang online is te lezen.

Maar Darwin’s onderzoek naar orchideeën bijvoorbeeld? Terwijl dat nu net heerlijke verhalen opleverde in Steve Jones’s bewerking. Omdat orchideeën de meest doortrapte planten uit de flora blijken te zijn.

Zo zijn er die bevruchting door mannelijke bijen uitlokken met bloemblaadjes die er uit zien en ruiken als extra-verleidelijke vrouwtjesbijen. Darwin wilde niet geloven dat bijen zo dom konden zijn dat ze daarom van plant tot plant vlogen; om met al die supergeile nep-vrouwtjes te kunnen neuken, zonder daar ook maar iets voor terug te krijgen. Maar ziet, zo wreed is de natuur.

Darwin’s onderzoek naar aardwormen — gedaan uit noodzaak, omdat hij door ziekte geen reizen meer wilde maken — leverde lange beschouwingen op over grond. En over hoe goed wij mensen er in slagen om onze eigenste aarde onbewoonbaar te maken.

Wie het over leven heeft, mag ook weleens schrijven over dood.

En alle grond aan de oppervlakte is ooit door wormen gegaan — beesten die Steve Jones levende darmpjes noemt.

Aan Darwin’s Island viel me wel op dat het boek somberder van toon lijkt dat andere uitgaven van Jones. En dat kan best komen doordat de auteur telkens de situatie van nu moet vergelijken met wat Charles Darwin aantrof in de negentiende eeuw.

Een elementaire opmerking is dan alleen al dat Darwin ooit een huis kocht in Kent, vanwege het landschap. Een huis dat hij vervolgens amper nog zou verlaten tijdens de rest van zijn leven. Terwijl dit gebouw inmiddels omringd wordt door andere bebouwing; van de grootstad Londen.

In kennis is er vooruitgang. Zeker. Alleen, ten koste van wat?

Of, hoeveel doet die kennis er vervolgens toe?

Steve Jones, Darwin’s Island
The Galapagos in the Garden of England

341 pagina’s
Abacus 2010, oorspronkelijk 2009

[x]