Ansichten eines Hausschweins ~ Harald Martenstein

Nogal wat columns zijn gebaseerd op de simpele truc van de omdraaiing. Vrijwel iedereen is dan toevallig éen bepaalde mening toegedaan. Alleen weet de columnist van dienst toevallig hoe het echt zit, en gaat deze verdedigen dat het precies andersom is als iedereen dacht.

Nogal wat columns zijn daardoor voorspelbaar. Menig columnist zou graag het kind willen zijn wat roept dat de keizer geen kleren draagt, maar vrijwel geen heeft werkelijk zo veel inzicht. En al helemaal niet als hij of zij dit dan wekelijks moet tonen.

Kost het ook nog eens meer durf dan de meesten gegeven is om in een massamedium waarheden te brengen die werkelijk onprettig zijn.

En dan gaat het te ver om de Duitse columnist Harald Martenstein wel zo oneindig veel wijsheid of durf toe te schrijven. Daartoe is zijn scope te klein. Inhoudelijk over economie schrijven, of de wereldpolitiek, doet hij nooit.

Toch blijft Martenstein éen van de weinige columnisten die ik altijd lees. Ondanks dat die omkering ook een voornaam wapen van hem is. Bij hem wordt dat andere perspectief met regelmaat wel grappig. En verklaar dat raadsel dan toch eens.

De bundel Ansichten eines Hausschweins bevat materiaal van zo’n vijf, zes jaar geleden. De wereldkampioenschappen voetbal waren in Zuid-Afrika — dat was de voornaamste tijdsaanduiding die ik herkennen kon. Speelde Martenstein ook nog World of Warcraft met zijn zoon — alleen interesseren games me niet genoeg om daar de verschijningsdata van paraat te hebben.

En op zich is het een gunstig teken dat ook columns tijdloos kunnen lijken.

Het lezen van dit boek bracht wel de merkwaardige sensatie dat het geheugen blijkbaar oneindig veel opslagcapaciteit heeft. Van teksten van vijf, zes jaar terug, die vaak toch hoogstens terloops waren gelezen, bleek ik me nogal wat details te kunnen herinneren.

Och, als mijn geheugen toch eens simpel met een zoekmachine te ontsluiten was. Want inhoud terugvinden is blijkbaar allereerst het probleem.

Vijf, zes jaar terug bleek alleen een onschuldiger tijd te zijn opvallend genoeg. Het tergende populisme van vrijwel alle politici is bij Martenstein nog relatief ongekunsteld:

Deutschland wird von einer Einheitspartei neuen Typs regiert, den liberalen Sozialökologen. Warum ist dies so? Weil die Parteien sich von politischen Vereinigungen in Unternehmen verwandelt haben, die um Marktanteile kämpfen. CDU, SPD, Grüne etcetera sind inzwischen das Gleiche wie Saturn, Media Markt und Karstadt. Sie liefern, was der Kunde haben möchte, alle bieten die gleichen Smartphones an. Es geht eigentlich nur darum, wer den günstigsten Preis und den besten Service bietet. Wenn ein Produkt vom Kunden nicht angenommen wird, nehmen sie es vom Markt. Falls die Mehrheit der Deutschen zum Buddhismus konvertiert, dann benennt die CDU sich halt um in BDU.

Das wäre keine Katastrophe. Was aber, wenn die Mehrheit sich irrt? Was, wenn die Mehrheit auf einem falschen Trip ist? […]

En in die zin zijn columns dus altijd wel tijdsgebonden. Noodzakelijkerwijs. Ze tonen waar men zich druk om maakte, indertijd. En als dan ondertussen de zeden lichtjes veranderd zijn. Als het debat enkel ruwer werd, en het populisme nog weer stuitender, en niemand zich nog iets aan schijnt te hoeven trekken van zoiets elementairs als feiten die kloppen. Ja, dan kan een bundel met soms heel scherpe observaties uit een wel heel recent verleden toch al bijna nostalgisch maken.

Harald Martenstein, Ansichten eines Hausschweins
Neue Geschichten über alte Probleme

207 pagina’s
btb, 2013

Männer sind wie Pfirsiche ~ Harald Martenstein

Boeken leveren nieuwsgierigheid op naar andere boeken. Dat is het voornaamste principe achter hoe ik lees. Aanbevelingen van anderen online, of in druk, willen ook nog weleens iets doen. Mondelinge aanbevelingen leveren alleen iets op als ik de ander ken als een lezer. En boeken die op televisie langskomen, kunnen meestal zonder meer genegeerd worden.

Männer sind wie Pfirsiche is een grote uitzondering op dit patroon. Zonder de herhalingen van het TV-programma ‘Was liest du?’, waarin bekende Duitsers voorlezen uit favoriete verstrooiende boeken, had ik misschien zelfs nooit van de auteur Harald Martenstein gehoord. Zelfs al heeft hij elke week een column in Die Zeit; en is dit boek een bundel van een reeks columns.

Die Zeit is ook helemaal uit mijn blikveld verdwenen, sinds de jaren negentig. Terwijl ik dat toen toch een opmerkelijk goed blad vond.

Martenstein schrijft columns op een manier die in Nederland niet meer gedaan wordt. Kan het land zich nog zo prijzen zo veel stukjesschrijvers te hebben. Vroeger waagden sommige columnisten het nog om grappig te zijn. Tegenwoordig is de toon vaak nogal wat ironischer, zo niet wijsneuzig.

Tegelijk is Harald Martenstein allesbehalve ouderwets. Wat ook moeilijk anders kan, omdat hij veelal schrijft over de verwarringen van de moderne man in deze tijden. En goed, soms is hij zelf die man, en overdrijft hij de schlemieligheid die daarbij past; maar allereerst zijn toch de tijden vreemd.

Opvallend was dat veel columns zich inderdaad goed lenen om te worden voorgelezen. Alleen al omdat er dan niet vluchtig overheen gelezen wordt, krijgen de vondsten het gewicht van een vondst, en werkt het goed dat grappigheden naar het einde toe steeds net iets groter worden.

Stil gelezen vond ik Martenstein vaak net niet grappig genoeg; waarschijnlijk omdat ik te snel wil en hij dit niet toelaat. Hij biedt telkens genoeg amusement om door te willen lezen. Maar na drie vier columns per keer was die lust ook wel weer gevuld.

Einmal pro Jahr findet in Berlin die weltgrößte Rentnerdemonstration statt. Sie trägt den Titel “Berlin-Marathon”. [97]

scheiding

Ich finde, wenn man einem Journalistem Eitelkeit vorwirft, ist das politisch fast so schlimm, wie wenn man einem dunkelhäutigen Menschen seine Hautfarbe vor wirft oder einem Homosexuellen die Homosexualität. [43]

scheiding

Während einer Fußball-Weltmeisterschaft wird, speziell von den Männern, unaufhörlich über Fußball geredet. Zum Thema Fußball habe ich eine These. Sie lautet: Der Fußball der Frau ist der Mann. [58]

Harald Martenstein, Männer sind wie Pfirsiche
Subjektive Betrachtungen über den Mann
von heute mit einem objektiven Vorwort
von Alice Schwarzer

176 pagina’s
btb 2009, oorspronkelijk 2007

Titel ist die halbe Miete ~ Harald Martenstein

Van alle schrijvers bewonder ik de auteurs het meest die zien hoe raar de wereld in elkaar steekt, en de beschrijving van hun verwarring dan ook nog humoristisch weten te maken.

Want, verbaasd zijn, is niet heel moeilijk. Eeuwig verbaasd blijven, en dus weinig voetstoots aannemen, is juist een kunst.

En ook: in dodelijke ernst wijsheden debiteren, kan iedereen die zich ergens op specialiseert. Daar zit ik niet altijd op te wachten.

Tegelijk denken nogal wat veel meer mensen humoristisch te kunnen schrijven dan daar in slagen. Vooral in Nederland columnistenland zijn de grappen te zelden grappig, gaat de humor vaak ten koste van, en brengt de relativering zo zelden iets aan inzicht.

Ontdekking van het jaar 2011, op boekengebied dan, voor mij tot nu toe, zijn de columns die Harald Martenstein schrijft voor het weekblad Die Zeit. Alleen was het maar omdat hij in zijn stukken éen cliché gelukkig totaal vermijdt. Hij is niet de onhandige dwaas, overvallen door iets uit de moderne tijden, die zo vaak in Nederlandse columns optreedt. Nee, bij heb zijn allereerst de tijden vreemd, en is het eerder raar dat ieder ander daar schijnbaar mee leven kan.

Der Titel ist der halbe Miete biedt een overzicht van wat hij zoal elke week in 2007 schreef. Maar die data maken niet uit. Geen van zijn teksten ademt de hijgerigheid van iemand die de actualiteit moet volgen. Wat tijdsgebonden aan zijn werk is, wordt pas over decennia duidelijk.

Beste column uit deze bundel? Die waarin hij zich afvraagt waarom de woorden Joods-Christelijke traditie ineens zo vaak gebruikt worden, en dan de agenda daarachter blootlegt:

scheiding

Warum ist diese Phrase so beliebt? Ich habe den Verdacht, dass man sie heutzutage an genau den Stellen verwendet, an denen man früher “christliches Abendland” gesagt hätte. “Christliches Abendland” klingt allerdings in heutigen Ohren auch nicht mehr gut, das klingt nach Kreuzzug. Durch die Hereinnahme des Wortes “jüdisch” wird das Abendland sofort kuscheliger und defensiver, als es faktisch war, “jüdisch” steht ja fürs Verfolgtwerden und fürs Opfersein.

Vor allem dem Islam wird die Fahne der christlich-jüdischen Tradition gerne entgegengehalten, bloß leben halt, ob es einem passt oder nicht, seit vielen Jahrhunderten auch Muslime in Europa, auch da gab es wechselseitige Beeinflussung, kulturelle Überschneidungen, Monotheismus, erfreuliche und unerfreuliche Begegnungen, es ist fast das Gleiche, eine Tradition, zweifellos, nur, dass man diese Tradition zurzeit in Sonntagsreden nicht gerne beschwört. [27]

Harald Martenstein, Der Titel ist die halbe Miete
Mehrere Versuche über die Welt von Heute

175 pagina’s
BTB 2010, oorspronkelijk 2008

Vom Leben gezeichnet ~ Harald Martenstein

In een international onderzoek werd ooit aan Duitsers het grootste gevoel voor humor toegeschreven. Niet dat dit een kwaliteit was. Maar de Duitsers lachten van alle volkeren het makkelijkst, om vrijwel alles. Of misschien beter: ze lachen om vrijwel niets.

En ik moet altijd aan dat onderzoek denken als ik Duitse pogingen tot humor zie op televisie. Daarvan deugt de maat zo zelden.

Met Duitse literatuur is men wat dit betreft beter af. En van de huidige columnisten vind ik Harald Martenstein inmiddels toch wel erg goed.

Zo los, in zijn wekelijkse bijdragen voor het tijdschrift Die Zeit, is het weliswaar niet altijd raak. Maar dan staan zijn woorden ook op zich.

In een bundel als deze, Vom Leben gezeichnet, werkt de bundeling juist zo goed. De ene column maakt dan ontvankelijk voor de volgende. Een toon is gezet, en kleine variaties op het leitmotiv verrassen al.

En dan hoeft Martenstein soms niets te doen om de waanzin van iets te tonen. Zo ging hij op voor een vaarbewijs, en bestond de leerstof daarvoor er vrijwel alleen maar uit om krankzinnige scheepvaartsterminologie uit het hoofd te leren. Vragen naar het nut daarvan is zinloos.

Bei anderen Wörtern hilft nicht mal die offizielle Definition im Lehrbuch weiter. Zum Begriff “Klampe” heißt es im Buch: “Eine Klampe ist eine doppelarmige Knagge.” Beim Stichwort “Knickspanter” erklären die Autoren: “Alle Halbgleiter sind Knickspanter.” “Schwojen” ist “das Pendeln eines Bootes um seine Muring.” Oder “Lippe”: “Die Lippe ist eine klauenartige Durchführung im Schanzkleid.”

Daarbij heeft hij gelijk dat het afleggen van examens iets voor de jeugd is; op latere leeftijd heeft men inmiddels te veel kritische zin aangeleerd.

En om zulke opmerkingen gaat het dus. Iets nieuws of opvallends meepakken uit het hedendaagse leven kan elke columnist. Aan zo’n onderwerp een nieuwe draai geven, wordt dan de kunst. En Martenstein slaagt daar vaak wonderwel in.

Zijn er bovendien nog de verhalen, de vaak zo wonderbaarlijke verhalen. Zoals de geschiedenis van dat Zuidafrikaanse gezin, dat in de Apartheidsjaren een vijftigmeterbad in de tuin aanlegde, omdat de zoon zo goed zwemmen kon. Alleen kon deze nooit aan internationale kampioenschappen deelnemen, omdat er een sportboycott tegen Zuid-Afrika was.

Harald Martenstein, Vom Leben gezeichnet
Tagebuch eines Endverbrauchers

192 pagina’s
Hoffmann und Campe, 2004

Wachsen Ananas auf Bäumen? ~ Harald Martenstein

Kinderen zijn een groot geschenk. Normaliter. En dat geldt al helemaal voor columnisten. Want eenmaal vader of moeder geworden, hoeven die dan zelf niet meer verbazing te veinzen over alles dat iedereen voor normaal aanneemt, en dat dan toch helemaal niet is.

Voor een lezer hoeft het daarom helemaal geen geschenk te zijn als een columnist een kind krijgt. Het optreden van zo’n dreumes eerst, en de voorspelbare problemen waarop dat wezentje stuit, kunnen een tekst al gauw wee maken.

Nu goed, columnisten die over hun kat schrijven, of hun hond, zijn al gauw nog net een tikje ergerniswekkender.

Het gaat bij columns over kinderen kortom om de juiste maat, meer nog dan bij alle andere schrijven. En Wachsen Ananas auf Bäumen is in die zin een bijzondere bundel, omdat Harald Martenstein in 237 pagina’s de hele jeugd doet van zijn zoon. Van het wezentje dat er plotseling is, ontwikkeld de jongen zich in het boek tot wandelpartner die op de gedeelde vakanties volwassener handelt als zijn vader.

Staat Martenstein in het boek overigens wel het langst stil bij de kindertijd van de jongen.

Voor Wachsen Ananas auf Bäumen is kortom geput uit een kleine twintig jaar aan columns — die de auteur voor de gelegenheid ook weleens stiekem herschreven heeft; zodat de verwijzingen naar actuele zaken tenminste kloppen bij de tijd.

Enkele columns meende ik ook al te kennen. Uit andere bundels. Of doordat ik ze online las. Maar Martenstein moet in boekvorm gelezen worden. Ik merkte dat eerder op. Zijn toon is licht. En even hup online een tekst van hem lezen, kan domweg maken dat je daar geen tel in komt.

Mooist aan dit boek is overigens de afwisseling in toon. Hilarische columns staan er genoeg in de bundel. Al behandelen die opvallend vaak onderwerpen die zo veel humoristen als onderwerp nemen.

Het kind wil onmogelijk dure schoenen; omdat hij en al zijn klasgenoten ineens schoenfetisjisten zijn geworden.

Het kind wil een superdeluxe nieuwe telefoon, net als zijn klasgenoten. En dan niet om te bellen. Zo veel te telefoneren heeft hij nog niet op zijn leeftijd.

Het kind wil een zeilboot. En blijft dat verlangen volhouden, ook al kleven er bezwaren aan zo’n aankoop. Zeilboten zijn behoorlijk aan de prijs. Dus vindt zijn vader uiteindelijk geen andere oplossing dan te zeggen dat ze tot zeilbotenuitverkoop zullen wachten, want anders worden ze echt te duur.

“Ja, gut, erst einmal muss ich segeln lernen. Und dann schauen wir, dass wir ein günstiges Segelboot kriegen. Wir warten am besten auf den Segelboote-Schlussverkauf.” Das Kind weiß, dass man in der modernen Gesellschaft Preise vergleichen sollte.

Jetzt also warten wir auf den Segelboote-Schlussverkauf. Wann fängt er an? Es steht in der Zeitung. Das Kind liest, als erster Kind in seiner Klasse, morgens regelmäßig die Zeitung. [72]

Het kind wil een tatoeage, en piercings. Maar dat is dan al later. En dan wil de jongen dat niet echt. Hij is alleen benieuwd naar de reactie van zijn vader.

Meer indruk maakten daarom de teksten waaruit de grote bezorgdheid spreekt, en daarmee de liefde, van de auteur voor zijn kind. Want die moet zich straks ook maar zien te redden in die wereld. En redt hij dat dan wel? Harald Martenstein’s grootheid als schrijver toont zich als hij juist deze teksten ook licht weet te houden.

Want de jongen zegt niet genoeg, bijvoorbeeld, in de klas. Terwijl het op school er ook om gaat dat de leerlingen leuk meedoen tijdens te les — dat kan nog behoorlijk in de rapportcijfers schelen.

En de vader zag dan graag dat de samenleving introvertie gewoon als een handicap ging beschouwen, met alle bijbehorende voorzieningen; omdat introvertie zo vaak een handicap ís.

Harald Martenstein, Wachsen Ananas auf Bäumen?
Wie ich meinen Kind die Welt erkläre
237 pagina’s
btb 2013, oorspronkelijk 2012