Wachsen Ananas auf Bäumen? ~ Harald Martenstein

► door: A.IJ. van den Berg

Kinderen zijn een groot geschenk. Normaliter. En dat geldt al helemaal voor columnisten. Want eenmaal vader of moeder geworden, hoeven die dan zelf niet meer verbazing te veinzen over alles dat iedereen voor normaal aanneemt, en dat dan toch helemaal niet is.

Voor een lezer hoeft het daarom helemaal geen geschenk te zijn als een columnist een kind krijgt. Het optreden van zo’n dreumes eerst, en de voorspelbare problemen waarop dat wezentje stuit, kunnen een tekst al gauw wee maken.

Nu goed, columnisten die over hun kat schrijven, of hun hond, zijn al gauw nog net een tikje ergerniswekkender.

Het gaat bij columns over kinderen kortom om de juiste maat, meer nog dan bij alle andere schrijven. En Wachsen Ananas auf Bäumen is in die zin een bijzondere bundel, omdat Harald Martenstein in 237 pagina’s de hele jeugd doet van zijn zoon. Van het wezentje dat er plotseling is, ontwikkeld de jongen zich in het boek tot wandelpartner die op de gedeelde vakanties volwassener handelt als zijn vader.

Staat Martenstein in het boek overigens wel het langst stil bij de kindertijd van de jongen.

Voor Wachsen Ananas auf Bäumen is kortom geput uit een kleine twintig jaar aan columns — die de auteur voor de gelegenheid ook weleens stiekem herschreven heeft; zodat de verwijzingen naar actuele zaken tenminste kloppen bij de tijd.

Enkele columns meende ik ook al te kennen. Uit andere bundels. Of doordat ik ze online las. Maar Martenstein moet in boekvorm gelezen worden. Ik merkte dat eerder op. Zijn toon is licht. En even hup online een tekst van hem lezen, kan domweg maken dat je daar geen tel in komt.

Mooist aan dit boek is overigens de afwisseling in toon. Hilarische columns staan er genoeg in de bundel. Al behandelen die opvallend vaak onderwerpen die zo veel humoristen als onderwerp nemen.

Het kind wil onmogelijk dure schoenen; omdat hij en al zijn klasgenoten ineens schoenfetisjisten zijn geworden.

Het kind wil een superdeluxe nieuwe telefoon, net als zijn klasgenoten. En dan niet om te bellen. Zo veel te telefoneren heeft hij nog niet op zijn leeftijd.

Het kind wil een zeilboot. En blijft dat verlangen volhouden, ook al kleven er bezwaren aan zo’n aankoop. Zeilboten zijn behoorlijk aan de prijs. Dus vindt zijn vader uiteindelijk geen andere oplossing dan te zeggen dat ze tot zeilbotenuitverkoop zullen wachten, want anders worden ze echt te duur.

“Ja, gut, erst einmal muss ich segeln lernen. Und dann schauen wir, dass wir ein günstiges Segelboot kriegen. Wir warten am besten auf den Segelboote-Schlussverkauf.” Das Kind weiß, dass man in der modernen Gesellschaft Preise vergleichen sollte.

Jetzt also warten wir auf den Segelboote-Schlussverkauf. Wann fängt er an? Es steht in der Zeitung. Das Kind liest, als erster Kind in seiner Klasse, morgens regelmäßig die Zeitung. [72]

Het kind wil een tatoeage, en piercings. Maar dat is dan al later. En dan wil de jongen dat niet echt. Hij is alleen benieuwd naar de reactie van zijn vader.

Meer indruk maakten daarom de teksten waaruit de grote bezorgdheid spreekt, en daarmee de liefde, van de auteur voor zijn kind. Want die moet zich straks ook maar zien te redden in die wereld. En redt hij dat dan wel? Harald Martenstein’s grootheid als schrijver toont zich als hij juist deze teksten ook licht weet te houden.

Want de jongen zegt niet genoeg, bijvoorbeeld, in de klas. Terwijl het op school er ook om gaat dat de leerlingen leuk meedoen tijdens te les — dat kan nog behoorlijk in de rapportcijfers schelen.

En de vader zag dan graag dat de samenleving introvertie gewoon als een handicap ging beschouwen, met alle bijbehorende voorzieningen; omdat introvertie zo vaak een handicap ís.

Harald Martenstein, Wachsen Ananas auf Bäumen?
Wie ich meinen Kind die Welt erkläre
237 pagina’s
btb 2013, oorspronkelijk 2012

[x]opgenomen in het dossier: