Reader’s Manifesto ~ B.R. Myers

Nu het 2500ste boeklogje nadert, dringt zich opnieuw de vraag op hoe lang ik dit leesdagboek blijf voortzetten. En daarmee hóe dit dan gebeurt.

De relatieve pauze in 2012 heeft me er in elk geval getoond dat het bijhouden van boeklog zeker geen dagelijkse plicht hoeft te zijn. Zij het dat boeklogjes zich makkelijker laten schrijven als ik er elke dag éen blijf maken.

Punt is waarschijnlijk dat ik nog altijd niet helemaal tevreden ben over de vorm van de logjes. Zelfs al zijn sommige dan wel geslaagd; maar dat oordeel komt pas veel later, achteraf.

Het makkelijkst schrijven de boeklogjes zich als ik daarin iets uitspreek dat me trof. Waarmee mijn persoonlijke reactie op een boek dus het belangrijkste element van de bespreking wordt. De inhoud samenvatten, of kritisch in een context zetten, is al gauw werk — en daarmee een inspanning die moeilijker vol te houden zal zijn.

Recensies schrijven voor elk ander medium brengt altijd vormeisen met zich mee. De lengte staat vast, het type lezers vaak ook. En vreemd genoeg scheppen die beperkingen juist ook enorme helderheid bij het recenseren. Zelfs al is het schrijven werk. Ooit is zo’n tekst namelijk wel klaar.

Boeklog heeft geen enkele vormeis. Ik moet mijzelf wel blijven uitvinden hier.

Boeklog leent zich al evenmin tot het navolgen van voorbeelden, zo heb ik gemerkt.

Voor de start van dit persoonlijke leesdagboek had ik namelijk nog een aantal idealen. Het slechtst ben ik er in geslaagd om mijn boeklogjes een humoristische toets te geven, zoals een Gerrit Komrij of een Clive James wel lukte in hun besprekingen.

En ook de aanpak van B.R. Myers, in zijn aanval op de groeiende pretentie van het Amerikaanse literaire proza, heb ik geen éen keer nagevolgd. Nu ja, net iets anders misschien, in mijn wrevel over de heilige dode Michaël Zeeman.

Terwijl het toch niet heel ingewikkeld is wat Myers deed. En hij daarmee wel degelijk een voorbeeld was.

In zijn Reader’s Manifesto citeert Bryers simpelweg stukken tekst van enkele toonaangevende Amerikaanse schrijvers, om dan op zinsniveau te laten zien wat er aan hun teksten niet deugt. Geen éen komt er dan zelfs maar redelijk af. Wat iedereen trouwens zelf ook kan zien. Want hun zinnen zijn weliswaar lang, maar tegelijk worden het nooit volzinnen. In plaats te preciseren of te verduidelijken, voegen alle extra woorden alleen maar ruis toe aan de tekst.

Van de door Bryers geanalyseerde auteurs heb ik sindsdien ook alleen Paul Auster durven te lezen. De anderen, zoals Annie Proulx, Don DeLillo, en Cormac McCarthy werden in éen keer taboe.

Interessanter dan Myers’ aanpak is overigens nog de reactie op zijn oordeel. A Reader’s Manifesto verscheen in 2001 samengevat als essay in The Atlantic. Buiten de VS zorgde dit voor reuring, maar binnenslands bleef het stil; geen van de critici die Myers noemde, wenste te reageren. Terwijl zij het toch waren geweest die Auster & co groot hadden geschreven.

Michael Dirda gaf online zelfs aan dat de hele strekking van het stuk hem niet interesseerde — iets dat ik nog altijd tegen hem vind spreken.

In deze uitgave van A Reader’s Manifesto besteedt Myers ruim aandacht aan de reacties die hij uiteindelijk kreeg uit het Amerikaanse literaire establishment. Om ook daarbij weer aan te tonen dat deze mensen slecht lezen.

Zo staat in elke versie van het manifest dat hij wel degelijk van moeilijke boeken houdt, en absoluut geen hekel aan volzinnen heeft; mits de auteur die maar in de macht had. Proust is een held van hem. Bellow. En toch kreeg hij steeds het verwijt waarschijnlijk te dom te zijn om literaire teksten te snappen.

Tegelijk gaat niemand in op zijn argumenten, wordt geen enkel prachtcitaat van de zo hoog geschreven auteurs tegenover de citaten van Myers gezet. Liever wordt de boodschapper verdacht gemaakt; het kind gekleineerd dat waagde op te merken dat de keizer toch wel erg schamele kleding droeg.

Enfin, ondertussen is Myers’ pamflet ook alweer een plaatsbepaling in de tijd geworden. De betekenis van de literaire kritiek is sterk tanende. Amateurrecensies van lezers zonder eigen agenda zijn er inmiddels volop te vinden online. Amazon.com kocht afgelopen week met reden een heel sociaal netwerk van lezers op; want Goodreads heeft wel invloed op wat andere mensen aan boeken kiezen.

Er spelen nu al zo veel andere mechanismen meer als boeken of auteurs een hype worden, dan dat een selecte kliek deze omhoog zouden schrijven.

B.R. Myers, A Reader’s Manifesto
An Attack on the Growing Pretentiousness
in American Literary Prose

149 pagina’s
Melville House, 2002